Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Eerdmans en Pouw-Verweij over de bedreiging van het wokisme
Vragen van de leden Eerdmans en Pouw-Verweij (beiden JA21) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de bedreiging van het wokisme (ingezonden 15 september 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 14 oktober
            2022).
         
Vraag 1
            
Bent u op de hoogte van het totaal ontkennen door uw voorganger van alarmerende signalen
               over politieke intimidatie door een woke-cultuur en cancel-praktijk in het hoger onderwijs?1
Antwoord 1
            
Ik ben op de hoogte van de vragen die de leden van de JA21-fractie eerder stelden.
Vraag 2
            
Hoe beoordeelt u deze ontkenning, nu opnieuw blijkt dat wokisme wel degelijk een grote
               bedreiging vormt, zoals blijkt aan Erasmus Universiteit Rotterdam waar studenten met
               een conservatiever wereldbeeld zich stilhouden omdat ze bang zijn voor boze, negatieve
               reacties?2
Antwoord 2
            
De publicatie in De Telegraaf waarnaar verwezen wordt, betreft het relaas van twee
               studenten bestuurskunde en sociologie die ook actief zijn in de centrale studentenraad.
               Zo sprak een van hen zich uit tegen een regenboogzebrapad op de campus en kreeg hierop
               vervolgens kritiek via een appgroep. Een ander voorbeeld dat zij aandroegen is dat
               de Europese Unie als instituut in een studieboek kritiekloos zou worden aangeprezen.
               De student had het gevoel dat het geen zin heeft om hier tijdens college vragen over
               te stellen.
            
Ik zie in deze voorbeelden geen bedreiging van de academische vrijheid, de vrijheid
               van meningsuiting of de kwaliteit van het onderwijs. De studenten zijn het niet eens
               met bepaalde uitingen, en de universiteit weerhoudt hen er niet van om zich daarover
               uit te spreken binnen de universiteit. De berichtgeving hierover geeft daar ook geen
               concrete signalen over. Deze studenten kunnen het gesprek aangaan met betrokken docenten
               en bestuurders, zo nodig een klacht indienen bij de instelling of bezwaar maken tegen
               beslissingen. Ook kunnen zij kwesties agenderen in de studentenraad. Ik hecht daarbij
               te verwijzen naar de reactie van het College van Bestuur die ook in het bericht van
               De Telegraaf is opgenomen: «Als instituut bieden wij ruimte en faciliteiten voor discussie
               over een veelheid van gevoelige onderwerpen en politieke meningen. Iedereen in onze
               gemeenschap mag zich uitspreken en zijn/haar mening hebben over deze onderwerpen op
               een respectvolle manier. Ook als het schuurt».
            
Vraag 3
            
Deelt u de constatering van de Minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yeşilgöz-Zegerius,
               die in haar Schoo-lezing waarschuwt voor de verstikkende invloed van het wokisme op
               onze universiteiten?3
Antwoord 3
            
De Minister van Justitie en Veiligheid onderstreepte in haar lezing het belang van
               de democratische rechtsstaat als open samenleving. Zij stelt terecht dat ons vermogen
               om te groeien, om te leren, om te ontwikkelen, gevoed wordt door wederzijdse kritiek
               en open discussies. Ook waarschuwt zij voor ongefundeerde verdachtmakingen en wantrouwen
               tegen wetenschap, media en de overheid en stelt ze dat we moeten opstaan tegen intolerantie
               en intimidatie in het maatschappelijke verkeer. Dit is een oproep die ik natuurlijk
               van harte onderschrijf. Iedereen, de universiteitsbesturen voorop, is het eens over
               het belang van academische vrijheid binnen universiteiten.
            
Vraag 4
            
Deelt u de constatering van uw collega Yeşilgöz dat mensen die vinden dat zij mogen
               bepalen welke informatie of mening juist is en welke niet, wat kwetsend en wat niet,
               wie wel deugt en wie niet, en dat allemaal onder de vlag van inclusie in werkelijkheid
               alleen bezig zijn met uitsluiten?
            
Antwoord 4
            
Over feiten en meningen, over wat kwetsend is en over welk gedrag wenselijk is, moet
               debat en dialoog mogelijk zijn op een respectvolle manier Debat gaat soms gepaard
               met een zekere felheid en geestdrift. Dit is iets anders dan iemand de mond snoeren
               of uitsluiten. Het zou de kwaliteit van het debat over maatschappelijke kwesties ten
               goede komen als men elkaar over en weer niet te snel afrekent op toon, maar zich richt
               op de inhoud.
            
Vraag 5
            
Wanneer informeert u de Kamer over de uitkomsten van het gesprek dat u voert met de
               universiteiten over het risico op zelfcensuur wegens een klimaat van woke en cancelen
               en over de acties die worden ingezet om de academische vrijheid te verdedigen?
            
Antwoord 5
            
In antwoord op een schriftelijke vraag van het lid Van der Woude (VVD)4 heb ik aangekondigd in gesprek te gaan met de Universiteiten van Nederland en de
               Vereniging Hogescholen, mede naar aanleiding van bevindingen van de Inspectie van
               het Onderwijs over het studie- en werkklimaat. Ik zal uw Kamer voor het einde van
               dit kalenderjaar op de hoogte stellen van de uitkomsten.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
