Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Beckerman over het bericht 'In deze studenflat is de stank ondraaglijk, huurders lijden onder bedwantsen, ratten en schimmel'
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «In deze studentenflat is de stank ondraaglijk, huurders lijden onder bedwantsen, ratten en schimmel» (ingezonden 11 oktober 2022).
Mededeling van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
31 oktober 2022)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «In deze studentenflat is de stank ondraaglijk, huurders
lijden onder bedwantsen, ratten en schimmel»?1
Vraag 2
Wat vindt u van dit bericht?
Vraag 3
Bent u ook erg geschrokken van de omstandigheden waaronder deze bewoners moeten leven?
Vraag 4
Wat vindt u van de uitspraak «Ik wil wel weg, maar ik kan nergens heen»?
Vraag 5
Wat vindt u van de volgende uitspraak «De brandmelders gaan om de haverklap af. Dat
laatste gebeurt zo vaak dat huurders niet eens meer opkijken als er weer een afgaat.
«Laatst hadden we hier echt brand, maar bleef ik gewoon in mijn kamer», vertelt er
een.»?
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit catastrofale gevolgen kan hebben en is dit niet een ramp
in wording? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 7
Kunnen we concluderen dat deze bewoners figuurlijk als ratten en tussen de ratten
in de val zitten?
Vraag 8
Zijn er bemiddelingskosten in rekening gebracht? Zo ja, deelt u de mening dat de procedure
om deze kosten via de rechter (als het bemiddelingsbureau niet bij de Geschillencommissie
aangesloten is) terug te vorderen omslachtig en te duur is? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, hoe gaat u deze procedure vereenvoudigen en het sanctiebeleid strenger maken?
Vraag 9
Ziet u een rol weggelegd voor financiële instellingen die huisjesmelkers financieren,
aangezien zij ook een verantwoordelijkheid hebben in de maatschappelijke impact van
hun financiering? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 10
Hoe gaat u de rechtspositie van specifiek buitenlandse studenten verbeteren die anders
makkelijk ten prooi (kunnen) vallen aan huisjesmelkers?
Vraag 11
Waarom mogen studenten met bijvoorbeeld een campuscontract in woononzekerheid verkeren,
terwijl woonzekerheid de norm en onderdeel is van het recht op behoorlijke huisvesting?
Vraag 12
Deelt u de mening dat huurders ongeacht de contractvorm dezelfde rechten zouden moeten
hebben, omdat ze diezelfde rechten via het internationale recht op behoorlijke huisvesting
krijgen? Kunt u uw antwoord nader toelichten en kunt u daarbij ingaan waarom en wanneer
onderscheid geoorloofd zou mogen zijn?
Vraag 13
Deelt u de mening dat studenten in zijn algemeenheid betere bescherming dienen te
krijgen? Zo ja, hoe gaat u dat bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Wat vindt u van de uitspraak «Sommige studenten willen wel weg, maar dat is niet te
doen met de huidige huizenmarkt.«De prijzen zijn elders drie keer zo hoog. Ik heb
echt momenten gehad dat ik dacht: en nu ga ik weg. Vooral na die kapotte lift. Maar
waar moet ik heen?» zegt een andere studente, die niet met naam in de krant wil uit
angst haar kamer kwijt te raken. «Ik ben hier juist komen wonen omdat ik nergens heen
kon.»»?
Vraag 15
Ziet u inmiddels een correlatie tussen tijdelijke huurcontracten en misstanden? Kunt
u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 16
Ziet u inmiddels mede naar aanleiding van mijn eerdere vragen over onder andere de
commerciële verhuurder, Change=, een correlatie tussen tijdelijke huurcontracten en
het niet durven uiten van (onderhouds)klachten, omdat huurders bang zijn om hun contract
niet verlengd te krijgen met als gevolg dat ze op straat eindigen omdat de huizenmarkt
oververhit is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 17
Maakt dit artikel u nu ook duidelijk dat in tegenstelling tot hetgeen u beweert over
bewoners in ’t Klokkenhof te Amsterdam mensen geen keuze hebben dan te kiezen voor
een tijdelijk huurcontract, immers een huurcontract voor onbepaalde tijd geniet altijd
de voorkeur? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 18
Hoeveel berichten moeten u nog bereiken over tijdelijke contracten voordat u actie
onderneemt om de rechtspositie van deze huurders te verbeteren?
Vraag 19
Bent u bekend met het feit dat de eigenaar van de verhuurder de Stichting volkshuisvesting
Utrecht, de heer M. Hooijdonk, tweemaal tot huisjesmelker van het jaar gekozen is?2
Vraag 20
Hoe kan het dat deze malafide verhuurder zijn praktijken kan voortzetten?
Vraag 21
Vormen deze artikelen niet het zoveelste bewijs dat landelijk opererende malafide
verhuurders landelijk aangepakt dienen te worden door hen bijvoorbeeld op een landelijke
zwarte lijst te plaatsen die gemeenten kunnen raadplegen alvorens zij overgaan tot
het verstrekken van een vergunning? Kunt u uw nader toelichten?
Vraag 22
Deelt u de mening dat ingrijpen door de gemeente Den Haag per direct nodig is, maar
tegelijkertijd dat ingrijpen nooit mag leiden tot dakloosheid van deze bewoners?
Vraag 23
Zijn er door de gemeente Den Haag extra eisen aan deze malafide verhuurder gesteld
gezien zijn historie als huisjesmelker? Zo ja, welke? Zo nee, had dit volgens u wel
gemoeten?
Vraag 24
Welke mogelijkheden heeft u en krijgt u via de regie op de volkshuisvesting om in
te grijpen als gemeenten niet of onvoldoende handhavend optreden?
Vraag 25
Sinds wanneer zijn deze problemen bij de gemeente Den Haag bekend?
Vraag 26
Hoe kan het dat de gemeente Den Haag niet eerder tegen deze malafide verhuurder opgetreden
heeft en hoe kan het dat de gemeente Den Haag nog steeds met deze verhuurder in zee
gaat?
Vraag 27
Hoeveel signalen hebben u bereikt over slechte woonomstandigheden in de gemeente Den
Haag?
Vraag 28
Wat vindt u van de volgende uitspraak van wethouder Balster van Den Haag: «Balster
vindt de signalen van studenten «uiterst zorgwekkend». Dit is volgens hem precies
waarom het voor de gemeente zo belangrijk is dat de Wet goed verhuurderschap zo snel
mogelijk wordt ingevoerd. «Met die wet kunnen we een verhuurder erop aanspreken om
te investeren in een pand, dit goed te onderhouden, niet te intimideren of te discrimineren,
kortom: goed voor je huurders zorgen.»»?
Vraag 29
Bent u het met wethouder Balster eens dat de gemeente Den Haag pas kan ingrijpen nadat
de Wet goed verhuurderschap kracht van wet heeft? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 30
Kan de gemeente Den Haag volgens het Bouwbesluit nu al handhavend optreden? Zo nee,
welke instrumenten zijn er (nog) nodig om handhavend te kunnen optreden? Zo ja, hoe
gaat u ervoor zorgen dat gemeenten zoals Den Haag handhavend optreden om de kwaliteit
van de bestaande woningvoorraad op peil te houden?
Vraag 31
Bent u bereid het gesprek met de gemeente Den Haag aan te gaan omtrent de slechte
woonomstandigheden en de brandveiligheid van woningen, zeker gezien de verschillende
berichtgeving over de slechte huisvesting van onder andere arbeidsmigranten? Kunt
u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 32
Deelt u de mening dat gemeenten steeds vaker bij problemen wegkijken omdat er sprake
is van een wooncrisis en dat ze daarom liever een slechte commerciële verhuurder hebben
dan geen verhuurder? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is dit niet het zoveelste bewijs
dat private marktpartijen juist aan strengere regels/toezicht onderworpen moeten worden?
Kunt u dit antwoord nader toelichten?
Vraag 33
Kunnen we concluderen dat sociale huisvesting en studentenhuisvesting niet aan de
private marktpartijen overgelaten kunnen worden omdat u gedwongen wordt om met definities
zoals «sociale huur» te komen vanwege de belangen van private marktpartijen die hun
financieel belang voorop stellen in plaats van het fundamenteel (internationale) mensenrecht
op behoorlijke huisvesting? Kunt u uw antwoord nader toelichten en kunt u daarbij
betrekken hoe u studentenkamers definieert en/of deze kamers ook betrokken worden
in de definitie van «sociale huur»?
Vraag 34
Hebt u inzage wanneer gemeenten de kwaliteit van hun bestaande woningvoorraad op orde
zouden moeten hebben? Zo ja, kunt u dat inzichtelijk maken? Zo nee, bent u voornemens
dit te monitoren en hierop te sturen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 35
Hoeveel studentenflats kampen (bij benadering) met dergelijke problemen? Indien deze
cijfers u niet bekend zijn, bent u dan bereid om mede naar aanleiding van mijn eerdere
vragen over studentenwoningen onderzoek te verrichten naar de misstanden bij studentenhuisvesting?
Zo nee, waarom niet en zo ja, per wanneer kunnen we de onderzoeksresultaten verwachten?
Vraag 36
Kunnen we concluderen dat het Rijk zijn zorgplicht nog steeds verzaakt omdat de kwaliteit
van woningen nog steeds niet overal voldoende is en het in dit tempo nog decennia
zal duren om de kwaliteit op orde te hebben, terwijl huurders al vele decennia wachten?
Vraag 37
Deelt u de mening dat de wooncrisis onder studenten niet alleen één is van beschikbaarheid
maar ook van kwaliteit? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u de wooncrisis met betrekking
tot de kwaliteit van studentenhuisvesting verbeteren?
Vraag 38
Is dit niet het zoveelste bewijs dat de kwaliteitscrisis in het huursegment, inclusief
onzelfstandige woonruimten, veel erger is en dat daarom meer geld vrijgemaakt moet
worden om deze crisis op te lossen? Zo ja, wat gaat u dan doen? Zo nee, waarom niet
en hoeveel gezondheidsschade en risico’s mogen huurders nog lopen voordat de kwaliteitscrisis
opgelost wordt?
Vraag 39
Welke eisen worden bij transformatie van kantoor- en winkelruimte naar woonruimte
gesteld?
Vraag 40
Deelt u de mening dat bij transformatie scherper gelet moet worden op de kwaliteit
van de toekomstige woonruimte? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welke wet- en regelgeving
komt u naar de Kamer?
Vraag 41
Wat kunt u doen om misstanden van commerciële verhuurders zoals Stichting Volkshuisvesting
Utrecht op landelijk niveau aan te pakken, zodat niet iedere afzonderlijke gemeente
waar deze malafide verhuurder zijn praktijken erop nahoudt, handhavend moet optreden?
Vraag 42
Deelt u de mening dat met name internationale studenten erg kwetsbaar zijn voor malafide
verhuurderpraktijken? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 43
Zijn de vele schriftelijke Kamervragen over commerciële verhuurders over allerlei
onderwerpen zoals te hoge huur, slecht onderhoud, intimidatie en slechte dienstverlening
voor u voldoende aanleiding om het toezicht op deze commerciële verhuurders aan te
scherpen, omdat gemeenten ongeacht de Wet goed verhuurderschap niet of niet altijd
handhavend optreden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 44
Deelt u de mening dat bij een regelmatige APK-keuring van gebouwen deze misstanden
eerder aan het licht waren gekomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen we in gezamenlijkheid
werken aan deze APK-keuring voor gebouwen?
Vraag 45
Deelt u de mening dat dit het zoveelste bewijs is dat het beleid van commerciële verhuurders
op gespannen voet staat met het recht op behoorlijke huisvesting?
Vraag 46
Hoeveel woningen met vocht- en schimmelproblemen gaat u de komende jaren aanpakken?
Vraag 47
Ziet u nu voldoende aanleiding om bewonerscommissies met meer rechten te geven om
dit soort problemen niet alleen te kunnen agenderen maar ook te kunnen oplossen, nu
hun rechten in het kader van de Overlegwet (Wohv) zachte rechten zijn en geen harde
rechten zijn zoals het instemmingsrecht? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 48
Ziet u gezien de grote schaal en de complexiteit van de problematiek nu voldoende
aanleiding om landelijke expertteams op te tuigen om huurders en/of hun vertegenwoordigers
bij te staan als het gaat om achterstallig onderhoud, gebreken, vocht- en schimmelproblematiek?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vraag 49
Wilt u de vragen ieder afzonderlijk en zonder te clusteren beantwoorden?
Mededeling
Het lid Beckerman (SP) heeft schriftelijke vragen gesteld over het bericht «In deze
studenflat is de stank ondraaglijk, huurders lijden onder bedwantsen, ratten en schimmel
(ingezonden 11 oktober, met kenmerk 2022Z19118).
Hierbij deel ik u mee dat de vragen niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden
beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig in verband met
de verscheidenheid aan onderwerpen en de benodigde afstemming. Uw Kamer ontvangt de
antwoorden zo spoedig mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.