Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het op grote schaal dumpen van plastic afval in landen als Vietnam & Indonesië door Nederland
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het op grote schaal dumpen van plastic afval in landen als Vietnam & Indonesië door Nederland (ingezonden 14 september 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 31 oktober
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 236Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 239.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van de Plastic Soup Foundation waaruit blijkt dat Nederland
een belangrijke spil is in het exporteren van plastic afval naar niet-westerse landen
die dit afval vaak niet kunnen verwerken?1.
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit rapport.
Vraag 2
Wat is de verklaring voor het feit dat de plasticafvalstroom vanuit Nederland naar
niet-westerse landen tussen 2020 en 2021 ruim verdubbeld is ondanks de aangescherpte
regels die door het Verdrag van Bazel van kracht zijn geworden om kwetsbare landen
te beschermen?
Antwoord 2
Dit zijn cijfers die ook bij het kabinet vragen oproepen en met interesse worden bekeken.
Een mogelijke verklaring is dat in de afgelopen jaren, tijdens de coronacrisis, de
vraag naar onder meer verpakkingsmateriaal aanzienlijk is toegenomen vanwege internetaankopen.
Zo was eveneens sprake van een sterk gegroeide vraag naar papier en karton. Dit betekende
dan ook een toename van kunststof- en kartonafval, die Nederlandse en Europese verwerkers
niet aankunnen. Of deze trend doorzet is op dit moment nog niet bekend. Overigens
is de Inspectie Leefomgeving en Transport in samenwerking met de douane streng blijven
controleren op de kwaliteit en bestemming van de geëxporteerde partijen kunststof.
Vraag 3
Acht u het verantwoord om plastic te blijven exporteren naar Indonesië, aangezien
uit onderzoek blijkt dat het land een recycle capaciteit heeft van 730.000 ton, maar
er 12,24 miljoen ton plastic afval in totaal is in Indonesië?2
Antwoord 3
Uit onze contacten met de Indonesische overheid en hun reactie aan de Europese Commissie
over de wijze waarop zij de import van kunststof afval willen reguleren, kan worden
vastgesteld dat, hoewel geen EVOA-kennisgeving vereist is, geen vrije import mogelijk
is en controle door de Indonesische overheid plaatsvindt. Het schone, goed recyclebare
kunststof afval uit de EU kan mogelijk niet eenvoudig worden vervangen door binnenlands
kunststofafval. Ik zie daarom geen noodzaak de export – zolang deze aan de strenge
eisen voldoet – tegen te gaan. Wel ben ik van mening dat de regels voor export uit
de EU verder moeten worden aangescherpt, wat op dit moment ook gebeurt in de huidige
herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Daarin beoogt
de Europese Commissie dat de export van afval wordt beperkt en alleen wordt toegestaan
als gericht wordt gestuurd op milieuverantwoordelijke verwerking. Importerende niet-OESO
landen (zoals Indonesië) moeten zelf een verzoek indienen om aan te geven dat de afvalstroom
welkom is én exporteurs moeten via onafhankelijke audits aantonen dat afval ook echt
op vergelijkbare wijze als in de EU wordt verwerkt. Daarbij dienen zij jaarlijks,
openbaar en elektronisch informatie beschikbaar te stellen over de wijze waarop zij
aan deze verplichtingen voldoen. Lidstaten krijgen de taak hierop toe te zien.
Vraag 4
Kunt u verklaren waarom de export naar landen van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) veel minder hard is gestegen, terwijl de capaciteit
in deze landen voor het verwerken van plastic afval veel groter is?
Antwoord 4
Over de totale verwerkingscapaciteit van kunststof afval in de diverse landen heb
ik geen informatie. Er zijn wel berichten dat verwerkers van kunststof afval in China
hun activiteit hebben verplaatst naar andere landen, waaronder Vietnam en op deze
wijze weer secundaire grondstoffen leveren aan de Chinese maakindustrie.
Vraag 5
Wat is uw appreciatie van het feit dat een deel van het plastic dat Nederland exporteert,
terecht komt in de voortuin van kinderen in Indonesië?
Antwoord 5
Uiteraard is dit niet de bedoeling. Het kabinet vindt het onacceptabel dat Nederlands
kunststof in Indonesië in de natuur belandt of daar op onveilige wijze wordt verbrand.
De regels schrijven nu al voor dat geëxporteerd kunststof daadwerkelijk gerecycled
moet worden in het land van bestemming, maar het is nodig dat er nog meer sturingsmogelijkheden
komen. De aanstaande herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen
(EVOA) beoogt een verdere aanscherping van de huidige regels die misstanden met betrekking
tot de export van afval uit de EU moet helpen voorkomen. Export wordt in dergelijke
gevallen alleen toegestaan als gericht en aantoonbaar wordt gestuurd op milieuverantwoordelijke
verwerking.
Vraag 6
Kunt u uitleggen hoe het komt dat het verschepen van afval in sommige gevallen goedkoper
is voor bedrijven dan het in Nederland verwerken van dit afval? Hoe zouden we deze
prikkel kunnen wegnemen?
Antwoord 6
Uit de douanegegevens volgt dat alle zendingen van kunststofafval een positieve financiële
waarde hebben. Dat verwerking in Azië plaatsvindt kan een gevolg zijn van gebrek aan
capaciteit in Nederland en de rest van de EU, doordat de verwerking in goedkopere
arbeidslanden financieel aantrekkelijker is, of door een hogere prijs die in die landen
wordt betaald voor de grondstof. Vanwege de hoge olieprijs is inzet van secundair
materiaal aantrekkelijk in de Aziatische maakindustrie en de vraag naar hoogwaardig
kunststof afval hoog.
De aanstaande herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA)
beoogt een flinke aanscherping van de huidige regels die misstanden met betrekking
tot de export van afval uit de EU moet helpen voorkomen. Export wordt in dergelijke
gevallen alleen toegestaan als gericht wordt gestuurd op milieuverantwoordelijke verwerking.
Vraag 7
Welke verantwoordelijkheid hebben we volgens u als Nederland om te voorkomen dat ons
Nederlandse plasticafval gedumpt wordt in de natuur in landen als Vietnam en Indonesië?
Antwoord 7
Het is onacceptabel dat Nederlands plastic in Indonesië in de natuur belandt of daar
op onveilige wijze wordt verbrand. We moeten als EU zelf in staat zijn om ons eigen
afval op een hoogwaardige manier te verwerken. Dat betekent minder kunststof gebruiken,
verpakkingen beter ontwerpen en hergebruiken en ons afval zelf recyclen. Hier zet
het kabinet dan ook actief op in. Er is in de EU echter helaas nog niet voldoende
capaciteit om al ons kunststof afval op een hoogwaardige manier te kunnen verwerken.
Tot die tijd heeft export voor hoogwaardige verwerking buiten de EU de voorkeur boven
laagwaardige verwerking binnen de EU. Daarbij is het dan wel van belang dat we kunnen
sturen op daadwerkelijk verantwoorde verwerking buiten de EU. De regelgeving op dit
vlak is in het Verdrag van Bazel al strenger geworden. In het geval van export naar
landen die niet tot de OESO behoren, zoals Indonesië en Vietnam, mag alleen schoon
en gesorteerd kunststofafval worden uitgevoerd dat geschikt is om direct gerecycled
te worden. Daarbij hanteert Nederland voor deze afvalstroom al geruime tijd een streng
regime van maximaal 2% toegestane vervuilingsgraad. Bovendien beoogt de huidige herziening
van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) een verdere, flinke aanscherping
van de huidige regels, die misstanden met betrekking tot de export van afval de EU
uit moet helpen voorkomen. Export wordt in dergelijke gevallen alleen toegestaan als
gericht wordt gestuurd op milieuverantwoordelijke verwerking.
Vraag 8
Deelt u de conclusie van het rapport dat het voor het exporterende land niet altijd
duidelijk is of het ook daadwerkelijk zo is dat het verscheepte afval daadwerkelijk
gerecycled kan worden? Kunt u aangeven of in Nederland altijd alle kennis beschikbaar
is over waar het plastic afval uiteindelijk terecht komt als we het exporteren?
Antwoord 8
Het gaat hierbij om 200 miljoen kilo kunststof afval. Het is duidelijk dat dat niet
allemaal kan worden gecontroleerd, dit gebeurt steekproefsgewijs. Uit de controles
die de ILT en de douane uitvoeren volgt dat de doorgelaten gecontroleerde transporten
alleen uit waardevol schoon kunststof bestaan. Daarnaast vraagt de ILT sinds het van
kracht worden van de striktere afvalcode voor kunststof afval op vrijwillige basis
standaardinformatie op over de opgegeven bestemming in die landen om vast te stellen
dat de bestemming werkelijk een recyclingbedrijf is. Wel heeft de ILT signalen ontvangen
dat in sommige van de bestemmingslanden de lokale (kunststof-)afvalverwerking te wensen
overlaat. Dit is echter niet iets waar de ILT als Nederlandse inspectiedienst op toe
kan zien. De inzet is dit te ondervangen met de eerdergenoemde herziening van de EVOA.
Vraag 9
Indien we niet altijd vooraf weten of ons geëxporteerde plasticafval terecht komt
in de natuur, zou dat dan niet een reden moeten zijn om te stellen dat we als Nederland
helemaal geen plastic afval meer moeten exporteren naar landen buiten de Europese
Unie gezien de desastreuze gevolgen voor mens en milieu?
Antwoord 9
Verwerking binnen de Europese Unie heeft de voorkeur. Echter zolang de Europese verwerkingscapaciteit
onvoldoende is, heeft hoogwaardige verwerking in derde landen de voorkeur boven laagwaardige
verwerking in Nederland of nabijgelegen landen.
Vraag 10
Hoe kijkt u aan tegen de uitspraak uit 2019 van toenmalig Staatssecretaris Van Veldhoven,
dat wij ons eigen plasticafval zelf zouden moeten kunnen verwerken?3
Antwoord 10
Ik sta volledig achter de uitspraak van mijn voorganger: in Nederland, en in de EU
als geheel, moeten we zelf in staat zijn om ons eigen afval op een hoogwaardige manier
te verwerken. Daar zijn we hard mee bezig, maar zover is het nu nog niet.
Vraag 11
Hoe past het exporteren van plastic afval naar niet-westerse landen binnen de ambitie
die wordt gepresenteerd in de nota «Doen waar Nederland goed in is» dat het handelsinstrumentarium
in grotere mate moet bijdragen aan duurzaamheid?
Antwoord 11
Het handelsinstrumentarium wordt ingezet om bedrijven te ondersteunen of te stimuleren
om internationaal te ondernemen. Het overgrote deel van de Nederlandse export vindt
op eigen kracht plaats, binnen de geldende wet- en regelgeving, zonder inzet van het
handelsinstrumentarium.
De ambitie uit de BHOS-nota is er inderdaad op gericht om met het handelsinstrumentarium
vergroening te stimuleren.
Daarnaast is het kabinet er voorstander van dat EU handelsakkoorden worden ingezet
om hoge standaarden op het gebied van milieu te bevorderen, naast dat deze economische
kansen scheppen en op regels gebaseerde handel promoten.
Waar het specifiek gaat om de export van plastic afval, is het kabinet voorstander
van het behouden van een prikkel voor het verbeteren van de afvalverwerking in derde
landen, in plaats van de afvalstromen volledig aan banden te leggen. Dit is in lijn
met de recente herziening van het Verdrag van Bazel en de huidige herziening van de
Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) die de exportregels nog verder
zal aanscherpen.
Vraag 12
Is het exporteren van plastic naar landen waaruit blijkt dat zij dit niet kunnen verwerken,
niet volledig in strijd met uw ambitie?
Antwoord 12
Ik verwijs u graag naar het antwoord op vraag 11.
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u om binnen de Europese Unie, als het gaat over herzien van
deEU waste shipment regulation4, te pleiten voor een totaal verbod op het verschepen van plasticafval naar landen
buiten de Europese Unie?
Antwoord 13
Zoals eerder aangegeven ondersteun ik het voorstel van de Europese Commissie om uitvoer
alleen toe te staan naar landen die hun afvalbeheer op orde hebben en die zelf aangeven
dit afval te willen verwerken in hun land. Tevens zouden op basis van het voorstel
exporteurs voortaan worden verplicht om middels onafhankelijke audits aan te tonen
dat hun afval buiten de EU op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze wordt verwerkt.
De verwerking van dat afval wordt daarmee de facto gekoppeld aan Europese eisen voor
een milieuverantwoorde verwerking en brengt op die wijze ook de standaarden in andere
landen omhoog. Een totaal verbod is daarmee niet nodig.
Vraag 14
Welke maatregelen denkt u op nationaal niveau te kunnen nemen in de tussentijd, totdat
de aangepaste Europese regelgeving van kracht is om dit probleem op te lossen?
Antwoord 14
Op basis van de ILT-brede risicoanalyse (IBRA) krijgt toezicht op afvalstoffen al
hoge prioriteit. In het kader van toezicht op de EVOA worden zendingen van kunststofafval
naar onbekende bestemmingen geblokkeerd in samenwerking met de douane en alleen vrijgegeven
als door de exporteur voldoende bewijs voor een hoogwaardige verwerking is verstrekt.
Ook zal een groot percentage van zendingen gecontroleerd blijven worden op de kwaliteit
van de afvalstoffen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.