Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Helder over de berichten 'Miljoenen voor de schijn van daadkracht” en “Honderden miljoenen verdwenen in de strijd tegen georganiseerde misdaad'
Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Miljoenen voor de schijn van daadkracht» en «Honderden miljoenen verdwenen in de strijd tegen georganiseerde misdaad» (ingezonden 15 september 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 206
Vraag 1
Kent u de berichten «Miljoenen voor de schijn van daadkracht» en «Honderden miljoenen
verdwenen in strijd tegen georganiseerde misdaad»?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat tussen 2017 en 2022 ruim € 900 miljoen is vrijgemaakt voor de bestrijding
van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit? Zo nee, wat is dan het juiste bedrag?
Antwoord 2
Ja, dat klopt. Van 2017 tot 2022 is in totaal 926 miljoen euro vrijgemaakt voor de
bestrijding van ondermijnende criminaliteit, waarvan het overgrote deel in 2022 (zie
tabel3. In onderstaande tabel worden deze beschikbare middelen weergegeven, ingedeeld in
incidentele middelen, bijvoorbeeld incidentele bijdrage Ondermijning, en structurele
middelen, bijvoorbeeld Versterking ondermijning.
Een specificatie van de besteding naar opgaven is opgenomen in de financiële bijlage
van de Najaarsbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.4
Vraag 3
Klopt het dat dit bedrag (grotendeels) is besteed aan vele projecten, werkoverleggen
en/of taskforces? Zo nee, waar is het dan aan besteed?
Antwoord 3
Het geld is besteed aan de brede aanpak van ondermijnende criminaliteit. We hebben
over de hele linie geïnvesteerd: van het voorkomen van georganiseerde criminaliteit,
tot het doorbreken, stoppen en bestraffen als die criminaliteit toch plaatsvindt.
Zo zijn er nu structureel meer mensen om de organisaties die zich bezig houden met
de aanpak van ondermijning te versterken, zoals de politie en het Openbaar Ministerie.
Daar komen ook in de komende jaren nog meer mensen bij. Er is geld voor werkwijzen
zoals digitale opsporing en kunstmatige intelligentie, en verbetering van bijv. forensische
opsporing. Met het Ondermijningsfonds zijn we begonnen met vooral veel projecten in
de regio’s financieren, om te zorgen dat de aanpak zo goed mogelijk aansloot op de
lokale context en flexibel genoeg om aan te passen als dat nodig bleek. De projecten
waren bedoeld om in een afgebakende periode een probleem op te lossen of het fundament
voor de toekomstige oplossing te bouwen. Bijvoorbeeld door de lokale vastgoedsector
goed in beeld te krijgen zodat criminelen daar minder kansen krijgen, of vissers weerbaarder
te maken tegen verzoeken om drugs op te pikken op zee.5
Over al deze middelen is de Tweede Kamer in de volgende brieven geïnformeerd:
Kamerstuk 29 911, nr. 212: Versterking aanpak ondermijning: actuele stand van zaken. Bevat uitwerking van het
Ondermijningsfonds (€ 100 mln.) en de toelichting over hoe de gelden zijn verdeeld
over de regio’s t.b.v. de regionale versterking.
Kamerstuk 29 911, nr. 254: Contouren breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. In deze brief wordt geschetst hoe het incidentele geld van de Najaarsnota 2019 zal
worden besteed.
Kamerstuk 29 911, nr. 281: Uitwerking breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. In deze brief is uitgewerkt hoe het geld wat bij Voorjaarsnota 2020 beschikbaar kwam
werd verdeeld.
Kamerstuk 29 911, nr. 329: Extra investeringen in het breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit. Deze brief bevat de verdeling van de middelen die met de ontwerpbegroting 2022 beschikbaar
zijn gesteld.
Vraag 4
Ten koste van welke onderdelen van de bestrijding van criminaliteit is het betreffende
bedrag gebracht? Is er geld weggehaald (op welke begrotingstechnische manier dan ook)
bij de politie?
Antwoord 4
Het bedrag is niet ten koste gegaan van andere onderdelen van de bestrijding van criminaliteit:
er zijn extra middelen beschikbaar gesteld. Met deze middelen is de aanpak langs de
gehele linie versterkt. Ook in de politie is fors geïnvesteerd. Naast de structurele
middelen (€ 434 miljoen) die met de ontwerpbegroting 2022 beschikbaar zijn gekomen
voor de aanpak van ondermijning, is er vanuit de motie-Hermans (€ 200 miljoen) geïnvesteerd
in de politie. Ook maakt het kabinet met het coalitieakkoord Rutte IV € 200 miljoen
euro vrij voor de politie. Vanuit al deze gelden wordt in totaal voor ruim € 500 miljoen
geïnvesteerd in de politie.
Vraag 5
Hoeveel agenten (blauw op straat) vertegenwoordigt een bedrag van € 900 miljoen?
Antwoord 5
Het uitgangspunt van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is
dat alleen een aanpak over de gehele linie (van preventie tot repressie) en op alle
niveaus (van lokaal tot nationaal tot internationaal) succesvol kan zijn in het duurzaam
terugdringen van deze zware criminaliteit. Blauw op straat maakt daar een belangrijk
onderdeel van uit, maar alleen extra agenten gaat niet zorgen voor minder (georganiseerde)
criminaliteit, of in het algemeen meer veiligheid voor Nederland. Ondermijnende criminaliteit
speelt zich immers niet alleen af op straat. Daarom besteden we ook geld aan bijv.
preventie, het afpakken van crimineel geld en het voorkomen dat drugs ons land binnenkomen.
Gelet op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, is het daarnaast niet reëel dat voor
€ 900 miljoen aan agenten geworven zou kunnen worden. Verder zijn agenten het meest
waardevol als zij hun werk kunnen doen in de brede aanpak van georganiseerde, ondermijnende
criminaliteit. Daarom hebben we naast extra geld voor de politie ook middelen vrijgemaakt
voor andere essentiële partners binnen de brede aanpak, zoals het Openbaar Ministerie,
de rechtspraak, de Dienst Justitiële Inrichtingen en de reclassering. Qua agenten
gaat het niet alleen om blauw op straat, maar ook om rechercheurs met specialistische
kennis, zoals cyber of financieel. Het oprollen van criminele netwerken vergt nauwe
samenwerking, ook met organisaties zoals de FIOD en de Douane.
Vraag 6
Hoe gaat u het vertrouwen van de deskundigen en betrokken organisaties terugwinnen
zodat de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit hier niet onder lijdt, nu
blijkt dat de vorige Minister alle adviezen en waarschuwingen van alle deskundigen
en betrokken organisaties naast zich neer heeft gelegd?
Antwoord 6
Bij het vormen van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, gaan we altijd in gesprek
met betrokken organisaties en deskundigen. De huidige aanpak is bijvoorbeeld voor
een groot deel gebaseerd op het Pact van de Rechtsstaat, een document wat is opgesteld in overleg met het Strategisch Beraad Ondermijning6, waar alle betrokken partijen in vertegenwoordigd zijn.
Ik neem aan dat u bij deze vraag specifiek doelt op de uitspraken die de verschillende
deskundigen hebben gedaan in de publicaties over het Multidisciplinair Interventie
Team (MIT). Het MIT is destijds opgericht na de moord op advocaat Derk Wiersum. De
zes deelnemende organisaties zijn vanaf de start betrokken bij de planvorming en de
uitwerking van de besluitvorming, waarbij zes kwartiermakers -afkomstig uit de zes
deelnemende organisaties- de plannen hebben opgesteld. Het MIT was een samenwerkingsverband
van de bestaande handhaving-, toezicht- en opsporingsorganisaties.
Ik ben direct na aantreden als Minister in gesprek gegaan met zowel mensen van de
werkvloer als uit de leiding van de samenwerkende diensten in het MIT, wetenschappers
en andere professionals die bij het samenwerkingsverband betrokken zijn (geweest)
en/of ontwikkelingen van het MIT hebben gevolgd. Hieruit zijn twee dingen gebleken:
Er is veel consensus over de noodzaak van samenwerking om informatie te kunnen delen
voor een effectievere aanpak van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.
De diensten hebben samen veel beter zicht op criminele fenomenen en onderliggende
structuren dan zij alleen op basis van hun eigen informatie kunnen krijgen.
Maar tegelijk ook kritiek, omdat er in de opbouw van het MIT discussie en onduidelijkheid
was over aansturing bij interventies en operationele slagkracht van betrokken moederorganisaties.
Daarom heb ik gekozen voor een nieuw samenwerkingsverband, de Nationale Samenwerking
tegen Ondermijnende Criminaliteit, met een aangescherpte focus. Ik ga hier verder
op in, in de Najaarsbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
Vraag 7
Kunt u garanderen dat de vervanger van het Multidisciplinaire Interventie Team (MIT),
de Nationale Samenwerking Ondermijnende Criminaliteit (NSOC), wel een succes gaat
worden en niet het zoveelste politieke prestigeproject?
Antwoord 7
NSOC heeft een aangescherpte operationele focus ten opzicht van het MIT, met als kerntaak
het ontvlechten van de (financiële) verwevenheid van onder- en bovenwereld door met
gerichte interventies te belemmeren dat de maatschappelijke infrastructuur wordt misbruikt
voor criminele doeleinden. Daarbinnen richt het actieplan NSOC zich op het bestrijden
van misbruik van Nederland als handelsland voor criminele waarde verplaatsingen en
het verstoren van criminele bedrijfsprocessen. Hierbij wordt gefocust op vier onderwerpen:
Trade Based Money Laundering (TBML), financiële dienstverleners, logistieke dienstverleners
rondom de Nederlandse knooppunten en de aanpak van corruptie en geweld.
Succes is daarbij nooit gegarandeerd, zeker niet in een werkveld waar voor criminelen
zoveel op het spel staat. Ik kan u wel garanderen dat het hier niet gaat om het «zoveelste
politieke prestigeproject». Zoals ook wordt onderkend door de experts die geïnterviewd
zijn voor de publicaties van Investico, Argos en de Groene Amsterdammer, is het van
groot belang om inzicht te krijgen in de criminele structuren en hun verdienmodellen
aan te pakken. We monitoren uiteraard de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband
in deze vorm. Komend jaar zullen we samen met het veld beoordelen hoe het verder gaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.