Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Raemakers over de berichten dat het aantal jongeren met suïcidale gedachten ook na corona hoog is en dat er een toename van zelfdodingen onder jongvolwassenen is
Vragen van het lid Raemakers (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichten dat het aantal jongeren met suïcidale gedachten ook na corona hoog is en dat er een toename van zelfdodingen onder jongvolwassenen is (ingezonden 6 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
21 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten dat het aantal jongeren met suïcidale gedachten ook
na corona hoog is en dat er een toename van zelfdodingen onder jongvolwassenen is?1, 2
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met de berichten.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de berichten uit het Health Behaviour in School-aged Children (HBSC)-rapport,
dat laat zien dat met name de mentale gezondheid van meisjes, maar ook bij jongens,
achteruit gaat? In hoeverre was u al op de hoogte van deze trend?3
Antwoord 2
Met aandacht heb ik kennis genomen van de bevindingen uit het onderzoek. De cijfers
zijn zorgelijk. Het was al bekend dat de invloed van de coronacrisis enorm is geweest
op de jeugd, maar de uitkomsten uit dit rapport zijn schrikbarend. Daarbij is het
verschil tussen jongens en meisjes ook gebleken uit eerdere HBSC-metingen. Ook toen
waren de emotionele problemen bij meisjes hoger en de mate van levenstevredenheid
lager dan bij jongens. De bevindingen onderstrepen nogmaals het belang om in te (blijven)
zetten op de mentale gezondheid van onze jongeren en jongvolwassenen in Nederland
en daarbij dus ook extra aandacht te hebben voor het verschil tussen de ervaren problemen
van jongens en meisjes en de wijze waarop deze problemen tot uiting komen.
Vraag 3
Wat kan verklaren dat het opheffen van de coronamaatregelen kennelijk niet heeft geleid
tot een verbetering van de mentale toestand van scholieren en studenten?
Antwoord 3
Helaas kunnen we aan de hand van het HBSC-onderzoek nog geen conclusies trekken over
het zogenaamde «terugveren» van scholieren en studenten. De HBSC is in het najaar
van 2021, in coronatijd, afgenomen onder de scholieren en daarmee geeft dit onderzoek
nog geen beeld van de situatie na de pandemie. Wel is de verwachting dat we niet zomaar
terug zijn op het oude niveau. Er zal een groep jongeren kwetsbaar blijven of zelfs
kwetsbaarder worden. Voor hen zullen we de komende tijd aandacht moeten hebben.
Vraag 4
Herkent u het beeld dat het aantal huisartsbezoeken vanwege suïcidale gedachten of
suïcidepogingen ruim een derde hoger is dan voor de coronacrisis?
Antwoord 4
Uit de surveillance cijfers van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn blijkt dat de bezoeken
aan de huisarts rondom suïcide in het tweede kwartaal van 2022 gemiddeld 39% meer
voorkwamen dan in dezelfde periode in 2019 onder de groep 15 tot 24-jarigen. Het gaat
bij deze cijfers om zelfdodingspogingen met en zonder fatale afloop en om suïcidale
gedachten.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om het mentale welzijn van jongeren te verbeteren?
Antwoord 5
Met de acties in de landelijke aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal» willen
we de mentale gezondheidsvaardigheden van alle jongeren verbeteren, mentale gezondheid
bespreekbaar maken en zorgen dat zij een plek hebben op school of in de wijk waar
zij terecht kunnen. Samen met MIND Us verkennen wij daarom hoe laagdrempelige inloopmogelijkheden
voor jongeren versterkt, verbeterd en opgeschaald kunnen worden. Ook zijn wij in gesprek
met Welbevinden op School en de Gezonde School om te kijken hoe wij de huidige samenwerking
kunnen versterken en het project kunnen intensiveren. Zo worden praktische handvatten
aangeboden op scholen en kunnen scholen werken aan een gezond pedagogisch- en leerklimaat.
Daarnaast wordt via het Programma Cultuurparticipatie met een subsidieregeling «Samen
Cultuurmaken» de samenwerkingen tussen de culturele en creatieve sector en het sociale
domein gestimuleerd. Voor komend jaar staat de doelgroep jongeren centraal en zetten
wij cultuur in om mentale gezondheid onder jongeren bespreekbaar te maken.
Vraag 6
Herkent u het beeld dat de hoge «prestatiedruk» en het wegvallen van sociale structuren
tijdens corona ertoe hebben geleid dat het slechter gaat met de mentale gezondheid
van jongeren?
Antwoord 6
Helaas herken ik de ervaren prestatiedruk in de samenleving en ook het wegvallen van
sociale structuren tijdens de coronapandemie. Er lijkt een druk te zijn om alles beter,
sneller en cum laude te moeten doen. Dit vraagt een cultuurverandering. We hoeven
namelijk echt niet elke dag de beste versie van onszelf te zijn. Ook het wegvallen
van sociale structuren heeft een effect op onze jeugd. We weten uit onderzoek dat
je mentale gezondheid een belangrijke sociale component bevat en dat sociale contacten
een belangrijk onderdeel zijn om je mentaal goed te voelen. Met de landelijke aanpak
zetten we ons daarom in voor het belang van aandacht hebben voor de mentale gezondheid
van jezelf én oog hebben voor die van een ander. We richten ons hierbij op de leefomgeving
van de jongeren zelf: op school, in de buurt of bijvoorbeeld online. Bijvoorbeeld
door het stimuleren van zingeving en ontmoeting via Maatschappelijke Diensttijd (MDT)
en/of sportactiviteiten in de wijk.
Vraag 7
Herkent u het beeld dat zelfdoding onder jongvolwassenen vaker voorkomt bij schoolverlaters,
vaker bij jongeren met psychische problemen, vaker bij jongeren met geldproblemen
en vaker bij jongeren die zich identificeren met de LHBTI (lesbische vrouwen, homoseksuele
mannen, biseksuelen, transgenders en intersekse personen)-gemeenschap?
Antwoord 7
Het geschetste beeld komt naar voren uit het onderzoek4 dat 113 Zelfmoordpreventie heeft uitgevoerd met zowel kwalitatieve als kwantitatieve
data, zowel van jongvolwassenen (20–30 jaar) die overleden zijn door suïcide als jongvolwassenen
(20–30 jaar) die kampen met suïcidale gedachten. Het is belangrijk dat jongvolwassenen
met suïcidale gedachten goed worden geholpen. Dat er nu meer inzicht is in deze groep
en de problemen waar zij mee kampen helpt daarbij.
Vraag 8
Erkent u dat eenzaamheid ook een risicofactor is voor (gedachten over) zelfdoding
en in hoeverre werkt de regering nog aan een aanpak van eenzaamheid onder jongeren?5
Antwoord 8
Er is veel bekend over risicofactoren voor suïcide, maar het blijft onmogelijk te
voorspellen wie er uiteindelijk een fatale poging zal doen. Een risicofactor voor
suïcide is je eenzaam en sociaal geïsoleerd voelen. Het landelijk cijfer van eenzaamheid
onder jongeren is hoog. In de laatste meting van de Gezondheidsmonitor Jongeren en
Volwassen komt naar voren dat 47% van de Nederlanders die 18 jaar of ouder zijn, zich
eenzaam voelt.
Eind september jongstleden is de vervolgaanpak van het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid
voor de periode van 2022–2025 bekend gemaakt. Een belangrijk onderdeel van de vervolgaanpak
is dat er wordt gewerkt aan het verminderen en voorkomen van eenzaamheid onder alle
leeftijden en groepen (in plaats van alleen 75+»ers), ook onder jongeren. Dit doet
het actieprogramma via 3 actielijnen. Meer bewustwording over eenzaamheid (onder andere
door publiekscampagne), meer maatschappelijk initiatief tegen eenzaamheid en in alle
gemeenten een lokale aanpak tegen eenzaamheid. Op voorgaande punten wordt ook specifiek
aandacht besteed aan eenzaamheid onder jongeren. Om eenzaamheid onder jongeren onder
de 18 jaar te meten wordt binnen het thematisch onderzoeksprogramma eenzaamheid van
de Nationale Wetenschapsagenda een meetinstrument ontwikkeld.
Uit een scan van alle collegeakkoorden van gemeenten is ook een toename te zien in
vergelijking met de vorige collegeperiode om eenzaamheid onder jongeren aan te pakken.
Vanuit het actieprogramma worden gemeenten daarin ondersteund door onder andere een
gratis adviseur, masterclasses, goede voorbeelden en regeerakkoordmiddelen die beschikbaar
worden gesteld aan gemeenten voor de lokale aanpak van eenzaamheid.
Tijdens de lancering van de vervolgaanpak is Stichting Join-Us, een belangrijke partner
die zich inzet om eenzaamheid onder jongeren aan te pakken, lid geworden van de Nationale
Coalitie tegen Eenzaamheid. De Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid, waar de NS en
Prorail ook lid van zijn, is een landelijk netwerk van organisaties die zich inzetten
om eenzaamheid te verminderen en wordt door het actieprogramma betrokken in de aanpak
de komende jaren. Stichting Join-Us heeft dit jaar financiering ontvangen om weer
Social Friday en Stronger Together te organiseren. Daarnaast wordt er voor de aanpak
van eenzaamheid onder jongeren samengewerkt met het programma MDT, eenzaamheid is
één van de speerpunten van MDT.
Vraag 9
Indien de vragen 6, 7 en/of 8 instemmend worden beantwoord, welke stappen gaat u samen
met collega’s uit het kabinet ondernemen om iets aan de bovenstaande problemen te
doen?
Antwoord 9
Samen met veel verschillende partijen, waaronder andere departementen, zet ik mij
in voor het versterken van de mentale gezondheid, het voorkomen van suïcidaal gedrag
en het verminderen van eenzaamheid onder jongeren en jongvolwassenen.
Er worden momenteel verschillende stappen genomen om de mentale gezondheid van jongeren
te verbeteren. Samen met mijn collega’s uit het kabinet, de partijen en jongeren zelf
gaan we de landelijke aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal» verder aanvullen
en uitwerken. We hopen dat meer partijen zich daarbij aansluiten zodat er een beweging
in ons land op gang komt rondom het thema mentale gezondheid. Zoals de recente bevindingen
laten zien, valt de toename in mentale problemen mede te verklaren door de ervaren
druk om te presenteren. Deze druk om te presteren komt niet alleen vanuit jongeren
maar ook vanwege de verwachtingen vanuit de brede maatschappij. Denk bijvoorbeeld
aan de druk om te presteren in het onderwijs. Het kabinet stelt via het Nationaal
Programma Onderwijs geld beschikbaar waarmee scholen en instellingen gericht maatregelen
kunnen nemen op het gebied van welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling om zo
de negatieve impact van de coronapandemie op het welbevinden en de ontwikkeling van
leerlingen zoveel mogelijk weg te nemen. Vanuit dit programma is ook kennis beschikbaar
via de menukaart, de website onderwijskennis.nl en de kenniscommunity. Deze community
is een kennisplatform voor onderwijsprofessionals waar ervaringen en praktijkkennis
gedeeld worden. Op de website onderwijskennis.nl worden juist de wetenschappelijke
kennis en de interventies gedeeld.
Met de derde Landelijke Agenda Suïcidepreventie zet ik in op preventieve acties in
het onderwijs en in de sociaaleconomische sector die bijdragen aan het signaleren
en bespreken van suïcidaliteit bij jongeren en jongvolwassenen en het verwijzen naar
zorg. Verschillende regio’s gaan deelnemen aan de ketenaanpak STORM die tot doel heeft
een depressie of suïcide bij jongeren voor te zijn en er is een workshop ontwikkeld
voor professionals in de schuldhulpverlening om meer aandacht te hebben voor suïcidaliteit.
Suïcides zijn ook te voorkomen door het gesprek aan te gaan als je denkt dat het mentaal
niet goed gaat met een vriend(in), familielid of collega. Met de onlinetraining VraagMaar
kunnen naasten suïcidaliteit beter leren herkennen en weten ze hoe ze het gesprek
kunnen voeren met jongeren en volwassenen over suïcidale gedachten.
Voor mijn aanpak op het terrein van eenzaamheid onder jongeren verwijs ik u naar mijn
antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Hoe zet u in op preventie vanuit uw portefeuilles suïcidepreventie en jeugdhulp, en
in hoeverre kan preventie via sociale media daarin nog een (extra) rol spelen?
Antwoord 10
Er worden maatregelen getroffen om suïcidaal gedrag in een zo vroeg mogelijk stadium
te voorkomen bij jongeren. Eén van de projecten van de derde Landelijke Agenda Suïcidepreventie
die hierop ziet, is de ketenbrede werkwijze suïcidepreventie jeugd. Professionals,
organisaties, ervaringsdeskundigen en naasten in de jeugdhulp werken samen aan een
leidraad suïcidepreventie voor de hele jeugdketen.
In de Landelijke Agenda Suïcidepreventie is aandacht voor het gebruik van social media
bij preventie van suïcide. Er wordt gewerkt aan een veilige online omgeving voor lotgenoten
om hoop, contact, hulp en herkenning te krijgen. Ook wordt ingezet op verantwoorde,
veilige berichtgeving over suïcidaal gedrag in de sociale media. Wetenschappelijke
studies hebben een relatie aangetoond tussen onzorgvuldige berichtgeving over een
suïcide en een daaropvolgende stijging van het aantal suïcides.
Verder wordt samen met partijen als MIND Us, het Trimbos-instituut en het Netwerk
Mediawijsheid verkend welke mogelijkheden de inzet van social media biedt bij bijvoorbeeld
het vergroten van de inzet van goed werkende apps en het toerusten van luisterlijnen
(zoals Kindertelefoon) op het delen van laagdrempelige tips en het verwijzen naar
lokale offline ondersteuning (zoals inloophuizen als aanvulling op het bieden van
een luisterend oor).
Vraag 11
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat GGZ/Suïcidepreventie van 2 november
aanstaande?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.