Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over verborgen betalingen aan cardiologen
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over verborgen betalingen aan cardiologen (ingezonden 29 september 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 361.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat cardiologen zonder toestemming miljoenen euro’s
van medische bedrijven ontvangen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft het gesprek met de Vereniging voor Cardiologie en de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) dat u aankondigde naar aanleiding van het nieuws over verborgen betalingen
aan cardiologen al plaatsgevonden? Zo ja, wat is er uit dit gesprek gekomen?2
Antwoord 2
Naar aanleiding van de berichtgeving heb ik inmiddels een eerste gesprek gevoerd met
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Het gesprek met de Vereniging voor Cardiologie
heeft nog niet plaatsgevonden. Zoals eerder toegezegd zal ik uw Kamer in het eerste
kwartaal van 2023 informeren over de uitkomsten van deze gesprekken.
Vraag 3
Is de IGJ inmiddels een onderzoek gestart naar hoe het geld dat de cardiologen hebben
ontvangen precies is besteed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kunnen resultaten
van dit onderzoek verwacht worden?
Antwoord 3
De IGJ is een onderzoek gestart. Dit onderzoek richt zich op de verplichte transparantie
bij gunstbetoon en de borging daarvan in de ziekenhuizen. Een eerste stap hierbij
is een uitvraag bij de betreffende zorginstellingen. Duidelijk moet worden hoe binnen
de instellingen de wettelijke kaders al dan niet zijn nageleefd, hoe de transparantie
in de betreffende instelling is georganiseerd en hoe hierop intern wordt gecontroleerd.
Daarnaast moet uit het onderzoek komen welke stappen door de instellingen worden ondernomen,
en of de ziekenhuisbesturen voldoende handvatten hebben om te voldoen aan de (wettelijke)
kaders.
Daarnaast is de IGJ in gesprek gegaan met de veldpartijen, die tezamen de verantwoordelijkheid
dragen voor de zelfregulering, vastgelegd in de Gedragscode Medische Hulpmiddelen
(GMH). Hierbij wordt de huidige uitvoering van de bestaande zelfregulering besproken.
Aan de hand van alle verkregen informatie bepaalt de IGJ welke vervolgstappen nodig
zijn. Ik verwacht dat hier nog dit jaar meer bekend over is.
Vraag 4
Kunt u inmiddels aangeven of het mogelijk is om deze verborgen betalingen terug te
vorderen, of in ieder geval ervoor te zorgen dat deze betalingen ten goed komen aan
de betreffende ziekenhuizen?
Antwoord 4
Als in het onderzoek van de IGJ overtredingen van de wettelijke kaders gunstbetoon
worden geconstateerd, kan de IGJ daartegen optreden. Zo kan de IGJ overgaan tot het
opleggen van bestuurlijke boetes.
Voor de duidelijkheid wil ik hier benadrukken dat dit mogelijke acties zijn, vanzelfsprekend
moet eerst het onderzoek worden afgewacht. De IGJ heeft zelf geen bevoegdheid om betalingen
binnen een privaatrechtelijke overeenkomst terug te vorderen of te doen terugvorderen.
Vraag 5
Kunnen de betreffende cardiologen berispt worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke
maatregelen kunnen tegen hen genomen worden? Komt er een melding aan het Openbaar
Ministerie? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, dit is mogelijk. De IGJ kan betreffende zorgprofessionals en/of raden van bestuur
en leveranciers van medische hulpmiddelen aanspreken op het niet voldoen aan de gestelde
kaders. Indien op grond van de wettelijke kaders volgt dat er sprake is van een overtreding
van de wet in het kader van gunstbetoon, kan de IGJ bestuursrechtelijke maatregelen
nemen (de eerder benoemde bestuurlijke boete). Mocht in het onderzoek bij de IGJ het
vermoeden van fraude ontstaan, dan kan de IGJ de FIOD hierop attenderen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de kans op dit soort misstanden veel kleiner zou zijn en dat
er meer mogelijkheden om in te grijpen zouden zijn, zoals op basis van het arbeidsrecht,
als artsen in loondienst zouden zijn en betalingen van medische bedrijven slechts
via ziekenhuizen zouden verlopen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zowel voor medisch specialisten die in loondienst werken als vrijgevestigde medisch
specialisten geldt een meldplicht voor nevenactiviteiten en neveninkomsten bij het
Transparantieregister. Echter, wanneer sprake is van kwade wil kan het zowel in loondienst
als bij vrijgevestigden voorkomen dat nevenfuncties en neveninkomsten niet gemeld
worden. Ik ben van mening dat voor beide gevallen, loondienst en vrijgevestigd, er
duidelijke regels moeten zijn met adequate mogelijkheden tot ingrijpen als misstanden
gesignaleerd worden. De arbeidsrelatie van een medisch specialist tot de zorginstelling
zou hierin geen verschil mogen maken.
Het is mijn wens om beter te waarborgen dat betalingen aan zorgprofessionals en zorginstellingen
inzichtelijk zijn. Dit neem ik zeer serieus. De komende tijd beraad ik mij daarom
op de vraag wat hiertoe de meest effectieve maatregelen zijn. De vraag of, en zo ja
in welke vorm, hiervoor nadere wet- en regelgeving nodig is, neem ik nadrukkelijk
mee in deze afweging. Ik verwacht u in het eerste kwartaal van 2023 hierover nader
te informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.