Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat gedetineerden niet met verlof kunnen vanwege maandenlange wachttijden bij de verlofaanvraag
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat gedetineerden niet met verlof kunnen vanwege maandenlange wachttijden bij de verlofaanvraag (ingezonden 13 september 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 18 oktober 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 143.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat verloven van gedetineerden die zijn veroordeeld
voor een ernstig gewelds- of zedendelict zijn ingetrokken omdat de wachttijden bij
psychologen soms maanden bedragen? Herkent u deze problemen?1
Antwoord 1
Ja. Het beeld dat bepaalde categorieën gedetineerden moeten wachten op de afname van
een risicotaxatie en delictanalyse voorafgaand aan hun verlof(fase) herken ik.
Vraag 2
Klopt het dat deze ingetrokken verloven het gevolg zijn van de nieuwe werkwijze onder
de Wet straffen en beschermen? Zo nee, waar ligt dit dan aan?
Antwoord 2
Het intrekken van verloven op deze grond is niet terug te voeren op de (deels) per
1 juli 2021 inwerking getreden Wet straffen en beschermen. De ingetrokken verloven
zijn het gevolg van de wijziging van artikel 3 van de Regeling tijdelijk verlaten
van de inrichting (Rtvi) uit november 2021.2 Met de wijziging werd geregeld dat een risicotaxatie en delictanalyse verplicht worden
betrokken bij het re-integratieverlof van gedetineerden die zijn veroordeeld voor
een ernstig gewelds- en zedenmisdrijf en in verband met een specifieke zorg- of behandelingsbehoefte
worden overgeplaatst naar een forensische zorginstelling. In de formulering van dit
artikel is ten onrechte opgenomen dat dat voor iedere verlofsituatie dient te worden
opgesteld. Hierdoor zijn de voorwaarden voor re-integratieverlof voor een te ruime
doelgroep aangescherpt. Door de hierdoor toegenomen vraag om een risicotaxatie en
delictanalyse uit te voeren, zijn er wachttijden ontstaan bij de inrichtingspsychologen
die deze risicotaxatie en delictanalyse moeten afnemen. Dit heeft tot gevolg dat het
langer duurt voordat op een verlofaanvraag kan worden beslist. Het kan hierdoor ook
voorkomen dat nieuwe verloven nu niet worden toegekend aan gedetineerden die eerder
wel met verlof mochten. Op dit moment wordt de huidige (te ruime) formulering in de
Rtvi aangepast. Het streven is de gewijzigde regeling per 1 januari in werking te
laten treden. Vooruitlopend op deze wijziging heb ik met DJI afgesproken dat zij vanaf
6 september 2022 niet meer bij alle verlofaanvragen van gedetineerden waarbij sprake
is van een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf, standaard een risicotaxatie en delictanalyse
verplicht wordt gesteld (zie ook antwoord op vraag 6).
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat verloven van wezenlijk belang zijn om recidive te verminderen
en dat het dus niet goed is als verloven geen doorgang kunnen vinden?
Antwoord 3
Ja, re-integratieverlof is een wezenlijk onderdeel van het detentie- en re-integratietraject
van gedetineerden en belangrijk om recidive te verminderen. Daarbij is het wel belangrijk
dat risico’s voor de veiligheid van de samenleving, voorafgaand aan het re-integratieverlof,
goed in beeld worden gebracht. Voor de verzoeken tot re-integratieverlof (extramurale
arbeid, kortdurend- en langdurend re-integratieverlof) wordt daarom altijd de Risicoscreener
Geweld afgenomen. Indien uit de Risicoscreener Geweld volgt dat sprake is van ernstige
zorgen is afname van een verdiepende risicotaxatie aangewezen.
Vraag 4
Is bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wet straffen en beschermen voldoende geanticipeerd
op het feit dat meer gedetineerden voor hun verlof aan een risicotaxatie of delictanalayse
onderworpen dienen te worden? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De verplichting om bij de doelgroep van veroordeelden voor een ernstig geweld- of
zedendelict verplicht een risicotaxatie en delictanalyse uit te voeren voorafgaand
aan een plaatsing vanuit detentie naar een forensische zorginstelling, vloeit voort
uit de maatregelen die in 2019 zijn genomen naar aanleiding van de zaak Michael P.
De ontstane situatie vloeit, zoals hierboven reeds is aangegeven, niet voort uit de
inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen. Deze verplichting is met de genoemde
wijziging van de Rtvi in november 2021 ten onrechte te ruim aangescherpt naar alle
aanvragen tot re-integratieverloven voor deze doelgroep.
Vraag 5
Kunt u per gevangenis aangeven hoe lang de extra wachttijden gemiddeld zijn voor gedetineerden
die een ernstig zeden- en/of geweldsdelict op hun kerfstok hebben, en om hoeveel gedetineerden
het gaat die tegen vertragingen voor hun verlof aanlopen?
Antwoord 5
Op 31 augustus 2022 betrof het landelijk totaal aantal aanvragen om toekenning van
re-integratieverlof van gedetineerden die zijn veroordeeld voor een ernstig geweld-
of zedendelict en waarbij moest worden gewacht op een risicotaxatie en delictanalyse,
ongeveer 100 zaken. Omdat dit per geval en per penitentiaire inrichting verschilt
is het niet mogelijk om de gemiddelde wachttijd aan te geven die is gemoeid met het
wachten op een risicotaxatie en delictanalyse.
Vraag 6
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat wachttijden om met verlof te mogen gaan zo
spoedig mogelijk verleden tijd zijn? Bent u bereid om te kijken of de eis van een
risicotaxatie/delictanalyse niet te breed is geformuleerd?
Antwoord 6
Zoals in het antwoord bij vraag 2 aangegeven wordt op dit moment de huidige (te ruime)
formulering in de Rtvi aangepast. Het streven is de gewijzigde regeling per 1 januari
in werking te laten treden. Vooruitlopend op deze wijziging heb ik met DJI afgesproken
dat zij vanaf 6 september 2022 niet meer bij alle verlofaanvragen van gedetineerden
waarbij sprake is van een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf, standaard een risicotaxatie
en delictanalyse verplicht wordt gesteld. De risicotaxatie en delictanalyse zijn verplicht
voor gedetineerden die zijn veroordeeld voor een ernstig geweld- of zedendelict en
in verband met een specifieke zorg- of behandelingsbehoefte worden overgeplaatst naar
een forensische zorginstelling. Voorafgaand aan alle verzoeken tot re-integratieverlof
(extramurale arbeid, kortdurend- en langdurend re-integratieverlof) dient altijd in
de penitentiaire inrichting de Risicoscreener Geweld te worden afgenomen. Indien uit
de Risicoscreener Geweld volgt dat sprake is van ernstige zorgen is afname van een
verdiepende risicotaxatie noodzakelijk, tenzij door de penitentiaire inrichting afdoende
beargumenteerd kan worden waarom er gegronde redenen zijn om een verdiepende risicotaxatie
niet af te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.