Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pouw-Verweij over het bericht dat bedrijven de door de mbo-school aangedragen stagiair moeten accepteren
Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat bedrijven de door de mbo-school aangedragen stagiair moeten accepteren (ingezonden 3 november 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 8 november
2022).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat uw ministerie met het plan komt om bedrijven te verplichten
om de door een mbo-scholen aangedragen stagiair aan te te nemen?
Antwoord 1
Ja. In mijn Kamerbrief over de inzet op de werkagenda MBO1 heb ik mijn inzet op stagematching voor de eerste stage van studenten in hun eerste
jaar toegelicht. Stagediscriminatie is een maatschappelijk probleem dat raakt aan
het zelfvertrouwen en de ontwikkeling van jonge mensen. Daarom hebben we als kabinet
bij de start van deze kabinetsperiode met elkaar afgesproken dat we stagediscriminatie
willen uitbannen.
Vraag 2
Zijn er behalve discriminatie andere mogelijke redenen waardoor studenten met een
migratieachtergrond vaker worden afgewezen dan scholieren zonder een migratieachtergrond?
Antwoord 2
Onderzoek geeft duidelijk aan dat discriminatie op basis van migratieachtergrond een
probleem is.2 Hieruit blijkt dat studenten met een migratieachtergrond vaker solliciteren dan studenten
zonder migratieachtergrond, minder kans hebben op een stageplek en tijdens de stage
vaker te maken krijgen met stagediscriminatie. In onderzoek onder Utrechtse mbo-studenten
bleek bijvoorbeeld dat studenten met een naam die verwijst naar een migratieachtergrond
minder kans hebben op een positieve reactie dan studenten met dezelfde productieve
kenmerken die geen migratieachtergrond hebben.3 Dit is een maatschappelijk probleem. Zeker bij de eerste stage in het eerste jaar,
die voor studenten een belangrijke eerste kennismaking met de arbeidsmarkt markeert,
wil ik dat afkomst geen invloed heeft op de kans op het opdoen van een leerzame en
veilige ervaring.
Vraag 3
Ziet u het belang van wederzijdse betrokkenheid, van zowel de student als het betreffende
leerbedrijf, in een stagetraject waarvan het sollicitatiegesprek de start is?
Antwoord 3
Zeker. Stages en het leren in de beroepspraktijk zijn een essentieel onderdeel van
de opleiding van de mbo-student en wederzijdse betrokkenheid van de student en het
leerbedrijf zijn inderdaad van belang voor een succesvolle stage. Deze wederzijdse
betrokkenheid ontwikkelt zich vooral tijdens de stage onder deskundige begeleiding
van de werkplek professional en met intensieve betrokkenheid van de stagebegeleider
van school. Voorafgaand aan de stage kan hiermee worden gestart. Zo gaan studenten
van ROC Nijmegen bij de pilot stagematching voorafgaand aan de stage op kennismakingsgesprek
zodat zij goed voorbereid aan hun stage kunnen beginnen.
Vraag 4
Hoe kijkt u naar het ontnemen van elke zeggenschap op wie er bij een bedrijf komt
werken, door bedrijven te verplichten een aangedragen stagiair aan te nemen?
Antwoord 4
Het voorstel is om studenten te plaatsen op basis van leerwens en competenties, waarbij
ook wordt gekeken naar wat een bedrijf kan bieden. Het is hierbij van belang dat de
onderwijsprofessional zowel de student als het leerbedrijf goed kent. Daarnaast gaat
het alleen om eerstejaarsstudenten bij hun eerste stageplek. Ik ben van mening dat
bedrijven samen met het onderwijs een stevige verantwoordelijkheid hebben om deze
jongeren een positieve eerste kennismaking met het beroepenveld te gunnen in het belang
van hun verdere persoonlijke ontwikkeling.
Vraag 5
Onderkent u het risico dat bedrijven minder genegen zijn stagiairs aan te nemen als
hen een acceptatieplicht wordt opgelegd die een inbreuk maakt op hun vrijheid om zelf
te bezien of een stagiair bij hun bedrijf past?
Antwoord 5
Het gaat hier om eerstejaarsstudenten bij hun eerste stageplek, voor deze studenten
hebben leerbedrijven samen met het onderwijs een maatschappelijke verantwoordelijkheid
om deze jongeren een veilige eerste kennismaking met de arbeidsmarkt te bieden. Eerstejaars
studenten zijn aan de vooravond van een eerste stage natuurlijk nog een relatief onbeschreven
blad. Zoals aangegeven is het hierbij van belang dat de onderwijsprofessional kijkt
wat het bedrijf kan bieden als stageplaats en een goede match maakt.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke risico’s een bedrijf oploopt wanneer de sollicitatieprocedure
wordt vervangen door een acceptatieplicht?
Antwoord 6
Ik zie geen risico’s die het bedrijf kan lopen. Mochten er tijdens de stage problemen
ontstaan, dan gelden vanzelfsprekend dezelfde procedures als bij stages waarbij de
studenten zelf solliciteren. Ik zet mij in om de stagebegeleiding te verbeteren en
ook het contact tussen leerbedrijf en de school te versterken voor alle stages. Zodat
de begeleider vanuit het leerbedrijf en de begeleider vanuit de school elkaar beter
kennen, zicht hebben op wat er speelt op de werkvloer en eerder en makkelijker het
gesprek kunnen voeren zodra de school, de student of het leerbedrijf een probleem
signaleren. Voordeel voor het bedrijf kan zijn dat eventuele vooroordelen verminderen
als zij het contact met de stagiair positief aangaan en inzetten op een goede werkrelatie
waarbij ze de student echt leren kennen. Dit verruimt de mogelijkheden om een grotere
diversiteit aan werknemers aan te nemen.
Vraag 7
Vindt u het belangrijk dat studenten tijdens de studie leren te solliciteren?
Antwoord 7
Ja, dat vind ik belangrijk. Zie ook het antwoord op vraag 8.
Vraag 8
Waarom ontneemt u studenten de kans al in een vroeg stadium te leren solliciteren
en zich in te leven in een bedrijf?
Antwoord 8
Niemand wordt iets ontnomen. Studenten die geen gebruik willen maken van de mogelijkheid
tot matching bij hun eerste stage, hoeven hier geen gebruik van te maken. In het eerste
jaar kunnen studenten ook in het onderwijs in een veilige omgeving leren solliciteren
door middel van simulatie en betrokkenheid van echte leerbedrijven. Vervolgens solliciteren
ze bij volgende studiejaren zelf voor hun stageplek bij het leerbedrijf. Dan hebben
studenten al ervaring door hun eerste stageplek en kunnen ze met die ervaring en met
zelfvertrouwen solliciteren bij hun tweede stageplek.
Vraag 9
Waarom neemt u de meerwaarde weg van de prestatie en de stimulans van solliciteren
naar een stageplek en aangenomen worden door een bedrijf?
Antwoord 9
Ik hecht er grote waarde aan dat jonge eerstejaarsstudenten een veilige kennismaking
maken met de arbeidsmarkt hebben en niet worden geconfronteerd met uitsluiting door
discriminatie op basis van hun afkomst. Dat dit nu nog te vaak voortkomt, is een maatschappelijk
probleem. Niet voor niets hebben we in het Coalitieakkoord dan ook met elkaar afgesproken
dat we stagediscriminatie uitbannen. Discriminatie is schadelijk voor de persoonlijke
ontwikkeling en het zelfvertrouwen van een student. Daarom zet ik mij in voor stagematching
bij eerstejaarsstudenten, waardoor elke eerstejaarsstudent in het mbo een stageplek
krijgt op basis van leerwens en competenties. De school speelt hier een cruciale rol
in. Met de ervaring en de vaardigheden die zij hebben opgedaan in hun vakgebied tijdens
de eerste stage en eerste jaar van de opleiding, kunnen studenten vervolgens in de
volgende studiejaren solliciteren naar een stageplek.
Vraag 10
Bent u bereid om naar andere oplossingen te zoeken voor vermeende discriminatie die
inhoudelijker zijn dan grijpen naar het middel van dwang?
Antwoord 10
Ik vind het onacceptabel dat stagediscriminatie groepen jongeren uitsluit van deelname
aan de maatschappij en de arbeidsmarkt. Het uitbannen van stagediscriminatie is daarom
een topprioriteit van dit kabinet, die we zoals gezegd ook hebben vastgelegd in het
Coalitieakkoord. De afgelopen jaren is er weinig tot niets ten goede veranderd aan
de helaas voorkomende discriminatie van studenten. Ik zet mij nu daarom ook in voor
maatregelen zoals stagematching, omdat eerdere maatregelen onvoldoende effect hadden
op het tegengaan van stagediscriminatie.
In het stagepact maken we gezamenlijk met betrokken partners afspraken over een samenhangend
pakket aan maatregelen om stagediscriminatie tegen te gaan, waarin stevige en meer
zachte maatregelen elkaar versterken. Zo is het belangrijk om naast stagematching
ook maatregelen te nemen die discriminatie voorkomen tijdens de stage, bijvoorbeeld
door het verbeteren van de stagebegeleiding of door leerbedrijven via SBB adviseurs
te stimuleren en te ondersteunen in het creëren van een veilige sfeer op de werkvloer.
Mijn inzet voor stages en de maatregelen om stagediscriminatie tegen te gaan heb ik
toegelicht in de Kamerbrief Inzet werkagenda MBO. Ik beoog het stagepact dit najaar
te sluiten en voor het kerstreces aan uw Kamer te sturen.
Vraag 11
Welke mogelijke gevolgen heeft het voornemen om bedrijven te dwingen stagiairs te
accepteren voor mbo-scholen gelet op de werkdruk in een schooljaar?
Antwoord 11
De school plaatst eerstejaars stagiairs op basis van leerwens en competenties en op
basis van wat het leerbedrijf kan bieden. Scholen hebben nu al een wettelijke verantwoordelijkheid
om te zorgen voor de beschikbaarheid van een stageplek voor de student.4 De extra middelen uit het Coalitieakkoord die straks deels onderdeel zijn van de
kwaliteitsafspraken kunnen door scholen worden ingezet voor bijvoorbeeld het verbeteren
van de stagebegeleiding en voor de inzet van extra personele capaciteit.
Vraag 12
Hoe kijkt u aan tegen de opvatting van de MBO Raad dat de verantwoordelijkheid te
veel eenzijdig bij de bijdrage van de scholen komt te liggen?
Antwoord 12
Stages zijn een belangrijk onderdeel van de mbo-opleiding en zonder stage kunnen studenten
hun diploma niet halen. Scholen zijn wettelijk al verantwoordelijk voor de beschikbaarheid
van de stageplaats en horen hun verantwoordelijkheid hier te nemen. Daarnaast hebben
vanzelfsprekend ook bedrijven een verantwoordelijkheid in het bieden van een sociaal
veilige leer- en werkomgeving en mag een bedrijf niet discrimineren. Bedrijven zijn
immers gebaat bij goed opgeleide en voldoende vakmensen, in deze tijden van krapte
op de arbeidsmarkt zelfs meer dan ooit. In het stagepact beoog ik gezamenlijke afspraken
te maken met alle partijen waarin eenieder zijn verantwoordelijkheid neemt om stagediscriminatie
tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.