Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over het bericht ‘Zedenrecherche ondanks miljoenen nauwelijks opgeschaald’
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zedenrecherche ondanks miljoenen nauwelijks opgeschaald» (ingezonden 8 september 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 oktober
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 98.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zedenrecherche ondanks miljoenen nauwelijks opgeschaald»1?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2, 3 en 4
Klopt het dat er met de motie-Klaver2 vanaf 2020 vijftien miljoen euro structureel is vrijgemaakt om het aantal zedenrechercheurs
op te schalen? Wat was het aantal zedenrechercheurs eind 2019?
Klopt het dat uit de middelen van de motie-Klaver 60 fulltime-equivalent (fte) aan
zedenrechercheurs geworven zou worden? Klopt het voorts dat u in uw brief3 van 10 mei schetst dat daar reeds 44,5 fte van geworven is? Per wanneer zijn deze
extra zedenrechercheurs feitelijk aan het werk?
Hoe beoordeelt u de stelling van Argos dat dit aantal een papieren werkelijkheid is?
Kunt u aangeven wat de feitelijk inzetbare extra geworven recherchekracht is?
Antwoord 2, 3 en 4
Met de motie Klaver is met ingang van 2020 15 miljoen euro structureel geïnvesteerd
in de aanpak van zedenzaken. Met dit geoormerkte geld werkt de politie aan een structurele
en gefaseerde uitbreiding van de capaciteit met in totaal ca. 113 fte bij de zedenteams,
intelligence, digitale recherche, forensische opsporing en zedendocenten bij de Politieacademie.
In mijn brief van 10 mei jl. heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken. De verwachting
is dat de beoogde uitbreiding eind 2023 is gerealiseerd. Van de in totaal voorziene
formatie-ophoging van 113 fte is 98,7 fte gerealiseerd, dat is 87%.
Het opplussen van de bezetting is gegeven de arbeidsmobiliteit (m.n. uitstroom, doorstroom
en krappe arbeidsmarkt) geen gemakkelijke opgave.
Op peildatum 31 augustus 2019 is de formele bezetting binnen de teams Zeden 619,6
FTE en op de peildatum 31 augustus 2022, 667,8 FTE. Afgezet tegen de totale formatie
van de teams Zeden in 2022 van 668,5 fte is dit een toename in de bezetting van 48,2
FTE in de afgelopen 3 jaren. De bezetting is altijd een momentopname. Door vertrek
of nieuwe instroom van medewerkers fluctueert dit getal.
Vraag 5
Klopt het dat met de motie-Hermans4 vanaf 2022 27,5 miljoen euro structureel is vrijgemaakt voor het thema zeden waaronder
vier miljoen euro voor de politie? Hoeveel extra fte komt er bij de politie bij en
waar in de politieorganisatie landen deze extra fte? Klopt het dat deze intensivering
van vier miljoen euro bij de politie per 2024 geëffectueerd wordt? Zo ja, waarom is
dit het geval en waar is de vier miljoen euro die in 2022 en 2023 beschikbaar was
aan besteed?
Antwoord 5
Uw Kamer is bij brieven van 21 september en 13 oktober 2021 over de besteding van
de middelen die met de motie Hermans beschikbaar zijn gesteld geïnformeerd.5 De motie Hermans voorziet onder andere in financiële dekking voor de implementatie
en uitvoering van het wetsvoorstel seksuele misdrijven, zoals deze op 11 oktober 2022
aan uw Kamer is gezonden. Het betreft 20 miljoen structureel en 3,6 miljoen incidenteel.
Hiervan zijn ruim 5 miljoen structureel voor de politie (vanaf de voorziene datum
van inwerkingtreding van het wetsvoorstel seksuele misdrijven) en circa 2,4 miljoen
incidenteel in de periode 2022 – 2023. Deze incidentele middelen worden ingezet om
de implementatie van het wetsvoorstel seksuele misdrijven voor te bereiden. Met de
structurele gelden kan de politie in de toekomst tegemoetkomen aan de taken die de
voorziene wetgeving met zich meebrengt, zoals de mogelijke vermeerdering van het aantal
meldingen door de wijziging van het aanrandings- en verkrachtingsdelict.
Daarnaast heeft uw Kamer door middel van dezelfde motie-Hermans6 een extra impuls, namelijk 4 miljoen, gegeven aan de versterking van de zedenteams
van de politie. Zoals nu verwacht worden deze extra middelen besteed aan de doorlooptijden
op de aanpak van zeden en de teams kinderporno. Deze Hermans-gelden komen (in tranches)
vanaf 2024 vrij. De uitwerking hiervan is nog gaande maar zal zich concentreren op
het verkorten van de doorlooptijden van zedenzaken en de aanpak van kinderporno.
Vraag 6
Kunt u in een tabel voor de motie-Klaver vanaf 2020 en motie-Hermans vanaf 2022 gedetailleerd
per jaar aangeven hoe deze structurele middelen worden besteed tot en met 2028?
Antwoord 6
Tabel 1 motie Klaver c.s. (fte/stand 1 september 2022)
Functie
Totaal eind 2023
Geworven
Aangesteld
Zedenrechercheur
60
51,5
49,5
Intelligence
11
8
7
Digitale recherche
19,3
12,3
11,4
Forensische opsporing
20
20
20
Zedendocenten
3
3
3
Totaal
113,3
94,8
89,9
De Klavergelden gaan in tranches naar de politie. In tranche 2022 dient er nog 1 fte
intelligence medewerker en 2,9 fte digitaal rechercheurs te worden geworven. De werving
loopt hiermee goed op schema. Voor tranche 2023 geldt dat er in totaal 8,5 fte zedenmedewerkers,
2 fte intelligence medewerkers en 4,1 fte digitaal rechercheurs dienen te worden ingevuld.
Vooruitlopend hierop is al wel gestart met de werving om te zorgen dat medewerkers
zo snel mogelijk in 2023 kunnen worden aangesteld. Het verschil tussen geworven en
aangesteld komt voort uit bijvoorbeeld lopende veiligheidsonderzoeken.
Zie voor de motie Hermans ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
In hoeverre zijn de middelen uit het tweetal moties gebruikt om een pensioengolf op
te vangen, in plaats van de zedenteams op te schalen? Waarom is er in de cijfers uit
de brief van 10 mei geen rekening gehouden met het natuurlijke verloop en andere uitstroom
bij deze teams?
Antwoord 7
Voor de brief van 10 mei is geantwoord op de vraag hoeveel fte’s zijn aangesteld op
grond van de gelden van de motie Klaver. Dit staat in principe los van het natuurlijk
verloop dat binnen de gehele politieorganisatie plaatsvindt, omdat het hier gaat om
het creëren van nieuwe formatieplaatsen. De Klavergelden zijn gebruikt om 87% van
de nieuwe formatieplaatsen te realiseren. De laatste tranche komt vrij in 2023.
Dat betekent dat deze middelen conform hun doelen worden besteed en niet worden aangewend
om bijvoorbeeld een pensioengolf op te vangen.
Vraag 8
Kunt u voortaan bij intensiveringen in capaciteit door het structureel beschikbaar
maken van extra geld de uitstroom van personeel meenemen?
Antwoord 8
Intensiveringen in de capaciteit van de politie, door het structureel beschikbaar
stellen van extra geld, worden door politie verwerkt in het Strategische Prognosemodel
Politie (SPP). In dit model wordt (onder meer) gewerkt met prognoses ten aanzien van
de on/voorzienbare uitstroom van personeel. Hierbij wordt dus al rekening gehouden
met (on)voorzienbare uitstroom.
Vraag 9
Klopt het dat er grote regionale verschillen in de wachttijden van zedenaangiftes
zijn? Kunt u uitleggen waarom die regionale verschillen ontstaan zijn? Welke regio’s
lopen achter?
Antwoord 9
Voorop staat dat elk slachtoffer van seksueel geweld alle bescherming, begeleiding
en ondersteuning verdient die hij of zij nodig heeft. Onderlinge verschillen in de
doorlooptijden bij verschillende eenheden van de politie kunnen onder andere te maken
hebben met het aantal zaken met een grote complexiteit en zijn ook afhankelijk van
overige partners in de strafrechtketen. Er kan over het algemeen niet gestuurd worden
op in welke eenheden van politie op welk moment meer of minder complexe zaken gaan
spelen. Wel werkt de strafrechtketen (OM, politie en ZM) aan een plan om de doorlooptijden
in de strafrechtketen zoveel als mogelijk te verkorten. Hierbij is nadrukkelijk ook
aandacht voor het met gerichte maatregelen verbeteren van onderlinge verschillen in
de doorlooptijden per arrondissement en eenheden van politie. Naar verwachting zal
het plan eind 2022 gereed zijn.
Vraag 10
Wat doet de politie respectievelijk het Bestuurlijk Ketenberaad om deze regionale
verschillen te verkleinen?
Antwoord 10
In het algemeen geldt dat het Bestuurlijk Ketenberaad dit voorjaar aan de slag is
gegaan met het vormgeven van een hernieuwde aanpak van de doorlooptijden in zedenzaken,
waarover uw Kamer bij brief van 30 mei jl. is geïnformeerd.7 Daartoe wordt op dit moment een plan van aanpak opgesteld, dat bestaat uit verschillende
ketenbrede maatregelen die mede tot doel hebben om de doorlooptijden te verbeteren.
In dit kader wordt ook bezien of er binnen de regio’s best practices bestaan die relevant kunnen zijn voor andere regio’s. Zoals hierboven aangegeven
is dit plan van aanpak naar verwachting eind 2022 gereed.
Vraag 11
Klopt het dat het implementatietraject van de Wet seksuele misdrijven incidenteel
€ 600.000,– bedraagt en dat de uitgaven worden gedaan in 2024, zoals is uiteengezet
in de brief van 13 september 2021 over de financiële gevolgen van de Wet seksuele
misdrijven?
Antwoord 11
Zoals in antwoord op vraag 5 aangegeven is uw Kamer bij brieven van 21 september 2021
en 13 oktober 2021 over de financiële gevolgen van het wetsvoorstel seksuele misdrijven
respectievelijk de besteding van een deel van de middelen die via de motie Hermans
beschikbaar zijn gesteld om de aanpak van seksuele misdrijven en online kinderpornografisch
materiaal een impuls te geven, geïnformeerd. Ik ga, gelet hierop, ervan uit dat de
brief waar u in deze vraag naar verwijst eerdergenoemde brief van 21 september 2021
is. Daarin is inderdaad aangegeven dat voor het implementatietraject in het kader
van het wetsvoorstel seksuele misdrijven een bedrag van 600.000 euro is opgenomen.
Dit bedrag is bedoeld voor de ondersteuning vanuit JenV om de (uitvoerings)organisaties,
voorafgaand aan de inwerkingtreding van het wetsvoorstel, die in 2024 is voorzien,
bij de voorbereiding op de implementatie van het wetsvoorstel. Denk bijvoorbeeld aan
opleidingen en het aanpassen van werkprocessen en systemen.
Vraag 12
Kunt u de Kamer een nieuwe raming doen toekomen over de financiële gevolgen van de
Wet seksuele misdrijven?
Antwoord 12
Ja, zie onderstaande tabel waarin de financiële gevolgen van het wetsvoorstel nader
gespecificeerd zijn.
(in euros x 1.000)
Incidenteel
Structureel
Kosten per organisatie
2022
2023
2024
2025
2026
2027
Totaal
1.857
1.857
10.426
16.722
20.643
20.642
Politie
1.229
1.229
4.722
4.779
5.367
5.214
NFI
40
40
1.002
1.014
1.135
1.104
OM
103
103
826
1.548
1.548
1.504
DJI totaal
–
–
1.881
7.255
9.496
10.555
DRC
310
310
–
–
805
–
Overige kosten strafrechtsketen
175
175
1.995
2.126
2.292
2.265
Specificatie overige kosten
Raad voor Rechtsbijstand
–
–
65
101
99
101
Raad voor de rechtspraak
72
72
147
310
310
310
RvdK
–
–
8
20
25
25
CJIB
0
0
81
73
75
75
Reclassering Nederland
0
0
4
3
-3
-3
Slachtofferhulp Nederland
103
103
310
206
206
206
Slachtofferzorg
0
0
1.041
1.056
1.187
1.153
Schadefonds Geweldsmisdrijven
0
0
283
285
310
310
Halt
–
–
52
52
52
52
RSJ
0
0
4
20
31
36
Specificatie DJI
DJI-gevangeniswezen
–
–
918
5.067
7.101
8.071
DJI-Forensische zorg
–
–
751
1.672
1.732
1.733
DJI – jeugd
–
–
212
516
663
751
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.