Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hagen over de Zembla uitzending van 9 september 2022 over PFAS
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de Zembla-uitzending van 9 september 2022 over PFAS (ingezonden 9 september 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister
voor Natuur en Stikstof (ontvangen 19 oktober 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2022–2023, nr. 24.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Zembla d.d. 9 september, waarin wederom wordt
aangetoond dat de hoge gehaltes PFAS in de Westerschelde leiden tot enorme gezondheidsschade
bij omwonenden in het gebied, zowel aan Nederlandse als aan Vlaamse zijde?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Gegeven de constatering dat in borstvoeding de PFAS-waarden zeer hoog zijn en dus
van moeder op kinderen worden doorgegeven, hoe kwalificeert u deze en andere constateringen
gedaan tijdens deze uitzending?
Antwoord 2
Voor de deelnemers die mee hebben gedaan aan het onderzoek van de Vrije Universiteit
(VU) van Amsterdam moet het verontrustend zijn geweest om te horen dat hun borstvoeding
PFAS bevat. Echter, er is ten onrechte geconcludeerd dat de borstvoeding van deze
vrouwen meer dan tien keer meer PFAS bevat dan wat op basis van de gezondheidskundige
grenswaarde als veilig wordt geacht. De VU heeft naar aanleiding van de berichtgeving
door Zembla een verklaring naar buiten gebracht waarin zij afstand neemt van de conclusies
die in de uitzending van Zembla van 9 september jl. worden getrokken.2
De gemiddelde hoeveelheid PFAS komt in het onderzoek uit op ongeveer 77 ng/L borstvoeding.
Dit blijft ruim onder de concentratie van 133 ng/L PFAS in moedermelk die de Europese
Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) als grenswaarde hanteert. Bij deze concentratie
worden geen nadelige effecten van PFAS in moedermelk op het immuunsysteem van jonge
kinderen verwacht. De gemeten PFAS-concentraties in de steekproef van de VU geven
voor het RIVM ook geen aanleiding om te adviseren een kortere periode borstvoeding
te geven of helemaal te stoppen met borstvoeding geven.
Vraag 3
Klopt het dat Indaver jarenlang PFAS heeft geloosd en uitgestoten zonder hiervoor te beschikken over de
juiste vergunning?
Antwoord 3
Van de Vlaamse overheid is vernomen dat op dit moment wordt onderzocht welke emissies
plaatsvinden van Indaver naar de lucht en of deze aanvaardbaar zijn. Indien nodig
zullen extra voorwaarden worden opgenomen in de omgevingsvergunning. Op basis hiervan
kan niet op voorhand gesteld worden dat er nu of in het verleden luchtemissies hebben
plaatsgevonden zonder dat daar de benodigde vergunning voor was afgegeven.
Het lozen van stoffen in oppervlaktewater is (anders dan in Nederland) in Vlaanderen
gekoppeld aan de mogelijkheid tot het kunnen meten ervan. De relevante meetmethode
en de vastgelegde rapportagegrenzen (of bij afwezigheid daarvan: de bepalingsgrenzen)
zijn doorslaggevend om te bepalen wanneer er voor een bepaalde parameter een lozingsnorm
moet aangevraagd worden. Het is de verantwoordelijkheid van een bedrijf om het lozen
van stoffen gereguleerd te krijgen via de vergunning.
Indaver heeft sinds 10 november 20113 een lozingsvergunning voor zes soorten PFAS. Deze werden op aandringen van het bevoegd
gezag door het bedrijf aangevraagd en opgenomen in de omgevingsvergunning. In de recente
vergunning4 zijn de lozingsnormen voor PFAS aangescherpt en zijn meer soorten PFAS opgenomen,
die eerder nog niet in de vergunning waren opgenomen.
Vlaanderen kan vanuit de vergunningsgeschiedenis niet eenduidig concluderen dat er
illegale PFAS-lozingen zouden hebben plaatsgevonden.
Vraag 4
Voldoet Indaver op dit moment wel aan de lozings- en uitstootnormen, zoals opgenomen in de aangescherpte
vergunning?
Antwoord 4
De Vlaamse overheid meldt aan ons dat Indaver op dit moment voldoet aan de nieuw opgelegde
lozingseisen. Sinds de recente aanscherping van de lozingsnormen op 18 juni 2022 heeft
de omgevingsinspectie van het Departement Omgeving tweewekelijkse analyseresultaten
beoordeeld en de situatie van nabij opgevolgd. Analyse gebeurt volgens vastliggende
kwaliteitsprocedures door een gecertificeerd laboratorium. Vlaanderen heeft aangegeven
dat indien daaruit blijkt dat stappen nodig zijn richting het bedrijf, de omgevingsinspectie
die ook zal ondernemen.
Vraag 5
Welke actie heeft u reeds ondernomen en welke actie gaat u nog ondernemen richting
de vervuilers en de Vlaamse regering?
Antwoord 5
Sinds het najaar van 2021 heeft de Vlaamse overheid met Nederlandse overheden informatie
gedeeld over bedrijven die vergunningen hebben om PFAS te lozen en het proces dat
in Vlaanderen wordt doorlopen om vergunningen aan te passen (te verscherpen) en verscherpte
normen in de regelgeving op te nemen. Vergunningen met grensoverschrijdende effecten
worden vanuit Vlaanderen ter advisering gepubliceerd. Dit is een procedure die vergelijkbaar
is met de Nederlandse zienswijzeprocedure. In dit verband heeft Rijkswaterstaat in
een zogenoemd «openbaar onderzoek» voorafgaand aan de totstandkoming van de vergunning
voor Indaver tot tweemaal toe geadviseerd aan de Vlaamse overheid.
De uitkomst van dit proces was een besluit van Minister Demir tot een verder aangescherpte
vergunning voor Indaver. Daarnaast is door de Vlaamse overheid melding gemaakt van
27 vergunningen die tegen het licht zijn gehouden voor wat betreft de PFAS-lozingen,
waarbij bij 25 vergunningen dit tot aanscherping heeft geleid. In de Vlaamse regelgeving
zijn inmiddels scherpere normen voor PFAS-lozingen opgenomen.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het leidende principe moet zijn dat de vervuiler betaalt?
En dat eventuele sancties doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend moeten zijn?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Bent u bereid om in navolging van de motie-Hagen (Kamerstuk 30 175, nr. 402) de schade aangericht door Indaver in samenwerking met de Vlaamse overheid te verhalen op Indaver?
Antwoord 7
Op basis van de invulling van de motie-Hagen (Kamerstuk 30 175, nr. 402) zal bezien worden of en zo ja welk perspectief dit kan bieden voor andere situaties,
zoals bijvoorbeeld Indaver.
Vraag 8
Klopt het dat er meerdere brieven van Rijkswaterstaat zijn gestuurd aan de Vlaamse
overheid waarin u namens de Nederlandse overheid bezwaar maakt tegen de lozingen van
afvalverwerker Indaver?
Antwoord 8
Rijkswaterstaat heeft namens mij brieven verzonden aan het college van burgemeester
en schepenen en het Vlaams departement Omgeving waarmee werd gereageerd op de aanvraag
en op de bijgestelde aanvraag respectievelijk van Indaver voor een omgevingsvergunning.
Deze twee brieven zijn als bijlage bijgevoegd. Anders dan in de media wordt verondersteld,
zijn deze brieven niet binnenskamers gehouden, maar zijn zij ingebracht in een openbaar
onderzoek. De brieven waren of zijn op geen enkele wijze geheim; in het besluit van
de Vlaamse Minister op de vergunningaanvraag van Indaver wordt ook naar het advies
van Rijkswaterstaat verwezen. Over de brieven is ook gesproken in het PFAS-overleg
dat tussen de diverse betrokken partijen plaatsvindt onder leiding van de PFAS-coördinatoren.
Vraag 9
Sinds wanneer is bij u bekend dat Indaver een rol speelt bij de PFAS-vervuiling in de Westerschelde? Wanneer heeft het eerste
contact hierover plaatsgevonden tussen de Nederlandse en Vlaamse overheden?
Antwoord 9
In 2019 heeft Nederland PFAS geagendeerd in de Internationale Schelde Commissie (ISC)
en wordt er internationaal (ook met Vlaanderen) over de PFAS-problematiek in het Scheldestroomgebied
gesproken. Tegelijkertijd zijn bilateraal met Vlaanderen gesprekken en onderzoektrajecten
gestart om de verontreiniging in de Schelde beter in kaart te brengen. In het najaar
van 2021 is Rijkswaterstaat op de hoogte gebracht van de bedrijven in Vlaanderen met
vergunningen waarin PFAS-lozingen zijn opgenomen, waaronder Indaver.
Rijkswaterstaat is in januari 2022 door Vlaanderen uitgenodigd om in het kader van
een openbaar onderzoek advies uit te brengen op de aangevraagde aanpassing van de
vergunning van Indaver Antwerpen, aangezien dit een vergunning betreft met grensoverschrijdende
effecten. Het was duidelijk dat het hierbij om een vergunning ging met een mogelijke
significante impact op de Westerschelde. Door RWS is op 28 januari 2022 een pro-forma
advies naar de gemeente Antwerpen verstuurd. Op 18 februari 2022 is het pro-forma
advies aangevuld om dit compleet te maken. Mede op basis van de ingediende adviezen
is door Indaver een aangepaste aanvraag opgesteld waarbij de lozingsvoorwaarden verder
zijn aangescherpt.
Het Vlaamse Departement voor de Omgeving heeft op 18 mei 2022 aan RWS een verzoek
gestuurd voor een tweede advies op basis van de bijgestelde aanvraag. Naar aanleiding
van de bijgestelde aanvraag en ter voorbereiding van het tweede advies is er op 30 mei
2022 een ambtelijk overleg geweest met het Vlaamse Departement Omgeving. Op 7 juni
2022 is de brief met het tweede advies aan het Vlaamse Departement Omgeving verstuurd.
Op 24 juni 2022 heeft Vlaamse overheid Rijkswaterstaat op de hoogte gebracht van definitieve
vergunning van 18 juni 2022, waarbij deze vergunning nog verder is aangescherpt ten
opzichte van de voorgelegde aangepaste aanvraag.
Op 13 juli heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de Minister van IenW en de Vlaamse
Minister Demir, waarin onder andere is gesproken over de vergunningverlening aan Indaver
en meer in algemene zin over de aanpak van PFAS-lozingen.
Vraag 10
Kunt u een reconstructie geven van al het contact dat heeft plaatsgevonden tussen
de Nederlandse en Vlaamse overheden over de PFAS-vervuiling van Indaver?
Antwoord 10
Zie de beantwoording van vraag 9.
Vraag 11
Kunt u alle documenten waarnaar in de uitzending wordt verwezen aan de Kamer doen
toekomen?
Antwoord 11
Ja, de documenten zijn als bijlage aan de beantwoording toegevoegd. Zie ook het antwoord
bij vraag 8, die de RWS-adviezen betreffen. Daarnaast is het rapport van de onderzoeker
bijgevoegd.
Vraag 12
Wat is de reden dat u tijdens het commissiedebat Externe veiligheid d.d. 22 juni,
geen melding heeft gemaakt van de contacten met Vlaanderen over Indaver, terwijl meerdere brieven uit uw naam zouden zijn verstuurd?
Antwoord 12
De Minister van IenW is de verantwoordelijk bewindspersoon voor lozingen van afvalwater.
Deze was geen deelnemer aan het commissiedebat Externe Veiligheid. In het debat is,
naar aanleiding van vragen van enkele leden over lozingen van PFAS, door de Staatssecretaris
aangegeven dat de Minister hierop terug komt voorafgaand aan het WGO Water.
In de op 15 juli aan uw Kamer toegestuurde voortgangsrapportage van de PFAS-coördinatoren
zijn de contacten over Indaver vermeld, in de gehele context van de contacten met
Vlaanderen over het verminderen van PFAS-lozingen.
Vraag 13
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het «breed meerjarig landelijk gezondheidsonderzoek» zoals geadviseerd door de GGD Zeeland?5
Antwoord 13
De Kamer wordt hier voorafgaand aan het Commissiedebat PFAS met een Kamerbrief over
geïnformeerd.
Vraag 14
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk en individueel van elkaar beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.