Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Akerboom en Vestering over het levensbelang van de natuur voor mens, dier en het oplossen van de klimaat- en biodiversiteitscrises
Vragen van de leden Akerboom en Vestering (beiden PvdD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het levensbelang van de natuur voor mens, dier en het oplossen van de klimaat- en biodiversiteitscrises (ingezonden 14 oktober 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 2 november
2022).
Vraag 1
Kent u de berichten «Twee crises, één oplossing: meer natuur» en «WNF: populaties
wilde dieren blijven afnemen, er moet nu iets gebeuren»?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat sinds 1970 dierpopulaties met 69 procent zijn afgenomen,
voornamelijk als gevolg van landbouw, klimaatverandering, overbevissing, stroperij
en vervuiling?
Antwoord 2
Dit is opnieuw een zeer zorgwekkend bericht dat aansluit bij de berichtgeving van
eerdere rapporten, waaronder van het Intergovernmental Platform on Biodiversity and Ecosystem Services
3. Ik blijf mij inzetten voor het beschermen en versterken van de Nederlandse natuur
en de daarin levende soorten. Daarnaast zet Nederland zich internationaal in voor
het behoud van biodiversiteit en de bescherming van soorten. Dit zal ook tot uitdrukking
komen in de Nederlandse onderhandelingsinzet bij de bijeenkomsten van het VN-Biodiversiteitsverdrag
(CBD) en het VN verdrag over de handel in bedreigde soorten (CITES), later dit jaar.
Vraag 3
Onderschrijft u de onlosmakelijke link tussen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies?
Onderschrijft u hoe klimaatverandering impact heeft op de natuur als gevolg van bosbranden
en droogte, maar hoe vice versa biodiversiteit en natuur bijdragen aan het opvangen
en mitigeren van de klimaatverandering door onder andere het opslaan van CO2 in zowel bomen als oceanen?
Antwoord 3
Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zijn twee van de grootste uitdagingen
van deze tijd en twee kanten van dezelfde medaille. Met het verlies aan biodiversiteit
verliezen we niet alleen natuur, maar ook een deel van onze beste verdediging tegen
klimaatverandering. Ik zet mij er dan ook voor in om klimaat en biodiversiteit in
samenhang aan te pakken op zowel nationaal als internationaal niveau.
Vraag 4
Erkent u dat de wereld in een beslissende fase is gekomen (de jaren tot 2030 worden
ook wel de «deciding decade» genoemd), waarin alles op alles gezet moet worden om
de natuur en biodiversiteit van de ondergang te redden, terwijl het redden van de
natuur ook de oplossing is van de klimaatcrisis? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat
u ervoor zorgen dat Nederland zijn eigen voetafdruk in de komende jaren drastisch
naar beneden bijstelt?
Antwoord 4
Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zijn het meest succesvol te bestrijden
als dat in onderlinge samenhang gebeurt. Voor beide crises geldt dat de komende jaren
cruciaal zijn om de schadelijke gevolgen te beperken. Het kabinet zet daar op in middels
onder meer een forse reductie van broeikasgassen, het versnellen van de circulaire
economie en de transitie naar een natuurinclusieve samenleving. In het kader van het
nationale strategie en actieplan biodiversiteit (NBSAP) zal het kabinet met een nadere
uitwerking komen van de stappen die gezet worden om de Nederlandse (ecologische) voetafdruk
te verkleinen (zie ook Kenmerk 2022Z17173).
Vraag 5
Onderschrijft u de conclusie van de directeur van het Wereld Natuur Fonds (WNF) dat
de oplossing voor zowel de klimaat- als de biodiversiteitscrises meer natuur is? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, welke rol zouden gezonde oceanen en specifiek de Noordzee
hierin kunnen spelen?
Antwoord 5
Het realiseren van meer natuur op land en zee kan een belangrijke bijdrage leveren
aan het oplossen van zowel de klimaat- als de biodiversiteitscrises. Gezonde zeeën
en oceanen vervullen belangrijke functies voor klimaat, natuur en economie. Daarom
moeten we bij ons gebruik de ecologische draagkracht van zeeën en oceanen in acht
nemen. Door een combinatie van bescherming, herstel en duurzaam gebruik kan deze draagkracht
geborgd blijven en wordt het natuurlijk kapitaal, van onder meer de Noordzee, vergroot.
Het kabinet maakt zich hard voor de uitvoering van het Noordzeeakkoord waarin de energie-,
voedsel- en natuurtransitie samenkomen.
Vraag 6
Gezien het belang van natuur, bent u het eens met eerdere rapporten van het Planbureau
voor de Leefomgeving (PBL) waarin staat dat er minstens 150.000 hectare nieuwe natuur
bij moet in Nederland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat er
meer natuur (van waarde voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten) bijkomt in Nederland?4, 5
Antwoord 6
Rapportages van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geven inderdaad aan dat
uitbreiding van leefgebied nodig is voor het uiteindelijk realiseren van een gunstige
staat van instandhouding van de natuur in Nederland. De schatting van 150.000 hectare
hoort bij een specifiek scenario dat PBL heeft doorgerekend: scenario «Hoger doelbereik».
In het coalitieakkoord is uitbreiding van het natuurareaal ook als ambitie opgenomen
om de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn dichterbij te brengen. Via het Nationaal
Programma Landelijk Gebied wil het kabinet een verdere impuls geven aan de inrichting
van het landelijk gebied, ook voor wat betreft de natuur. Later dit jaar ontvangt
uw Kamer de nadere uitwerking van het NPLG voor onder andere de natuurdoelen. Dat
geeft ook meer inzicht in de verwachte hectareopgave in het landelijk gebied, zowel
met betrekking tot natuurgebieden als natuurinclusief landbouwareaal.
Vraag 7
Wat dacht u toen u las dat mede-opsteller van het rapport van het WNF, Monique Grooten,
stelt dat de toekomst van de aarde op ons bord ligt en we snel meer plantaardig zullen
moeten gaan eten?
Antwoord 7
Het belang van een verandering in ons dieet van dierlijke naar plantaardige eiwitten
onderschrijf ik. Daarom heb ik de doelstelling van een verandering van 6040% nu naar
5050% in 2030 opgenomen als een van de doelstellingen van het nieuwe voedselbeleid
in de brief aan de Kamer van 29 maart jl. (Kamerstuk 31 532, nr. 271) en in de Nationale Eiwit Strategie (Kamerstuk 35 925-XIV, nr. 156). Via het Voedingscentrum worden consumenten geïnformeerd en gestimuleerd om meer
volgens de Schijf van Vijf te eten, met daarbinnen een balans tussen plantaardige
en dierlijke eiwitten. Er loopt daarnaast een onderzoek voor een versnellingsagenda,
gericht op de extra stappen die nodig zijn om deze doelstelling te bereiken. Ik verwacht
daar de eerste resultaten van begin volgend jaar. Deze zullen meegenomen worden in
een nadere concretisering van het voedselbeleid, waarover ik u komend voorjaar per
brief zal informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.