Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over 645.000 geiten in de Nederlandse geitenhouderij
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over hoe we een wereld van verschil kunnen maken voor de 645.000 geiten in de Nederlandse geitenhouderij (ingezonden 5 oktober 2022).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 november
2022)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 454
Vraag 1
Wat ging er door u heen toen u hoorde dat er op dit moment bijna 645.000 geiten opgesloten
zitten in Nederlandse stallen?1
Antwoord 1
Ik vind dat dieren meer zijn dan een object of eigendom, het zijn levende wezens met
een eigen waarde, los van de (gebruiks)waarde die de mens er aan toekent. Deze intrinsieke
waarde van dieren is vastgelegd in de Wet dieren en vormt dan ook het uitgangspunt
van mijn beleid. We dienen met respect met ze om te gaan, ze goed te behandelen en
goede huisvesting en verzorging te bieden, van fok tot slacht.
Opinies over wat een goede en verantwoorde manier is om met dieren om te gaan en waarvoor
of waarom dieren gehouden mogen worden verschillen. In Nederland en Europa hebben
we afgesproken dat dieren gehouden mogen worden voor productie. In de afgelopen decennia
is mede op basis van maatschappelijke en politiek opvattingen over het omgaan met
dieren en op basis van beschikbare wetenschappelijke kennis, een regelgevend kader
tot stand gekomen. De (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet toe op
de naleving daarvan. Maar het denken over dieren verandert en er komt steeds meer
wetenschappelijke kennis beschikbaar over gedrag, emoties, welzijn en gezondheid van
dieren. Dat leidt tot een politieke en maatschappelijke wens om nog eens goed te kijken
naar hoe we dieren mogen houden. En dat wordt ook gedaan, denk hierbij aan de herziening
van de EU-regelgeving op dierenwelzijn en het convenant «dierwaardige veehouderij».
Daarnaast hebben veehouders afgelopen jaren, samen met dierenwelzijnsorganisaties,
al stevige stappen gezet richting beter dierenwelzijn.
Vraag 2
Is het u opgevallen dat geiten in Nederland vaak met duizenden soortgenoten op elkaar
gepropt opgesloten zitten in dichte stallen, zonder de mogelijkheid om te klimmen
of klauteren?
Antwoord 2
Geitenstallen moeten voldoen aan de wettelijke vereisten. Hierop wordt gecontroleerd
door de NVWA. Melkgeitenhouders die melk leveren aan een bij de Nederlandse Geiten
Zuivel Organisatie (NGZO) aangesloten melkverwerker zijn daarnaast gehouden aan de
eisen uit het ketenkwaliteitssysteem KwaliGeit, waaronder eisen aan inrichting van
de huisvesting. Het bieden van de mogelijkheid tot klimmen en klauteren is geen wettelijke
eis en ook geen eis vanuit KwaliGeit. Momenteel wordt in opdracht van mijn ministerie
onderzoek uitgevoerd naar een duurzame melkgeitenstal voor de toekomst, waarbij de
behoefte van het dier een belangrijke rol speelt. Ook in het kader van het Convenant
dierwaardige veehouderij wordt hier volop aandacht aan gegeven.
Vraag 3
Wat dacht u toen u hoorde dat jaarlijks 219.000 geiten worden geslacht in de Nederlandse
slachthuizen?2
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat er al jaren steeds meer geiten worden gefokt en gebruikt voor
de productie van geitenkaas en -zuivel, terwijl de geitenbokjes steeds meer lijken
te worden gezien als «waardeloos» bijproduct, aangezien de geiten geen melk produceren
zonder eerst te moeten bevallen van een lammetje, waardoor vorig jaar nog 1.829 geitenlammetjes
binnen zeven dagen na hun geboorte werden afgevoerd naar het slachthuis?
Antwoord 4
Door een groeiende vraag naar geitenzuivel is het aantal melkgeiten in de afgelopen
twintig jaar fors gestegen. Met deze groei is ook het aantal geitenbokjes dat jaarlijks
geboren wordt toegenomen. Begin 2017 kwamen beelden en berichten naar buiten over
slechte verzorging van en hoge sterftecijfers onder geitenbokjes. Sindsdien werkt
de sector, in nauwe afstemming met mijn ministerie, aan structurele verbetering van
de gezondheid en het welzijn van geitenbokjes. Daarnaast wordt door middel van duurmelken
het aantal lammeren beperkt. Vanaf 1 januari 2023 zijn melkgeitenhouders verplicht
om minimaal een bepaald percentage van de geboren bokjes in een kalenderjaar groot
te (laten) brengen totdat ze geschikt zijn voor humane consumptie (tot een leeftijd
van minimaal 14 dagen). In 2023 bedraagt dit minimale percentage 25%, in 2024 groeit
dit door naar minimaal 50% en vanaf 2025 moeten alle bokjes op deze wijze grootgebracht
worden. Deze verplichting wordt opgenomen in het ketenkwaliteitssysteem KwaliGeit
en geldt daarmee voor iedere melkgeitenhouder die melk levert aan een bij de Nederlandse
Geiten Zuivel Organisatie (NGZO) aangesloten melkverwerker. Ik zal de sector blijven
aansporen om de gezondheid en het welzijn van alle geiten – niet alleen de bokjes –
te verbeteren.
Vraag 5
Zou u het gemiddelde geitenbedrijf met 1.200 geiten nog een boerderij noemen of een
industrie?
Antwoord 5
Ik zou een bedrijf van een dergelijke omvang een groot veehouderijbedrijf noemen.
Ongeacht de omvang van het bedrijf dient de houder goed voor zijn dieren te zorgen
en zich te houden aan de voor het bedrijf relevante wetgeving
Vraag 6
Wist u dat geiten intelligente dieren zijn, met een goed langetermijngeheugen en niet
alleen onderling, maar ook met andere diersoorten communiceren?
Antwoord 6
Er is veel bekend over gedrag en gedragsbehoeftes van geiten. Momenteel laat ik mede
naar aanleiding van de motie Van der Plas c.s. (Kamerstuk 28 286, nr. 1192) in de wetenschappelijke kennis in kaart brengen van gedragsbehoeftes van verschillende
landbouwhuisdieren.
Vraag 7
Denkt u dat geiten, als ze mochten kiezen, zouden kiezen voor een leven in de Nederlandse
veehouderij?
Antwoord 7
Geiten zullen een stal en houderij prefereren waarin ze hun gedragsbehoeftes kunnen
uiten.
Vraag 8
Wat gaat u voor al deze dieren doen, als nieuwe Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
waarin u expliciet de verantwoordelijkheid draagt voor dierenwelzijn en diergezondheid?
Antwoord 8
Naast het (NVWA-)toezicht op naleving van de normen in de regelgeving op het gebied
van dierenwelzijn en diergezondheid, zal ik mij met name inzetten op het volgende:
– Het bevorderen van de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij, zoals benoemd
in het Coalitieakkoord.
– Inzet op verbreding en versterken van de Europese dierenwelzijnsregelgeving. Nederland
heeft vorig jaar samen met de zogenaamde Vughtgroeplanden een position paper opgesteld, als input voor het traject van de herziening van de EU dierenwelzijnsregelgeving
(Kamerbrief 21 501-32, nr. 1345).
Vraag 9
Bent u bereid om bij ieder besluit dat u neemt de belangen van deze dieren zorgvuldig
af te wegen en te verantwoorden, waarbij u rekening houdt met de in de Wet dieren
opgenomen en erkende intrinsieke waarde van dieren en de vele beloften die door uw
voorgangers zijn gedaan?
Antwoord 9
Ja, op grond van de Wet dieren dient de overheid bij het stellen van regels bij of
krachtens de wet en bij het nemen van op die regels gebaseerde besluiten het belang
van het dier expliciet mee te wegen, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen.
Ik betrek daarbij ook beloftes van mijn voorgangers voor zover deze passend zijn binnen
het huidige kabinetsbeleid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.