Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Geurts en Van der Molen over het bericht dat het leegstaande Leeuwarder belastingkantoor alleen kan worden ontwikkeld met steun van het Rijk
Vragen van de leden Geurts en Van der Molen (beiden CDA) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht dat het leegstaande Leeuwarder belastingkantoor alleen kan worden ontwikkeld met steun van het Rijk (ingezonden 30 september 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
31 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat er nog altijd geen plan ligt voor het voormalige
kantoor van de Belastingdienst in Leeuwarden?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het gebouw in bezit en beheer is van het Rijksvastgoedbedrijf?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het met de huidige woningnood en de huisvestingproblematiek
van statushouders van groot belang is dat er snel een nieuwe bestemming wordt gegeven
aan het kantoorpand?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Welke obstakels staan een herbestemming in de weg?
Antwoord 4
De herbestemming van het pand is een uitdaging door de bouwkundige toestand en de
slechte staat van de installaties. Daarnaast heeft het pand de status van gemeentelijk
monument. De bouwaard van het pand vormt een uitdaging bij een verduurzaming. Deze
zaken tezamen zijn van grote invloed op de financiële haalbaarheid van mogelijke transformatieplannen,
zo ook bij de transformatie naar een woonfunctie.
Vraag 5
Kunt u het Rijksvastgoedbedrijf verzoeken zo snel mogelijk met een concreet plan te
komen, zodat het voormalige belastingkantoor een nieuwe functie krijgt?
Antwoord 5
De gemeente Leeuwarden en het Rijksvastgoedbedrijf zijn in gesprek om te zorgen dat
het pand snel een nieuwe functie krijgt. Inzet is in het eerste kwartaal van 2023,
op basis van een gezamenlijk haalbaarheidsonderzoek een aanpak voor de herbestemming
gereed te hebben.
Voor de omgeving waarin het pand is gelegen, heeft de gemeente thans een functiemix
van bedrijvigheid en wonen voor ogen. Binnen deze functiemix is de gezamenlijke inzet
van partijen om het voormalige belastingkantoor op een zo kort mogelijke termijn een
woonfunctie te geven, mede ingegeven door de ontwikkelingen op de woningmarkt.
Voor herbestemming spelen niet alleen de onder vraag 4 benoemde technische belemmeringen
een rol. Het Rijksvastgoedbedrijf is voor de herbestemming deels afhankelijk van de
gemeente Leeuwarden als bevoegd gezag.
De gesprekken tussen het Rijksvastgoedbedrijf en de gemeente over de (her)bestemming
zijn al langere tijd gaande waarbij meerdere scenario’s zijn besproken (waaronder
voortzetting van de kantoorfunctie). Ook zijn de onder vraag 4 benoemde belemmeringen
en relatief ontspannen vastgoedmarkt onderwerp van gesprek geweest.
Vraag 6
Hoeveel leegstaande gebouwen heeft het Rijksvastgoedbedrijf landelijk in bezit die
nog geen nieuwe bestemming hebben?
Antwoord 6
Op dit momenteel zijn er 23 panden in materieel beheer bij het Rijksvastgoedbedrijf
waar het Rijksvastgoedbedrijf ook optreedt als eigenaar. Het gaat om zowel vastgoed
in de zogenaamde verkoopportefeuille als vastgoed dat leeg staat in afwachting van
renovatie of aanpassing.
Dit is een momentopname door veranderingen in de huisvestingsbehoefte van het Rijk
enerzijds en de verschillende stadia waarin afspraken over het pand of het verkoop(voorbereidings)proces
zich bevinden inclusief de vraag of er al sprake is van een nieuwe bestemming. Daarnaast
spelen vormen van tijdelijk gebruik en maatschappelijke inzet een rol, zoals bij vraag
7 is toegelicht.
Ook zal in veel gevallen de bestemming na verkoop ongewijzigd blijven.
Vraag 7
Kan het Rijksvastgoedbedrijf versneld aan de slag gaan met het herbestemmen van leegstaande
panden?
Antwoord 7
In de afgelopen maanden heb ik het Rijksvastgoedbedrijf de opdracht gegeven de maatschappelijke
inzet van het vastgoed te versnellen.
Zo stelt het Rijkvastgoedbedrijf haar vastgoed beschikbaar voor de opvang van asielzoekers
(via het COA), evacuees (Oekraïners, via de Veiligheidsregio’s) en statushouders.
Voor in ieder geval 15 panden geldt dat zij hiervoor zijn ingezet of dat het onderzoek
naar de inzetbaarheid voor deze doelen nog loopt. Voor deze 15 panden is een herbestemming
op korte termijn niet aan de orde.
In het verlengde van de opvangfunctie werkt het Rijksvastgoedbedrijf daarnaast aan
de versnelling van de (tijdelijke) herbestemming van panden die in potentie geschikt
zijn voor de huisvesting van doelgroepen (waaronder statushouders). Deze versnellingsaanpak
is opgenomen in de brief «besluitvorming opvang asielcrisis» die uw kamer op 26 augustus
heeft ontvangen.
Overigens is het staande beleid van het Rijksvastgoedbedrijf om leegstaande panden
met een passende en maatschappelijk gewenste (voortgezette of nieuwe) bestemming te
verkopen om zo nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Hierbij wordt gestreefd naar
een goede afstemming met de betreffende gemeente. De feitelijke herbestemming ligt
echter veelal bij initiatiefnemers (bijvoorbeeld kopers van het Rijksvastgoedbedrijf)
en gemeenten.
Vergelijkbaar met het belastingkantoor in Leeuwarden kunnen diverse belemmeringen
en lokale omstandigheden een voortvarende herbestemming in de weg staan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.