Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over het over het (niet) gebruiken van beschikbare informatie om advocaat T. te weren uit de EBI Vught
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het (niet) gebruiken van beschikbare informatie om Youssef T. te weren uit de EBI (ingezonden 22 september 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 8 november 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 293.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de publicaties in De Volkskrant, «Hoe kon Ridouan T. vanuit
de gevangenis zo lang contact houden met de buitenwereld» en Follow The Money, «Politie
en OM wisten al in 2018 dat advocaat en neef van T. niet deugde».?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer is het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het eerst op de hoogte geraakt
van het feit dat vanaf het moment dat Youssef T. zich meldde bij de Extra Beveiligde
Inrichting (EBI) om zijn oom/cliënt Ridouan T. te bezoeken (d.d. 10 december 2020)
het doel van alle betrokken partijen was om dat te allen tijde te voorkomen en dat
gezamenlijk gezocht werd naar feiten en omstandigheden om de directeur van de EBI
van de gronden te voorzien om dat geprivilegieerde bezoek te voorkomen, zoals in de
publicatie van Follow the Money (FTM) aan de hand van interne e-mails werd vastgesteld?
Antwoord 2
Begin december 2020 meldde toenmalig advocaat Youssef T. zich bij de EBI omdat hij
een afspraak wilde maken met zijn neef, die gedetineerd is in de EBI. Daarop is door
het OM, de politie, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de PI Vught onderzocht
of en zo ja, op basis waarvan T. de toegang kon worden geweigerd. Dit heeft geresulteerd
in twee zogeheten GRIP-rapportages, op basis waarvan de directeur van de EBI aan Youssef
T. de toegang tot de EBI heeft geweigerd. Het besluiten tot het ontzeggen van toegang
is een bevoegdheid van de vestigingsdirecteur. Het ministerie wordt niet betrokken
bij deze procedure. Voor zover nu bekend, was het ministerie in ieder geval in juli
2021 op de hoogte.
Vraag 3
Op welke wijze, wanneer en door welke partijen heeft de informatievoorziening richting
het ministerie hierover nadien plaatsgevonden, en op welke momenten en manieren is
het ministerie gedurende de periode december 2020 tot eind juli 2021 betrokken geweest
bij besluitvorming in deze kwestie? Kunt u de adviezen van de Landsadvocaat die hierbij
zijn ingewonnen over de juridische mogelijkheden tot weigering van Youssef T. met
de Kamer delen?
Antwoord 3
De DJI heeft samen met het OM, de politie en de PI Vught informatie uitgewisseld met
als doel tot zorgvuldig onderbouwde besluitvorming te komen over het verzoek om Youssef
T. als advocaat toe te laten tot de EBI. Dat is onder andere gebeurd via zogeheten
GRIP-rapportages. Op basis van deze rapportage heeft de directeur van de EBI besloten
Youssef T. de toegang als advocaat te weigeren. Tegen dit besluit is geprocedeerd
tot de hoogste detentierechter. In deze procedure heeft de Landsadvocaat de directeur
van PI Vught vertegenwoordigd en namens hem stukken ingebracht. Aangezien het hier
om rechtspositionele individuele aangelegenheden gaat en omdat deze zaak nog onder
de strafrechter is verstrek ik deze stukken niet aan uw Kamer.
Vraag 4
Is de informatie uit de politiesystemen (die al tussen 2018 en 2020 bekend was) over
de contacten van Youssef T. met leden van de organisatie van Ridouan T. en de registratie
van een geheimhouderstelefoon op het adres van een snackbar die wordt toegerekend
aan diezelfde organisatie besproken met het Ministerie van Justitie en Veiligheid
in de periode van december 2020 tot maart 2021?
Antwoord 4
Neen.
Vraag 5
Kunt u toelichten waarom deze informatie niet is gedeeld met de deken die reeds een
klacht tegen Youssef T. omtrent zijn geheimhouderstelefoon in relatie tot een ander
verdacht familielid onderzocht?
Antwoord 5
Het delen van bovengenoemde informatie met de deken is eerder overwogen door politie
en OM. Gelet op de aard en inhoud van deze informatie, was er echter geen aanleiding
het te delen met de deken.
Vraag 6 en 7
Wat is uw reactie op de conclusie van hoogleraar penitentiair recht Sonja Meijer dat
er reeds op basis van de informatie over Youssef T. uit de politiesystemen feitelijke
en juridische mogelijkheden waren om hem te weigeren in de EBI?
Is op enig moment of meer momenten in de periode december 2020 – eind juli 2021 overwogen
om deze informatie beschikbaar te maken voor de EBI om in te zetten teneinde de weigering
van Youssef T. ook te laten voortduren nadat de deken in Gelderland voornoemde klacht
ongegrond had verklaard waarmee een weigeringsgrond verviel? Zo ja, waarom is dat
niet gebeurd? Zo nee, waarom is dit niet overwogen?
Antwoord 6 en 7
In overleg met betrokken ketenpartners en met de Landsadvocaat is onderzocht of er
nog andere gronden waren waarop toegang kon worden ontzegd. Daarbij is door politie
en OM beoordeeld of de aanwezige informatie over Youssef T. op zichzelf voldoende
aanleiding zouden kunnen geven voor een zodanige ontzegging. De informatie was van
dien aard dat deze een zo ingrijpende beslissing tot weigering van de advocaat, niet
kon rechtvaardigen.
Vraag 8
Heeft de start van een strafrechtelijk onderzoek en de mogelijkheid om bewijs te verzamelen
een rol gespeeld bij de afweging om Yousef T. in maart 2021 niet langer te weigeren
in de EBI, zoals professor Sven Brinkhoff oppert?
Antwoord 8
Nee, dit heeft geen rol gespeeld.
Vraag 9
Kunt u toelichten wat de precieze definitie van «for police use only» is? En daarbij
nader beargumenteren waarom dit absoluut in de weg zou staan van het inzetten van
deze informatie (bijvoorbeeld via een GRIP – het Gedetineerde Recherche Informatie
Punt, onderdeel van de Landelijke Eenheid Politie – rapportage) om iemand uit de EBI
te weren?2
Antwoord 9
De internationale politie informatie is vastgelegd in een zogenoemd DLIO-pv (Dienst
Landelijke Informatie Organisatie). Een DLIO-pv kan niet als bewijs dienen: het is
een signaal dat als start- of sturingsinformatie voor een onderzoek kan worden gebruikt.
De doelstelling van het onderzoek was onder andere het verifiëren dan wel falsificeren
van de informatie. De informatie zag op mogelijke corruptie van personen werkzaam
in de EBI. Het onderzoek heeft niet bevestigd dat hier sprake van was.3
Vraag 10
Op welke wijze is geprobeerd om in contact te treden met de Amerikaanse autoriteiten
(bijvoorbeeld FBI) om toestemming te verkrijgen deze informatie ook te gebruiken voor
het verhinderen van voortgezet crimineel handelen?
Antwoord 10
De informatie in een DLIO-pv, zoals in het antwoord op vraag 9 aangehaald, geeft geen
informatie prijs over de herkomst van de informatie en over de vraag welke buitenlandse
diensten deze informatie hebben verstrekt. De informatie wordt door de Nederlandse
autoriteiten geverifieerd en gefalsificeerd. Dat is ook in dit geval gebeurd ten aanzien
van de informatie in het betreffende DLIO-pv. Dat onderzoek heeft niet bevestigd dat
Taghi werd geholpen door corrupte contacten in de EBI. Zodoende was er (ook) geen
reden om in contact te treden met de Amerikaanse autoriteiten over toestemming voor
ander gebruik van die informatie.
Vraag 11
Op welke datum werd het bericht ontsleuteld en/of gelezen waarin gesproken werd over
«een nieuwe advocaat die familie is»?4
Antwoord 11
Dit bericht maakt onderdeel uit van de cryptocommunicatie via SKY ECC. Tussen februari
en maart 2021 kon de Landelijke Recherche in bepaalde mate live meelezen met het berichtenverkeer
via SKY ECC. Dit betekent echter niet dat er daarmee meteen inzicht is geweest in
de miljarden berichten die via deze dienst werden gewisseld, noch dat duidelijk was
wie met wie communiceerde. Verder doe ik hier geen uitspraken over omdat het een lopende
strafzaak betreft.
Vraag 12
Kunt u het (nauwgezette) feitenrelaas dat u van Openbaar Ministerie (OM), politie
en Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft gevraagd en waarin staat opgenomen wanneer
en bij wie welke specifieke informatie bekend was aan de Kamer verstrekken?5
Antwoord 12
In mijn schriftelijke reactie aan de Kamer op 14 juli 2022 heb ik aangegeven dat ik
het OM, politie en DJI heb gevraagd nauwgezet en met prioriteit inzichtelijk te maken
wat er is gebeurd en wanneer.6 Deze organisaties hebben mij afzonderlijk en via de bestaande kanalen daarover geïnformeerd.
Deze kwestie is onderdeel van een lopend strafrechtelijk onderzoek. Terughoudendheid
in deze is dan ook op zijn plaats. De informatie die de organisaties mij inmiddels
hebben verstrekt zijn, voor zover het belang van het lopende strafrechtelijk onderzoek
zich hier niet tegen verzet, verwerkt in de beantwoording van drie sets schriftelijke
Kamervragen over dit onderwerp op 6 september jl.7 Het OM heeft daarnaast een nieuwsbericht op haar website gepubliceerd met informatie
met betrekking tot Ridouan T., EBI en advocaten.8 Daarin kan worden teruggelezen dat het OM sinds maart 2020 verhoogde aandacht heeft
voor Youssef T. DJI heeft in december 2020 aan het OM gemeld dat Youssef T. zich bij
de EBI had gemeld als advocaat van Ridouan T. Er was op dat moment een gegronde reden
om hem de toegang tot de EBI te ontzeggen, aangezien er tegen Youssef T. een onderzoek
liep bij de deken in Gelderland wegens verondersteld misbruik van de geheimhouderstelefoon.
Die grondslag kwam echter in maart 2021 te ontvallen toen dit onderzoek was afgerond
en door de deken geen misbruik werd vastgesteld. In de loop van 2021 kwam Youssef
T. als verdachte in beeld in een lopend onderzoek naar de mogelijkheden van Ridouan
T. om heimelijk te communiceren vanuit de EBI. Youssef T. is vervolgens op 8 oktober
2021 aangehouden in de EBI.
Vraag 13
Kunt u toelichten waarom andere relevante zorgelijke informatie uit Encrochat- en
Sky-berichten die werd verzameld in de periode december 2020 – juli 2021 en belastende
informatie van de inlichtingendiensten nooit zijn ingezet om tussen maart 2021 en
juli 2021 op grond van de Penitentiaire Beginselenwet Youssef T alsnog de toegang
tot de EBI te weigeren? In hoeverre heeft het belang van het lopende opsporingsonderzoek
26Mandel in die afweging een rol gespeeld?
Antwoord 13
Alle beschikbare informatie is meegenomen in het onderzoek of er gronden waren waarop
Youssef T. de toegang kon worden ontzegd. Dit staat los van het onderzoek Mandel.
Vraag 14
Kunt u toelichten op welke wijze in besluitvorming over deze kwestie de veiligheid
van procesdeelnemers van Marengo of andere direct betrokkenen onderdeel is geweest
van de belangenafweging?
Antwoord 14
Over veiligheidsmaatregelen rondom functionarissen en de afwegingen die hieraan ten
grondslag liggen doe ik geen uitspraken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.