Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over het bericht dat kleinschalige jeugdgevangenissen leegstaan
Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat kleinschalige jeugdgevangenissen leegstaan (ingezonden 19 september 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 19 oktober 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 241
Vraag 1
Kent u het bericht «Vijf kleine jeugdgevangenissen zijn begonnen als experiment en
staan nu nagenoeg leeg»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Staat u nog steeds achter het doel achter de Kleinschalige Voorzieningen Justitiële
Jeugd (KVJJ) om daarvoor in aanmerking komende jongeren dicht bij hun leefomgeving
te kunnen plaatsen zodat school en werk kunnen doorgaan, hun sociale netwerk in stand
blijft en dat daardoor hun resocialisatie kansrijker is dan in een in reguliere justitiële
jeugdinstelling (JJI)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja. De Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd (hierna: KVJJ) is een voorziening
waar jongeren dichtbij hun eigen leefomgeving verblijven met een lager beveiligingsniveau
dan in de JJI. Ik ben ervan overtuigd dat het gebruik van de KVJJ de resocialisatie
van jongeren ten goede komt, omdat positieve elementen in het netwerk van de jongeren
behouden kunnen blijven en eerder ingezette zorg, hulp, onderwijs en/of werk kunnen
doorlopen.
Vraag 3
Wat is de capaciteit van de vijf KVJJ’s, sinds wanneer is die beschikbaar en hoeveel
daarvan is er bezet?
Antwoord 3
De gemiddelde bezetting van de KVJJ’s is laag. In de monitor van de KVJJ wordt momenteel
onderzocht hoe groot de potentiele doelgroep voor deze modaliteit is. Daarnaast verloopt
de toeleiding naar de KVJJ nog niet goed, waardoor de KVJJ onderbenut wordt. Ik zet
me in om de mogelijkheden van de KVJJ’s optimaal te benutten, om zo het gewenste maatwerk
voor strafrechtelijke jongeren te realiseren. Dit heeft echter tijd nodig. De KVJJ
is een relatief nieuwe modaliteit binnen het jeugdstrafrecht, waardoor het nog niet
overal in de jeugdstrafrechtketen even bekend is en de werkwijze voor plaatsing nog
niet optimaal is ingericht.
Jaartal
Totale instroom KVJJ’s
2017
48
2018
41
2019
32
2020
43
2021
51
2022
391
X Noot
1
Per 26-09-2022.
KVJJ
Operationeel sinds
Capaciteit
Gemiddelde bezetting in 2021
Gemiddelde bezetting in 20221
Bezetting op 12-10-2022
Amsterdam
September 2016
8
5,3
4,53
8
Zuid
April 2020
8
1,19
1,41
2
Noord
April 2021
8
0,99
1,82
0
Rijnmond
Augustus 2021
82
0,46
1,54
4
Den Haag
September 2021
83
0,42
1,82
1
X Noot
1
Per 13-10-2022.
X Noot
2
Bij ingebruikname 4 plekken.
X Noot
3
Bij ingebruikname 2 plekken.
Vraag 4
Klopt het dat er voldoende personeel en budget voor de KVJJ’s is om ze ook te kunnen
benutten? Zo nee, wat klopt er dan niet?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Klopt het dat de Raad voor de Kinderbescherming, reclassering, advocaten, Openbaar
Ministerie en de rechter vaak adviseren jongeren naar een kleine locatie te sturen?
Zo ja, heeft u een indicatie in hoeveel gevallen dit wordt geadviseerd en in hoeveel
van die gevallen een jongere dan ook daadwerkelijk in een KVJJ wordt geplaatst? In
hoeveel gevallen wordt een jongere dan toch in een reguliere JJI geplaatst?
Antwoord 5
De Raad voor de Kinderbescherming (bij jongeren tot 18 jaar) en de Reclasseringsorganisatie
(bij jongeren vanaf 18 jaar) kunnen jongeren aanmelden voor plaatsing in een KVJJ.
Om een jongere in een KVJJ te plaatsen, is een akkoord van het OM een vereiste. Rechters
kunnen over de plaats van tenuitvoerlegging (zoals een KVJJ) advies uitbrengen.
Sinds medio 2021 wordt het functioneren van de KVJJ’s (en de keten daaromheen) gemonitord,
waarin ook cijfers over de toeleiding worden bijgehouden2. In de periode januari 2021 tot en met juni 2021 waren er 72 aanvragen voor plaatsing
in een KVJJ, waarna DIZ bij 57 jongeren een positief besluit tot plaatsing nam (79%)3. Uiteindelijk zijn er 43 jongeren daadwerkelijk in een KVJJ geplaatst4. Van de 29 jongeren die niet zijn geplaatst, zijn er 18 in een JJI geplaatst, 9 geschorst
en is één jongere civiel geplaatst. In de periode juli 2021 tot en met februari 2022
waren er 92 aanvragen voor plaatsing in een KVJJ, waarna DIZ bij 69 jongeren een positief
besluit tot plaatsing nam (75%)5. Uiteindelijk zijn er 53 jongeren daadwerkelijk in een KVJJ geplaatst. Van de 39
jongeren die niet zijn geplaatst, zijn er 18 in een JJI geplaatst, 13 geschorst en
bij 8 jongeren ontbreekt deze data in de monitor.
Vraag 6
Deelt u de mening van de woordvoerder van uw ministerie dat de voorwaarden «die zij
hanteert voor het wel of niet plaatsen beter kunnen»? Zo ja, wat moet er beter en
op welke termijn gaat dit gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja. In de praktijk worden de plaatsingscriteria door de organisaties in de jeugdstrafrechtketen
niet altijd op dezelfde manier geïnterpreteerd. Daarom worden de plaatsingscriteria,
in samenspraak met de keten, momenteel herijkt. Deze herijking zal dit najaar afgerond
zijn. Ik verwacht dat de plaatsingscriteria hiermee duidelijker zullen worden en ze
een betere onderlinge samenhang krijgen. De plaatsingscriteria worden periodiek op
deze wijze tegen het licht gehouden.
Daarnaast wordt gekeken of, en zo ja hoe de werkwijze voor plaatsing kan worden versimpeld.
Om een jongere in een KVJJ te kunnen plaatsen moeten er een aantal administratieve
stappen doorlopen worden, wat mogelijk afschrikt om een jongere voor de KVJJ aan te
melden. Ook wordt de werkwijze van plaatsing meegenomen in de monitor van de KVJJ,
waarvan de resultaten naar verwachting in april 2023 gereed zijn.
Vraag 7
Waarom worden adviezen om een jongere in een KVJJ te plaatsen niet altijd opgevolgd?
Op grond van welke criteria beslist de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van uw ministerie
over de plaatsing van een veroordeelde jongere? In welke mate wijken die criteria
af van die van bijvoorbeeld rechters? Hoe vaak wordt er afgeweken van de adviezen
van een rechter?
Antwoord 7
Jongeren worden in een KVJJ geplaatst als ze voldoen aan een aantal criteria (zoals
motivatie en aanwezigheid van beschermende factoren) en er geen contra-indicaties
zijn (zoals nabijheid van het slachtoffer en een hoog risico op onttrekking). Jongeren
met een verdenking van levensdelicten, ernstige zedendelicten of ernstige psychiatrische
problematiek worden niet geplaatst. Voor een volledig overzicht van de huidige plaatsingscriteria
verwijs ik naar het informatieblad over de KVJJ voor ketenpartners6. De rechter(-commissaris) bepaalt of vrijheidsbeneming voor een jongere aan de orde
is en kan over de plaats van tenuitvoerlegging (zoals een KVJJ) ook advies uitbrengen.
Er wordt door DJI niet structureel bijgehouden hoe vaak rechters een positief advies
geven over plaatsing in een KVJJ.
Vraag 8
Beschikt de DIZ over de benodigde informatie over de veroordeelde jongere, zijn omgeving,
zijn mogelijk achterliggende problemen? Zo ja, hoe komt de DIZ aan die informatie
en kennis om daar mee om te gaan? Zo nee, hoe kan dan toch een afweging over plaatsing
in een KVJJ worden gemaakt?
Antwoord 8
Ja. DIZ besluit namens mij of een jongere in een KVJJ wordt geplaatst. De selectiefunctionarissen
van DIZ worden geselecteerd en adequaat getraind om deze weging te kunnen maken. Uitgangspunt
is dat zij hierin geadviseerd worden door de Raad voor de Kinderbescherming (bij jongeren
tot 18 jaar), Reclasseringsorganisatie (bij jongeren vanaf 18 jaar), de rechter, de
JJI en/of de KVJJ. De selectiefunctionaris ontvangt verschillende documenten om te
kunnen beoordelen of plaatsing in een KVJJ wenselijk is. Denk hierbij aan: de voorgeleidingsrapportage,
een inschatting van het risico op onttrekking en een plan van aanpak voor de invulling
van het verblijf. De selectiefunctionaris weegt eventueel aanwezige veiligheidsrisico’s
en belangen van het slachtoffer mee in de besluitvorming. Ook is een akkoord van het
OM met de plaatsing in een KVJJ een vereiste.
Vraag 9
Waarom is na de proefperiode met de KVJJ’s besloten dat niet langer de rechter maar
de afdeling DIZ over de plaatsing moest beslissen?
Antwoord 9
Sinds het besluit om de KVJJ op te nemen in het stelsel, is het plaatsingsproces van
de KVJJ en de rol van DIZ daarin in lijn gebracht met het bredere plaatsingsproces
zoals geregeld in hoofdstuk IV van de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen.
Dat betekent dat de rechter besluit of vrijheidsbeneming voor een jongere aan de orde
is en DIZ besluit, net als bij alle andere strafrechtelijke plaatsingen, namens mij
in welke inrichting en afdeling dat gebeurt.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de beoordeling of een jongere al dan niet in een KVJJ dient
te worden geplaatst wellicht beter aan een rechter die daarover advies en informatie
bij anderen kan inwinnen kan worden overgelaten? Zo ja, hoe gaat u hier gevolg aan
geven? Zo nee, waarom zou de DIZ een betere afweging kunnen maken?
Antwoord 10
Nee, die mening deel ik niet. Doordat DIZ (namens mij) plaatst kan centraal worden
gestuurd en getoetst op de kwaliteit en uniformiteit van de selectie(voorstellen).
Hierdoor wordt rechtsongelijkheid zoveel mogelijk voorkomen: bij elke jongere wordt
de vraag of plaatsing in een KVJJ wenselijk is op dezelfde manier gewogen. Daarnaast
kan door de plaatsing te centraliseren naast het belang van de jongere, ook het bredere
belang van capaciteitsmanagement worden meegewogen. Tenslotte kan op deze wijze goed
worden beoordeeld in hoeverre het wenselijk is om een jongere samen te plaatsen met
de jongeren die al in een KVJJ verblijven, en kan ook rekening worden gehouden met
elementen als delictgeschiedenis en eventuele nabijheid van een slachtoffer.
Vraag 11
Hoe verhouden de zorgen van onder andere de Inspectie Justitie en Veiligheid, het
personeel van de JJI’s zelf, de ondernemingsraden en de commissies van toezicht dat
er ondanks extra geld voor de reguliere JJI’s daar nog steeds sprake is van personeelsgebrek
en een veiligheidsrisico voor medewerkers en jongeren, zich tot het feit dat de KVJJ’s
voor een groot deel onbenut blijven?7
Antwoord 11
Dat is natuurlijk wrang. Ik zet me in om de mogelijkheden van de KVJJ’s optimaal te
benutten, om zo het gewenste maatwerk voor strafrechtelijke jongeren te realiseren.
Hiermee kan tegelijkertijd de druk op het personeel van de JJI’s worden verlicht.
Daarnaast wordt in bovengenoemde monitor momenteel nader onderzocht hoe groot de potentiele
doelgroep van de KVJJ is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.