Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boucke over de terugleververgoeding van zonnestroom
Vragen van het lid Boucke (D66) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de terugleververgoeding van zonnestroom (ingezonden 26 augustus 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 21 oktober 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 4045.
Vraag 1
Kent u het bericht «Eneco schroeft vergoeding voor terugleveren zonnestroom flink
terug»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe is Eneco tot een terugleververgoeding van € 0,09 per kWh gekomen? Is hierbij rekening
gehouden met de investering die consumenten hebben gedaan in hun zonnepanelen? Wat
is de terugverdientijd van zonnepanelen bij een terugleververgoeding van € 0,09 per
kWh?
Antwoord 2
Ik heb geen inzicht in hoe Eneco tot deze terugleververgoeding is gekomen. Dat betreft
bedrijfsgevoelige informatie. Ik heb geen aanleiding om te veronderstellen dat hierbij
rekening is gehouden met de investering die de klant heeft gedaan.
Voor consumenten die al hun opgewekte elektriciteit kunnen salderen, is de terugleververgoeding
op dit moment niet van toepassing. De vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit
is alleen van toepassing op het deel van de op het net ingevoede elektriciteit dat
niet gesaldeerd kan worden. De terugverdientijd is onder andere afhankelijk van de
elektriciteitsprijs, het jaar van investeren, de grootte van de installatie en de
investeringskosten die gemaakt zijn. In algemene zin zal, wanneer er sprake is van
meer invoeding dan gesaldeerd kan worden, de terugverdientijd toenemen als er sprake
is van een lagere terugleververgoeding. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is
de toezichthouder voor de redelijke vergoeding.
Inmiddels heeft Eneco aangegeven de verlaging van de terugleververgoeding bij vaste
contracten terug te zullen draaien en de betreffende klanten hierover te informeren.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het opmerkelijk is dat, in tijden van prijspieken op de energiemarkt,
de terugleververgoeding wordt verlaagd zodat deze «marktconform» is?
Antwoord 3
Op zonnige dagen is de elektriciteitsprijs laag, doordat veel zonne-elektriciteit
wordt ingevoed. Deze elektriciteit heeft op dat moment dus zeer beperkte waarde. Daardoor
is de vraag wat een redelijke vergoeding is, als de waarde heel laag is. De ACM is
de toezichthouder voor de redelijke vergoeding.
Vraag 4
Acht u een minimumterugleververgoeding, zoals de Consumentenbond adviseert, zinnig?
Zo ja, hoe hoog zou deze vergoeding wat u betreft moeten zijn? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 4
Op dit moment geldt de terugleververgoeding voor een beperkt aandeel van de teruggeleverde
elektriciteit. Met de afbouw van de salderingsregeling wordt de vergoeding die energieleveranciers
moeten betalen voor elektriciteit die wordt teruggeleverd steeds belangrijker voor
consumenten met zonnepanelen. Immers, het aandeel ingevoede elektriciteit dat gesaldeerd
mag worden, daalt.
Mijn voornemen is daarom het wettelijk minimum van de redelijke vergoeding vast te
stellen op 80 procent van het leveringstarief dat de kleinverbruiker heeft afgesproken
met de energieleverancier, exclusief belastingen en heffingen. Een minimum vergoeding
van 80 procent van het kale leveringstarief zorgt voor een goede balans tussen de
werking van de energiemarkt enerzijds en consumentenbescherming en de belangen van
zonnepanelenbezitters anderzijds.
Tevens wil ik de redelijke vergoeding van een absoluut maximum voorzien. Dit houdt
verband met de sterk fluctuerende waarde van zonne-elektriciteit en de op dit moment
hoge leveringstarieven voor elektriciteit door de geopolitieke ontwikkelingen. De
waarde van door zonnepanelen opgewekte elektriciteit op een zonnige dag rond lunchtijd
is laag. Een absoluut maximum van de redelijke vergoeding beschermt energieleveranciers
tegen het verplicht inkopen van elektriciteit tegen een aanzienlijk hogere prijs dan
de waarde daarvan op het moment van productie.
Vraag 5
In hoeverre zou een minimumterugleververgoeding er – onbedoeld – toe kunnen leiden
dat consumenten zonder zonnepanelen via een hoog leveringstarief bijdragen aan de
terugleververgoeding voor andere consumenten?
Antwoord 5
Het ligt in de rede dat de meerkosten die leveranciers hierdoor maken aan alle klanten,
ook diegenen zonder zonnepanelen, worden doorberekend, waardoor de lasten van een
hoge minimumvergoeding leiden tot hogere elektriciteitstarieven voor klanten, ook
die zonder zonnepanelen. Dit is de reden dat ik de redelijke vergoeding tevens van
een absoluut maximum in eurocenten wil voorzien.
Vraag 6
In hoeverre stimuleert een vaste terugleververgoeding het gebruik van een thuis- of
buurtbatterij?
Antwoord 6
De afbouw van de salderingsregeling zorgt voor een prikkel om het eigen verbruik achter
de meter te verhogen, wat de markt voor thuis- en buurtbatterijen ten goede komt.
Wanneer het minimum van de redelijke vergoeding vastgelegd is op 80 procent van het
kale leveringstarief, geeft dit een kleinere prikkel om thuis- en buurtbatterijen
aan te schaffen dan wanneer het minimum van de redelijke vergoeding lager ligt. Om
deze reden ben ik voornemens de minimumvergoeding op termijn geleidelijk te verlagen,
waarbij ik de terugverdientijden in het oog zal houden.
Vraag 7
In hoeverre zou een vorm van een dynamische terugleververgoeding, waarbij de opgewekte
zonnestroom tegen de actuele prijs aan het net wordt geleverd, kunnen zorgen voor
een toename van thuis- of buurtbatterijen? Welke voor- en nadelen heeft zo’n dynamische
terugleververgoeding?
Antwoord 7
De marktwaarde van elektriciteit op een zonnige dag rond lunchtijd, het tijdstip waarop
veel zonne-elektriciteit wordt geleverd, is laag. Indien er sprake zou zijn van een
terugleververgoeding op basis van de actuele prijs van de opgewekte zonne-elektriciteit,
dan zullen consumenten op dat moment dus een relatief lage terugleververgoeding ontvangen.
Dit geeft hen een prikkel om deze elektriciteit zelf te gebruiken, hetzij via gelijktijdig
eigen verbruik via bijvoorbeeld het aanzetten van de (was)machine, hetzij voor de
aanschaf van een thuis- of buurtbatterij.
Op dit moment is er nog niet veel sprake van terugleververgoedingen op basis van dynamische
tarieven en klanten die een dergelijk contract hebben afgesloten, kiezen hier heel
bewust voor. Voor een gemiddelde consument is het niet eenvoudig om te beoordelen
wat de terugverdientijd van zijn investering in zonnepanelen zal zijn als er sprake
is van een dynamische terugleververgoeding, wat een investeringsbelemmering voor zonnepanelen
kan opwerpen.
Vraag 8
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat huishoudens (bijvoorbeeld buren of VVE’s)
opgewekte zonnestroom met elkaar kunnen delen om zo economisch profijt te hebben én
het elektriciteitsnet te ontzien?
Antwoord 8
Op dit moment is het zo dat huishoudens in principe opgewekte zonne-elektriciteit
met elkaar kunnen delen. Wel geldt er een groot aantal administratieve verplichtingen voor iedereen die elektriciteit wil leveren aan een eindafnemer
(leveringsvergunning om te leveren aan kleinverbruikers, deelname berichtenverkeer,
afdragen energiebelasting, etc.).
De voorgenomen Energiewet bevat enkele aanpassingen om «peer-to-peer»-levering eenvoudiger
te maken voor wat betreft hernieuwbare energiegemeenschappen en actieve afnemers.
Zo krijgen huishoudens meer mogelijkheden om de elektriciteit die over is te verkopen
aan een andere marktpartij dan zijn energieleverancier. Of de druk op het elektriciteitsnet
daarmee wordt verminderd is overigens geen zekerheid, dit is afhankelijk van de mate
van gelijktijdigheid van het desbetreffende verbruik en aanbod.
Vraag 9
Wat gaat u doen om de opslag van zonnestroom, zowel dag/nacht als seizoensopslag,
te stimuleren, om zo het elektriciteitsnet te ontzien en vraag en aanbod in balans
brengen zodat de verdere toename van zonnepanelen in Nederland ook zorgt voor daadwerkelijke
CO2-reductie?
Antwoord 9
In toenemende mate ontstaan initiatieven door marktpartijen rondom batterijen. Dit
biedt perspectief voor voortgang van de energietransitie ondanks de problemen rondom
netcongestie. Ik onderzoek of maatregelen zoals aanbevolen in het CE Delft rapport
«Het net slimmer benut» vanuit de overheid noodzakelijk zijn. Ik ben goed in gesprek
met Energy Storage NL en Netbeheer Nederland om te bespreken of energieopslag kan
worden ingepast zodat het netcongestie helpt op te lossen of te voorkomen en wat de
rol van energieopslag in het energiesysteem van de toekomst zal zijn. Ik heb aan uw
Kamer een routekaart opslag in samenwerking met de branche toegezegd in Q1 2023.
Ten aanzien van de salderingsregeling zorgt de afbouw voor een prikkel voor opslag
achter de meter. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.