Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het bericht 'VWS blijft dwangsommen betalen voor het niet openbaren Sywert-communicatie'
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Langdurige Zorg over het bericht «VWS blijft dwangsommen betalen voor het niet openbaren Sywert-communicatie» (ingezonden 13 oktober 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Langdurige Zorg en Sport (ontvangen 3 november 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «VWS blijft dwangsommen betalen voor het niet
openbaren Sywert-communicatie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom u nog altijd niet kunt voldoen aan de uitspraak van de rechter
om de interne communicatie rondom de zogenaamde «Sywert-deal» vrij te geven?
Antwoord 2
Wij verwijzen hiervoor naar de brief die we op 12 oktober jongstleden2 naar uw Kamer hebben gezonden. Hierin hebben wij u onder andere gemeld dat ten eerste
recent is verduidelijkt dat voor zover bewindspersonen via chatberichten met elkaar
overleggen, dit overleg bescherming verdient uit oogpunt van eenheid van kabinetsbeleid.
Deze lijn strekt zich ook uit tot passages in andere chat- en sms berichten waarin
verslag wordt gedaan van deze overleggen. De betrokken chat- en sms berichten dienen
hierop te worden beoordeeld. Eerder was er Rijksbreed onvoldoende helderheid over
hoe in deze context omgegaan moest worden met chat- en sms berichten.
Ten tweede is duidelijk geworden dat de voor het desbetreffende verzoek geselecteerde
chat- en sms berichten nog niet compleet zijn. Tijdens het zienswijze traject is gebleken
dat de selectie van (onderdelen van) berichten niet eenduidig is geweest en dat niet
alle corona gerelateerde chat- en sms berichten daarin zijn meegenomen. De geselecteerde
chat- en sms berichten dienen hierop te worden aangevuld en te worden beoordeeld.
Dit is van belang zodat een zo volledig mogelijk beeld van de desbetreffende chatconversaties
ontstaat.
Hieraan ligt ten grondslag dat het op een juiste manier bewaren van chat- en sms berichten
uitermate complex is gebleken en extra aandacht verdient uit oogpunt van archief-
en privacy regelgeving. Het samenspel van de archiefwetgeving, Woo en privacy-rechtelijke
regels waaraan bij dit verzamel- en bewaarproces moet worden voldaan, maakt de situatie
extra complex. Het selecteren en beoordelen van de documenten vergt veel capaciteit,
te meer omdat de wijze van archivering en de stand van de informatiehuishouding maken
dat veel werkzaamheden handmatig dienen te gebeuren. Denk daarbij ook aan het gereed
maken van de chat- en sms berichten voor de beoordeling op grond van de Woo. Er dient
een (technisch) proces plaats te vinden om de berichten op een correcte manier doorzoekbaar
te maken, ze te kunnen bewaren en vervolgens ook geschikt te maken om juridisch te
laten beoordelen op grond van de Woo. Dit maakt dat eerst dit proces moet worden doorlopen,
voordat het openbaarmakingsproces in gang kan worden gezet.
Vraag 3
Hoe verhoudt zich de hinder die uw departement ondervindt van de overvraging van informatieverzoeken
met betrekking tot de coronapandemie, ten opzichte van de hinder die het Nederlandse
volk en de Kamer ondervindt van het gebrek aan openheid en transparantie van het kabinet
over de gemaakte beleidskeuzes met betrekking tot de coronapandemie in het algemeen
en de Sywert-deal in het bijzonder?
Antwoord 3
Het Ministerie van VWS werkt met man en macht om de informatie openbaar te maken.
We hechten net zo zeer aan transparantie als u, VWS wil zo transparant mogelijk zijn
over de crisisbestrijding. Het gaat echter om zeer veel en omvangrijke documenten.
Noch de Wob, noch de Woo is toegerust voor zo’n grote hoeveelheden documenten.
Bij de totstandkoming van de Woo is onvoldoende voorzien in (crisis)situaties, waarin
door de hectiek en de vereiste snelheid van handelen omvangrijke hoeveelheden documenten
zich niet altijd in de reguliere document management systemen bevinden. Het vergt
zeer veel capaciteit om de documenten te verzamelen, selecteren en beoordelen. Mede
gezien de grote hoeveelheden documenten waar het hier over gaat en de huidige arbeidsmarkt,
die het complex maakt de beschikbare capaciteit op peil te houden, laat staan uit
te breiden, vergt openbaarmaking meer tijd.
Om toch zo veel mogelijk verzoekers te kunnen voorzien van informatie, heeft het Ministerie
van VWS een aangepaste werkwijze voor de afhandeling van Woo-verzoeken betreffende
de coronabestrijding. Bij deze werkwijze worden stukken rondom de coronacrisis gefaseerd
vrijgegeven. Dit betekent dat er per categorie en per maand documenten openbaar worden
gemaakt. Deze werkwijze is ingevoerd gelet op de grote hoeveelheid corona-gerelateerde
documenten (op dit moment meer dan 7,2 miljoen) die krachtens de Woo zo snel mogelijk
moeten worden verwerkt. En het gaat om een zeer groot aantal Wob-verzoeken (inmiddels
ruim 380). De Raad van State heeft in haar uitspraken van 20 oktober 20213 de behandeling van verzoeken om informatie over het coronavirus in stand gelaten.
Het Ministerie van VWS heeft inmiddels zo’n 600.000 documenten verwerkt, en 108 corona-gerelateerde
verzoeken afgedaan, voorzover het gaat over corona-gerelateerde documenten als mails
en nota’s.
Vraag 4
Kunt u aangeven op welke absolute of relatieve weigeringsgronden u zich baseert om
de communicatie nog steeds niet vrij te geven? Kunt u een uitgebreide verklaring geven
met een uiteenzetting van de gronden met betrekking tot de betreffende communicatie?
Antwoord 4
Nee. De weigeringsgronden zijn onderdeel van het nog te nemen Woo-besluit. Voor de
redenen van de vertraging verwijs ik u naar het antwoord van vraag 2.
Vraag 5
Bent u niet van mening dat het openbaar maken van deze communicatie het publieke belang
van een goede en democratische bestuursvoering dient?
Antwoord 5
Ja. Het Ministerie van VWS doet er alles aan om verzoekers zo snel en zo doelgericht
mogelijk van informatie te voorzien met in achtneming van de zorgvuldigheidseisen
die de Woo stelt. Zo stelt de wet ook eisen betreffende privacy en bedrijfsgeheimen.
Vraag 6
Kunt u uitleggen waarom van de communicatie die op dit moment wel al is verzameld
nog nader bepaald moet worden wat kan worden vrijgegeven en wat niet? Welke informatie
zou potentieel niet vrijgegeven kunnen worden en waarom niet? Welke afwegingen worden
daarbij gemaakt? Prevaleert het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering
hierbij (inmiddels) niet boven ieder ander belang?
Antwoord 6
We verwijzen u hiervoor naar het antwoord op vraag 2. De chat- en sms berichten dienen
nog beoordeeld te worden op vertrouwelijkheid uit oogpunt van eenheid van kabinetsbeleid.
We kunnen niet vooruitlopen op de uitkomst van die beoordeling of de daarin te maken
afwegingen. Dit is onderdeel van het nog te nemen Woo-besluit.
Vraag 7
Aangezien er grote sommen gemeenschapsgeld gemoeid waren met de zogenaamde «Sywert-deal»,
bent u dan niet van mening dat het Nederlandse volk recht heeft op volledige en compleet
transparante verantwoording over en specificaties van deze deal?
Antwoord 7
Ja, met dien verstande dat op grond van de Woo ook bepaalde zorgvuldigheidsvereisten
in acht genomen moeten worden. Het Ministerie van VWS doet er alles aan om verzoekers
zo snel en zo doelgericht mogelijk van informatie te voorzien met in achtneming van
deze zorgvuldigheidseisen.
Vraag 8
Reflecteert u inmiddels anders op de uitspraak die hoogleraar staatsrecht de heer
Voermans in juni jongstleden al deed, dat het weigeren deze communicatie vrij te geven
«in strijd met zowat alle openbaarheids- en archiefregels die we hebben» is? Bent
u inmiddels wel van mening dat het handelen van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport in deze kwestie ernstig in strijd is met deze openbaarheids- en archiefregels?
Of bent u het eens met de uitspraken van ambtenaren van het Ministerie dat deze keuze
«juridisch verdedigbaar» is? Zo ja, kunt u dat dan verantwoorden?
Antwoord 8
Zie antwoord vraag 3.
Vraag 9
Hoe reflecteert u op het feit dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
inmiddels duizenden euro’s aan dwangsommen moet betalen, welke worden bekostigd middels
gemeenschapsgeld, waarmee de burger dus defacto zelf opdraait voor het feit dat hem
democratische bestuursvoering wordt ontzegd? Op welke manier vindt u dit te rechtvaardigen?
Antwoord 9
We betreuren dat het niet gelukt is om binnen de door de rechter opgelegde termijn
volledig aan de desbetreffende Wob/Woo-verzoeken te voldoen. Dat geldt ook voor het
verbeuren van dwangsommen. We zijn doordrongen van het belang van tijdige besluitvorming
en transparantie. Alles is er dan ook op gericht om zo snel als mogelijk op de verzoeken
om informatie te beslissen (voor zover dat nog niet gebeurd is) en het verbeuren van
dwangsommen te voorkomen.
Vraag 10
Welk bedrag aan dwangsommen acht u nog redelijk om te moeten betalen voor het niet
vrijgeven van de betreffende communicatie? Zit er een maximum aan dit bedrag en welke
afwegingen liggen ten grondslag aan deze bepaling, met het oog op het daarmee gemoeide
gemeenschapsgeld?
Antwoord 10
Zie antwoord vraag 9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.