Schriftelijke vragen : WOB-dossier: 'Intimideren van artsen door de IGJ’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over «WOB-dossier: Intimideren van artsen door de IGJ» (ingezonden 25 oktober 2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichtgeving aangaande WOB-dossier: «Intimideren van
artsen door de IGJ»?1
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom er zo veel politieke bemoeienis was met (huis)artsen en de
manier waarop zij hun coronapatiënten behandelden? Waarom werden artsen die melding
maakten van succesvolle behandelingen met off-label medicatie onder curatele van de
overheid gesteld, in plaats van dat hun kennis en ervaring door de overheid werd ingezet
voor het bestrijden van de coronapandemie?
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom de middelen Ivermectine en Hydroxychloroquine niet off-label
mochten worden voorgeschreven, maar het middel Remdesivir wel? Waarom werd door ambtenaren
gesproken over een «politiek spel» in deze kwestie? Wat werd hiermee bedoeld? Waarom
leken politieke belangen te prevaleren boven die van de patiënt?
Vraag 4
Waarom heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) nooit eerder artsen beboet
voor het voorschrijven van off-label medicatie en gebeurde dat tijdens de coronacrisis
plotseling wel? Waarom werd eerder nooit gehandhaafd op het off-label voorschrijven
van medicatie? Betekent dit dat de IGJ voortaan alle artsen die off-label medicatie
voorschrijven voor wat voor aandoening dan ook, gaat beboeten? Zo nee, waarom niet?
Kunt u uitleggen wat het verschil is met off-label medicatie voor andere aandoeningen
dan COVID-19, in het bijzonder omdat deze artsen hun patiënten met hun handelen geen
(medische) schade toebrachten?
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom uit Wet openbaarheid van bestuur (WOB)-verzoeken blijkt dat
de IGJ actief op zoek is gegaan naar namen van (huis)artsen die bepaalde coronaregels
en voorschriften braken en/of ervoor zorgden dat hun patiënten zich aan bepaalde regels
konden onttrekken en/of meer informatie verstrekt kregen dan de overheid nodig achtte
om te communiceren? Waarom werd een soort heksenjacht gestart naar «afvallige» artsen?
Is dit gebeurd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport?
Zo ja, op welke gronden kon het ministerie de IGJ hiertoe aanzetten?
Vraag 6
Kunt u bevestigen of ontkrachten dat de IGJ en het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport actief (huis)artsen hebben benaderd en/of aangespoord om collega-artsen
«aan te geven» voor handelen tegen de coronavoorschriften van de overheid in? Indien
de overheid dit inderdaad actief heeft gedaan, kunt u dan uiteenzetten op welke manier
dat is gebeurd en waarom u dat ethisch verantwoord achtte?
Vraag 7
Waarom liet de IGJ zich op dusdanig intensieve wijze aansturen door het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat, zoals uit WOB-verzoeken blijkt, een hoge
mate van invloed bij de IGJ eiste? Kunt u inzichtelijk maken of en hoe de IGJ rechtstreeks
werd/wordt aangestuurd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en
welke beleids- en besluitvorming van dit departement tijdens de coronacrisis door
de IGJ is uitgevoerd?
Vraag 8
Op welke grond kon het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zich een dermate
grote invloed op de IGJ toe-eigenen? Kunt u uiteenzetten op basis van welke overwegingen
een ministerie op een dusdanige manier het beleid mag bepalen van een organisatie
als de IGJ? Hoe reflecteert u op de vermeende onafhankelijkheid van de inspectie,
terwijl ook al eerder, bijvoorbeeld uit onderzoek van Follow the Money, bleek dat
de invloed van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bijzonder groot
is?
Vraag 9
Waarom werden artsen die zich kritisch uitlieten over het coronabeleid actief (online)
gevolgd door (organisaties verbonden aan) de overheid? Op welke grond was de IGJ bevoegd
om (huis)artsen brieven te sturen aangaande hun uitingen op social media en het uitoefenen
van hun taak als arts en hen te beboeten voor bepaalde handelingen?
Vraag 10
Bent u zich ervan bewust dat dit beleid van de overheid geleid heeft tot onwenselijke
en gevaarlijke situaties, waarbij patiënten eigenhandig op zoek zijn gegaan naar bepaalde
geneesmiddelen en/of zich gewend hebben tot personen die wel degelijk medisch laakbaar
handelden, omdat zoveel gekwalificeerde reguliere artsen werden beperkt in hun handelen
en de middelen om hun patiënten verantwoord te kunnen helpen? Hoe reflecteert u achteraf
gezien op deze strategie van de overheid? Hoe komt deze strategie overeen met de kerntaak
van de IGJ om te waken over de veiligheid en de kwaliteit van zorg in Nederland?
Vraag 11
Kunt u uitleggen op welke manier u het te rechtvaardigen vindt dat de overheid zich
op dusdanig verregaande wijze bemoeit met de beroepsuitoefening van zelfstandige professionals
zoals huisartsen, die naar eer en geweten zorg dragen voor hun patiënten en daarbij
gebruikmaken van hun medische kennis en expertise? Op welke manier is de bestuurlijke
macht in Nederland bevoegd om dat op deze manier te doen?
Vraag 12
Op welke manier heeft de IGJ gehandeld volgens haar eigen integriteitseisen, beroepscodes
en haar afwegingskader vertrouwen bij de benadering en behandeling van artsen die
anders handelden dan het coronabeleid voorschreef? Bent u van mening dat de IGJ conform
deze eisen heeft gehandeld?
Indieners
-
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.