Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over de bereikbaarheid van acute zorg in Rotterdam-Rijnmond en omgeving
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de bereikbaarheid van acute zorg in Rotterdam-Rijnmond en omgeving (ingezonden 28 september 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 346.
Vraag 1
Bent u bekend met het dashboard van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond met de
aanrijtijden van ambulances?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie, aangezien bij A1-incidenten een ambulance in 95% van de gevallen
binnen vijftien minuten ter plaatse dient te zijn, dat bij diverse gemeenten in deze
regio het percentage daar zeer regelmatig ver onder ligt?
Antwoord 2
De streefnorm2 die in de Regeling Ambulancezorgvoorzieningen is opgenomen geldt voor de gehele Veiligheidsregio
en niet voor afzonderlijke locaties of gemeenten. Deze streefnorm houdt in dat bij
een A1-melding in 95% van de gevallen binnen 15 minuten een ambulance ter plaatse
is. Landelijk gezien was in 2021 95% van de A1-inzetten de ambulance binnen 16:44
minuten ter plaatse. Voor de regio Rotterdam-Rijnmond was dit in 2021 18:15 minuten.
Dat betekent dat voor 95% van deze ritten de ambulance er maximaal 18:15 minuten over
deed om ter plaatse te zijn. Hoewel de streefnorm daarmee niet gehaald wordt, is de
gemiddelde responstijd voor alle A1-inzetten wel 10:42 minuten voor deze regio. Dit
betekent dat het grootste gedeelte van A1-inzetten er veel sneller was dan 15 minuten.
Een hoge aanrijtijd betekent overigens niet dat de patiëntveiligheid en continuïteit
van zorg per definitie in gevaar is. De NZa licht toe dat zowel de regionale ambulancevoorzieningen
(RAV’s) als zorgverzekeraars aangeven dat de ambulances met echte spoed de patiënt
op tijd bereiken. Wel moet de meldkamer vaker keuzes maken bij gelijktijdigheid van
ambulanceaanvragen, door onder andere een grote toename van vraag naar ambulancezorg
en personeelstekorten. Een niet-levensbedreigende melding zal dan soms langer moeten
wachten.
De RAV Rotterdam-Rijnmond geeft aan dat zij het streven hebben om de A1-prestaties
binnen het verzorgingsgebied zo goed en zo snel mogelijk te leveren. De geografie
van de regio en verschillen in de bevolkingsdichtheden leiden er echter bijna automatisch
toe dat de prestaties binnen de regio en op verschillende momenten in de week en gedurende
een etmaal zullen verschillen.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat hiervan de reden is en in het bijzonder of dit te maken heeft
met verouderde software?
Antwoord 3
Zowel landelijk als binnen de regio Rotterdam-Rijnmond is sprake van een grote toename
van de vraag naar ambulancezorg. Zo geeft RAV Rotterdam-Rijnmond aan dat binnen hun
regio het aantal A1-spoedritten in het eerste halfjaar van 2022 is toegenomen met
bijna 13% ten opzichte van 2021 en het aantal A2-ritten met ruim 11%.
Bovendien is er ook sprake van een schaarste aan personeel, met name aan ambulanceverpleegkundigen.
De RAV Rotterdam-Rijnmond geeft aan maximaal in te zetten op werving van ambulanceverpleegkundigen
en heeft extra maatregelen genomen in differentiatie van hoog-, midden-, en laagcomplexe
ambulancezorg om te zorgen dat er voldoende capaciteit is voor spoedritten. De RAV
heeft hierover ook gecommuniceerd met het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio
en blijft in gesprek met de zorgverzekeraar over het omgaan met de schaarste aan personeel
en het leveren van de diensten.
De RAV Rotterdam-Rijnmond laat weten op dit moment op de meldkamer ambulancezorg geen
gebruik te maken van kunstmatige intelligentie voor de operationele spreiding van
ambulances. Wel worden ter bepaling van de optimale locatie van opkomst- en postlocaties
met behulp van een gespecialiseerd softwarepakket scenario’s doorgerekend, waarvan
de uitkomsten in de vorm van werkinstructies aan de meldkamer worden meegegeven. De
meldkamer ambulancezorg spant zich tot het uiterste in om met de beschikbare capaciteit
goede zorg te leveren. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij op piekmomenten
de zorgvraag groter is dan het aantal beschikbare ambulances. Er is dus geen sprake
van het gebruik van verouderde software.
Vraag 4
Welke acties gaat u ondernemen om het percentage te verhogen?
Antwoord 4
In de eerste plaats hebben zorgverzekeraars een wettelijke zorgplicht en hebben zij
de taak om te zorgen dat de patiënt tijdige, bereikbare en kwalitatief goede zorg
krijgt. Momenteel zien we dat de uitdagingen in de acute zorg zo groot zijn dat er
(beleidsmatige) verandering nodig is om te zorgen dat voor iedereen de kwalitatief
goede acute zorg toegankelijk blijft. Zoals ik in de Beleidsagenda toekomstbestendige
acute zorg3 heb aangekondigd, zet ik in op het verder ontwikkelen van zorgcoördinatie waardoor
de patiënt op de juiste plek door de juiste persoon wordt behandeld, er beter zicht
en sturing is op capaciteit in de regio, opstopping wordt voorkomen en de doorstroom
van patiënten in de acute zorgketen verbetert. Hierdoor zou een deel van de vraag
naar ambulancezorg mogelijk worden opgevangen door bijvoorbeeld de huisarts(enpost)
of wijkverpleging. Daarnaast heeft Ambulancezorg Nederland (AZN) een nieuwe urgentie-indeling
ontwikkeld voor de ambulancezorg en is zij in 2022 gestart met de voorbereiding van
de implementatie. Het doel van de nieuwe indeling is om de kwaliteit van de ambulancezorg
te verbeteren. De nieuwe urgentie-indeling doet meer recht aan de medische behoeften
van patiënten en is meer medisch logisch opgebouwd. Het is de bedoeling dat de ambulance
sneller ter plaatse is als het echt nodig is, ook bij rampen en ongevallen, en dat
in andere gevallen iets meer tijd wordt genomen om meteen de juiste zorg op de juiste
plek in te zetten.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat Rotterdam The Hague Airport (RTHA) onlangs aan het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport gevraagd heeft om spoedig de mogelijkheden te bezien om bij te dragen
aan een oplossing voor de dreigende overschrijding van de grenswaarden van een of
meer handhavingspunten voor geluid rondom de luchthaven?4
Klopt de conclusie dat hiermee gedoeld wordt op de inzet van de traumahelikopter?
Antwoord 5 en 6
Nee. Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heeft het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat geïnformeerd over een dreigende overschrijding van de grenswaarden voor
geluid. In zijn brief aan uw Kamer van 12 september jl. en in antwoord op vragen van
het lid Boucke (D66) heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voorts
aangegeven dat het de verantwoordelijkheid van de luchthaven is om er in overleg met
de gebruikers voor te zorgen dat de grenswaarden niet overschreden worden. Ook is
daarin aangegeven dat het Ministerie van IenW daarnaast overleg voert met de Ministeries
van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het gebruik van
RTHA door de politiehelikopter en de helikopter van het Mobiel Medisch Team (MMT-helikopter;
vaak ook traumahelikopter genoemd).
Vraag 7
Deelt u de mening dat de inzet van de traumahelikopter vanaf Rotterdam The Hague Airport
belangrijk is voor bereikbaarheid van de acute zorg in Zuidwest-Nederland? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, heeft u RTHA al laten weten geen mogelijkheden te zien om bij
te dragen aan een oplossing van de overschrijding?
Antwoord 7
De MMT-helikopter die vanaf RTHA vliegt heeft, net als de andere drie MMT-helikopters
die elders in het land gestationeerd zijn, inderdaad een bovenregionale functie. Zij
zijn niet zozeer bepalend voor de algehele bereikbaarheid van de acute zorg, waarbij
de ambulancezorg een belangrijke rol speelt, maar ze hebben wel een specifieke functie
in het verlenen van urgente, vaak hoog-complexe prehospitale zorg die alleen door
een dergelijk team kan worden verleend. Juist door deze functie voeren zij vaak levensreddende
en/of gezondheidsschadebeperkende handelingen uit, waarmee zij een toegevoegde waarde
vormen bovenop de ambulancezorg. Wetenschappelijk onderzoek wijst ook uit dat de inzet
van het MMT tot significant meer gewonnen levens leidt dan alleen ambulancezorg. Zonder
de mogelijkheid van het inzetten van een MMT-helikopter is het aannemelijk dat voor
de patiëntengroep waarvoor MMT-inzet nodig is, de kwaliteit van leven sterk zal verminderen
en dat zelfs patiënten komen te overlijden. Het beperken van de inzet van het MMT
is dan ook geen realistische mogelijkheid, niet voor de korte termijn maar ook niet
voor volgende gebruiksjaren. Uiteraard wordt voor zowel de MMT-inzet als voor al het
andere luchtverkeer op RTHA doorlopend gekeken naar het voorkomen van onnodige overlast
voor omwonenden.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport van het jaar 2023?
Antwoord 8
Vanwege nadere afstemming kon ik de antwoorden niet voor de begrotingsbehandeling
sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.