Schriftelijke vragen : De berichten dat het aantal tijdelijke contracten in het primair en voortgezet onderwijs ondanks de krappe arbeidsmarkt stijgt
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de berichten dat het aantal tijdelijke contracten in het primair en voortgezet onderwijs ondanks de krappe arbeidsmarkt stijgt (ingezonden 9 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Jaarcontracten vo ondanks krappe arbeidsmarkt naar
record»1 en «Aandeel tijdelijke contracten basisonderwijs bereikt piekt»?2
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat een op de vijf docenten en ondersteuners in het voortgezet onderwijs
geen vast contract heeft, terwijl er nog altijd sprake is van een enorm tekort aan
onderwijspersoneel?
Vraag 3
Hoe duidt u het stijgend aantal tijdelijke contracten in het primair onderwijs, terwijl
er nog altijd veel geld op de plank ligt bij onderwijsbesturen?
Vraag 4
Deelt u de zorgen dat onderwijstalent verloren gaat door tijdelijke contracten, zoals
ook Jelmer Evers stelt in het artikel «Jaarcontracten vo ondanks krappe arbeidsmarkt
naar record»3? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Hoe is de verhouding tussen tijdelijke en vaste contracten in het primair onderwijs
en het voortgezet beroepsonderwijs? Hoe verklaart u eventuele verschillen?
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat de inhuur van onderwijspersoneel via commerciële uitzendbureaus
het bieden van vaste contracten tegenhoudt? En hoe staat het na vier jaar met de uitvoering
van de gewijzigde motie Kwint/Westerveld over het beperken van het gebruik van uitzendbureaus
in het onderwijs?4
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de uitspraak van arbeidsmarkteconoom Frank Cörvers (Universiteit
Maastricht), waarin hij stelt dat het lerarentekort door de Nationaal Programma Onderwijs
(NPO)-gelden nog veel verder is opgeblazen5?
Vraag 8
Hoe kijkt u naar de suggestie van Frank Cörvers om het percentage tijdelijke en flexibele
contracten aan een maximum te binden?
Vraag 9
Hoeveel scholen hebben er op dit moment (nog) te maken met krimp in de vorm van dalende
leerlingenaantallen, uitgesplitst naar het primair en voortgezet onderwijs?
Vraag 10
Klopt het dat in het primair onderwijs de leerlingenaantallen weer gaan groeien vanaf
2025? En is dit ook het geval voor het voortgezet onderwijs? Bent u het er dan mee
eens dat dit geen goede reden is voor scholen om leraren geen vast contract aan te
bieden?
Vraag 11
Welke effecten hebben de maatregelen, die het kabinet momenteel neemt om het aandeel
tijdelijke contracten terug te dringen en om vaste contracten de norm te laten worden
in het onderwijs?
Vraag 12
Welke actie(s) onderneemt u om het hoge aandeel vacatures in het onderwijs voor een
kleine arbeidsomvang terug te brengen?
Vraag 13
Zou het verplicht aanbieden van een vast contract na één jaar een onorthodoxe maatregel
van u kunnen zijn om het lerarentekort aan te pakken? Kunt u uw antwoord toelichten?
En heeft u wellicht ook andere ideeën over onorthodoxe maatregelen om het aandeel
vaste contracten in het onderwijs op korte termijn te laten stijgen?
Indieners
-
Gericht aan
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Indiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.