Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dassen over het artikel 'Europe’s heavy industry takes action to tackle energy crisis'
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het artikel «Europe’s heavy industry takes action to tackle energy crisis» (ingezonden 29 september 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 14 november 2022).
Vraag 1
Kunt u reflecteren op het artikel «Europe’s heavy industry takes action to tackle
energy crisis»?1
Antwoord 1
Door de hoge energieprijzen ziet de energie-intensieve industrie zich geconfronteerd
met hogere kosten. De impact van de hoge energieprijzen verschilt echter sterk per
sector en is afhankelijk van de mate waarin bedrijven alternatieve energiebronnen
hebben en/of hun hogere kosten kunnen doorberekenen. Vele bedrijven lukt het alternatieve
energiebronnen aan te wenden, maar vooral bedrijven die concurreren met internationale
aanbieders hebben het lastig. Maatregelen kunnen worden overwogen om de productie
binnen Europa te houden als de prijzen lang hoog blijven en sectoren daadwerkelijk
dreigen te verdwijnen.
Vraag 2
In het Bescherm- en Herstelplan Gas staat geen strategie voor het rantsoeneren van
gas met specifiek aandacht voor essentiële, gas-intensieve sectoren, bent u bereidt
deze toe te voegen met daarbij een focus op de verstoring van ketens? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Bij het uitwerken van de afschakelstrategie is reeds rekening gehouden met de effecten
binnen en tussen ketens van sectoren, ook van de gas-intensieve sectoren.
Vraag 3
Gezien het feit dat veel Duitse bedrijven aangeven rantsoenering te verwachten terwijl
Nederland maximaal gas gaat leveren aan Duitsland, bent u het er mee eens dat er een
Europees afschakelplan nodig is?
Antwoord 3
Als ook aangegeven in de Kamerbrief van 9 september inzake de voortgang van het BH-G
(Kamerstuk 29 023, nr. 342) wordt de afschakelstrategie in nauw overleg met België en Duitsland vormgegeven.
De komende periode zal een nadere analyse van grensoverschrijdende keteneffecten worden
gemaakt, o.m. inzake Duitsland. De analyse inzake Duitsland zal ook met dat land worden
besproken, waarna de afschakelstrategie indien nodig zal worden aangepast.
Vraag 4
Volgens de analyse van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) is er
veel meer energiebesparing mogelijk in de industrie (een goede 3bcm) en huishoudens,
waarbij fixteams een snelle besparing kunnen bewerkstelligen door bijvoorbeeld het
inregelen van installaties een belangrijke rol kunnen spelen. Gaat u deze fixteams
opzetten en wanneer zouden deze dan beginnen?
Antwoord 4
Ik ben in mijn brief over de aanscherping van de energiebesparingsplicht van 4 juli
jl. (Kamerstuk 30 196, nr. 793) en in reactie op Kamervragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr.
3780) ingegaan op de verschillende aanbevelingen voor verbetering van de energiebesparingsplicht
van de NVDE. Fixteams worden voornamelijk ingezet voor huishoudens. Op dit moment
loopt er in de metropoolregio Amsterdam een door mijn collega van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening gesteund pilotproject waarbij fixteams ook worden ingezet
voor micro mkb-ers. Daarnaast wordt er bij toezichtbezoeken in het kader van de energiebesparingsplicht
aandacht geschonken aan het correct inregelen van installaties.
Vraag 5
In Duitsland is er een initiatief dat energie-efficiëntienetwerken heet, waarbij binnen
een gemeente of industrieterrein samen wordt gewerkt aan maximale energiebesparing
en verduurzaming. Gaat u eenzelfde initiatief in Nederland starten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Samen met mijn collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening verken ik een
bedrijventerreinenaanpak waarbinnen op vergelijkbare schaal gewerkt kan worden aan
onder meer collectieve energiebesparing. Nog dit jaar zullen wij van start gaan met
een pilot voor een versnellingsprogramma verduurzaming bedrijventerreinen. Eind 2023
zal deze pilot worden geëvalueerd om te zien of een verdere uitrol van dit programma
zinvol is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.