Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paulusma en Sahla over de Verliezen in de wijkverpleging
Vragen van de leden Paulusma en Sahla (beiden D66) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de verliezen in de wijkverpleging (ingezonden 7 september 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 31 oktober 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 84.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de wijkverpleging en de verliezen
die daar worden geleden?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat in de berichtgeving naar voren komt? Zo ja, kunt u aangeven
hoe het kan dat veel wijkzorgorganisaties nu in de problemen zitten?
Antwoord 2
Ik herken de boodschap van krapte uit de IZA-gesprekken met aanbieders van wijkverpleging.
Aanbieders geven aan onvoldoende ruimte te ervaren om vorm te geven aan zaken als
goed werkgeverschap, innovatie en samenwerking. Zorgverzekeraars delen dat beeld en
hebben in het kader van het IZA afspraken gemaakt om via de contractering in te zetten
op het gezond maken van de sector.
Vraag 3
Hoe verhoudt de berichtgeving over de verliezen in de wijkverpleging zich tot eerdere
berichtgeving over het Integraal zorgakkoord (IZA) en het neerwaarts bijstellen van
de budgetten in de wijkverpleging?3
Antwoord 3
De neerwaartse bijstelling van het budgettair kader, volgt op een meerjarige onderschrijding
die is opgelopen tot ruim 1 miljard euro. Daarop is het kader neerwaarts bijgesteld
met 600 miljoen euro. Daarmee blijft een aanzienlijk deel van de onderschrijding beschikbaar
voor de inkoop van wijkverpleging door de zorgverzekeraars. Voor de financiële situatie
van zorgaanbieders is het van groot belang dat er in het IZA met ZN, ActiZ en Zorgthuis.nl
afspraken zijn gemaakt om de groei van het budgettair kader ten opzichte van de uitgaven
in 2022 direct door te vertalen naar de inkoop. De zorgverzekeraars hebben toegezegd
dat zij per 2023 IZA-conform gaan inkopen en contracteren. Zij verwachten daardoor
ten minste € 250 miljoen (bijna 8%) aan extra omzet in de wijkverpleging 2023 te realiseren
ten opzichte van de realisatie in 2022. Voor een deel (€ 175 miljoen) in de vorm van
extra middelen middels IZA-conforme contractering en inkoopafspraken (in het reguliere
inkoopproces) voor o.a. vitalisering van de sector, passende zorg en meer ruimte in
de wijk. Voor het andere deel (€ 75 miljoen, gegarandeerd) in een IZA-fonds voor wijkverpleging
onder gezamenlijke aansturing van ZN en de sector. Daarnaast wordt over de reeds bestaande
IZA-werkagenda voor wijkverpleging afgesproken dat de gezamenlijke kostentool met
bijbehorend proces in het eerste kwartaal van 2023 beschikbaar komt en dus ingezet
kan worden voor IZA-conforme contractering en verdere investering in de sector per
2024. Ik zal deze afspraken die in het IZA gemaakt zijn nauwgezet volgen.
Vraag 4
Deelt u het gevoel van de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) dat de situatie in de wijkverpleging
«zorgelijk» is?
Antwoord 4
De NZa noemt het «zorgelijk» dat zorgaanbieders niet alle benodigde zorg aan hun cliënten
kunnen bieden en ziet dat zorgaanbieders in de wijkverpleging aanlopen tegen de grenzen
van de toegankelijkheid. De NZa heeft deze zorg recent opnieuw benadrukt in haar publicatie
Stand van de Zorg. Ik neem dit signaal van de NZa serieus. Ik ga dan ook, in lijn
met en vooruitlopend op de resultaten die de IZA en WOZO-akkoorden moeten gaan opleveren,
samen met IGJ en NZa bezien wat kan helpen om casuïstiek in het hier en nu op te lossen
en daarbij handvatten te bieden aan alle zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorginkopers.
Het is belangrijk dat voor iedereen die het nodig heeft de zorg toegankelijk blijft.
Vraag 5
Kunt u de onderbouwing van de NZa met de Kamer delen waarop is gebaseerd dat de situatie
«zorgelijk» is en kan een definitie van «zorgelijk» worden gegeven?
Antwoord 5
Zoals in antwoord 4 is aangegeven heeft de NZa dit oordeel in het rapport Stand van
de Zorg geduid. Dit rapport wordt jaarlijks gepubliceerd. De NZa heeft aangegeven
op dit moment geen uitspraken te kunnen doen over het aantal meldingen dat zij binnenkrijgt.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de rol van de inkoop is en welke stappen de zorgverzekeraars nemen
om de continuïteit van wijkverpleging te blijven garanderen?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 delen zorgverzekeraars beeld dat er via
de contractering investering nodig is om vorm te geven aan zaken als goed werkgeverschap,
innovatie en samenwerking. Voor de afspraken die in het IZA met ZN, ActiZ en Zorgthuis.nl
hierover zijn gemaakt verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
In hoeverre zijn volgens u te krappe contracteringsafspraken met zorgverzekeraars
en budgetplafonds het probleem voor de verliezen die geleden worden in de wijkverpleging?
Kunt u hier een analyse van delen?
Antwoord 7
De zorgverzekeraars hebben aan de IZA-tafel erkend dat de wijze van contractering
in de afgelopen jaren mogelijk te eenzijdig georiënteerd was op doelmatigheid. Hiervan
is geen kwantitatieve analyse gemaakt. De te ontwikkelen kostentool (zie het antwoord
op vraag 3) zal meer inzicht gaan geven in de juiste match tussen kosten en gehanteerde
tarieven.
Vraag 8
Kunt u cijfers delen over de ontwikkeling van de macro-uitgaven in de wijkverpleging?
Antwoord 8
Kader en onderschrijdingen afgelopen jaren (bedragen x € mln.)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Oorspronkelijk budget
3.167
3.432
3.525
3.860
4.018
4.218
4.396
Doorwerking onderschrijding 2019
– 341
– 341
Overheveling naar VWS-begroting (subsidie)
– 60
– 60
Beschikbaar kader
3.167
3.432
3.525
3.860
4.018
3.817
3.995
(Verwachte) realisatie
3.114
3.237
3.400
3.627
3.521
3.446
3.339
Onderschrijding t.o.v. beschikbaar kader
53
195
125
233
497
371
656
De uitgaven in 2020 en 2021 betreffen voorlopige uitgavenrealisaties.
In 2015 is de extramurale zorg overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet
(Zvw) en Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). De cijfers voor Wijkverpleging
zijn daarom beschikbaar vanaf 2015.
Vraag 9
Kunt u cijfers delen over gemiddelde tarieven in de wijkverpleging tussen 2017–2022?
Antwoord 9
In de wijkverpleging is sprake van een groot aantal verschillende en uiteenlopende
tarieven. Om die reden kan ik geen cijfers geven over gemiddelde tarieven. Echter
heb ik in een brief van 16-09-2022 aan ZN4 aangegeven dat er over de reeds bestaande IZA-werkagenda voor wijkverpleging wordt
afgesproken dat een gezamenlijke kostentool met bijbehorend proces in Q1 2023 beschikbaar
komt en dus ingezet kan worden voor IZA-conforme contractering en verdere investering
in de sector per 2024.
Vraag 10
Kunt u een analyse delen waar de tekorten in de sector zouden zitten?
Antwoord 10
Deze analyse is op dit moment niet beschikbaar. Wel is de NZa aan het onderzoeken
of het mogelijk is om inzicht te krijgen waar de tekorten in de sector zouden zitten,
en als dat mogelijk is, hoe daar inzicht op kunnen krijgen.
Vraag 11
In hoeverre is het personeelsverzuim in de wijkverpleging hoger dan in andere sectoren,
en wat zijn de oorzaken van het verzuim?
Antwoord 11
Bij het CBS valt wijkverpleging onder thuiszorg samen met de WMO-ondersteuning en
kraamzorg. CBS heeft geen cijfers van alleen wijkverpleging over personeelsverzuim.
Onderstaande tabel geeft cijfers over de thuiszorg ten opzichte van de totaalcijfers
van zorg en welzijn in 2021 en de eerste helft van 2022.
In aanvulling op de cijfers van 2021 en 2022 geeft onderstaande tabel de cijfers over
de thuiszorg ten opzichte van de totaalcijfers van zorg en welzijn voor het tweede
kwartaal van 2018 t/m 2022. Hier is duidelijk te zien dat de stijging tussen 2021
en 2022 uitzonderlijk hoog is in vergelijking met de afgelopen jaren.
Vraag 12
Kunt u aangeven of er in de wijkverpleging relatief meer gebruik wordt gemaakt van
zzp’ers ten opzichte van andere sectoren en welke consequenties dat heeft voor de
totale uitgaven in de wijkverpleging?
In aanvulling op eerdere vragen over hetzelfde onderwerp van het lid Mohandis (PvdA)
d.d. 6 september 2022.
Antwoord 12
Onderstaande tabel geeft het percentage zelfstandigen zonder personeel van de thuiszorg
ten opzichte van het totaal binnen de sector zorg en welzijn.
Positie in de werkkring
Totaal
Werknemer
Zelfstandige
Zzp
Aandeel zzp
AZW branches
x 1.000
x 1.000
x 1.000
x 1.000
Zorg en welzijn (smal)
1.449
1.306
143
105
7%
Thuiszorg
150
132
18
17
11%
Bron: CBS.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.