Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over de strijd tussen Azerbeidzjan en Armenië
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de strijd tussen Azerbeidzjan en Armenië (ingezonden 20 september 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 14 oktober 2022).
Vraag 1
Veroordeelt u, net als Amerikaans democraat Nancy Polesi, de illegale aanvallen van
Azerbeidzjan op Armenië die 13 september jl. begonnen zijn?
Antwoord 1
Beide landen ontkennen de gevechten te zijn begonnen en beide partijen ontkennen het
staakt-het-vuren als eerste te hebben geschonden. Het kabinet heeft noch de capaciteit,
noch de presentie ter plaatse, om vast te stellen wie de gevechten is begonnen, of
wie het staakt-het-vuren als eerste heeft geschonden. Belangrijkste is nu dat het
staakt-het-vuren standhoudt en dat het conflict niet escaleert. Daartoe heeft NL,
evenals de EU en andere internationale partners zoals de VS, beide partijen opgeroepen.
Vraag 2
Spreekt u steun uit voor Armenië in dit conflict?
Antwoord 2
Het kabinet zet in op de-escalatie en stabiliteit. Steun uitspreken aan één van beide
partijen draagt daar op dit moment in deze situatie niet aan bij. Namens de EU spelen
de Voorzitter van de Europese Raad Michel, de Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de
Speciaal Vertegenwoordiger voor de Zuidelijke Kaukasus Klaar een actieve bemiddelende
rol tussen Armenië en Azerbeidzjan en Nederland steunt hen daarin.
Een belangrijke stap in het vredesproces werd vorige week gezet en marge van de eerste
top van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) in Praag, op 6 oktober jl. Daar hebben
de leiders van beide landen elkaar gesproken, op uitnodiging van de Voorzitter van
de Europese Raad Michel en President Macron (Frankrijk). Tijdens dit gesprek hebben
beide landen hun steun uitgesproken voor het VN Handvest en de Alma Alta 1991 Verklaring1, waarmee zij respect voor elkaars territoriale integriteit en soevereiniteit erkennen.
Ook werd afgesproken dat de besprekingen over grensdemarcatie hervat zullen worden.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over een EU civiele monitoringsmissie (EUMM) op
Armeens grondgebied. Azerbeidzjan heeft zich bereid verklaard een dergelijke missie
te steunen. De missie zal zich richten op observatie, verslaglegging en advisering
m.b.t. monitoring en grensdemarcatie. Het is de bedoeling dat de missie na formele
goedkeuring zo snel mogelijk wordt ingezet. Het kabinet is bezig de mogelijkheden
te verkennen voor een Nederlandse bijdrage aan deze missie op korte termijn.
Vraag 3
Wat doet Nederland om vrede te faciliteren in deze regio?
Antwoord 3
Zoals in het antwoord op de vorige twee vragen is gezegd, steunt Nederland het EU-bemiddelingsproces.
Daarnaast kijkt Nederland hoe het kan bijdragen aan de EU civiele monitoring missie.
Nederland heeft eerder cfm. de Motie 35 925-V nr. 37 Ceder c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de feiten in het conflict tussen
Armenië en Azerbeidzjan in de EU gepleit voor een fact finding missie. Met de totstandkoming
van de monitoringsmissie wordt hieraan invulling gegeven.
Daarnaast kijkt Nederland naar de financiering van specifieke projecten die vrede
in de regio kunnen faciliteren, bijvoorbeeld door financiering van een project door
de International Commission for Missing Persons.
Vraag 4
Krijgt Azerbeidzjan directe giften, subsidies of leningen van Nederland? Zo ja, hoeveel
en wanneer?
Antwoord 4
Nee.
Vraag 5
Krijgt Azerbeidzjan via internationale organisaties waar Nederland bij aangesloten
is giften, subsidies of leningen? Zoja, hoeveel en wanneer?
Antwoord 5
De Azerbeidzjaanse overheid ontvangt vanuit gedelegeerde middelen van Nederland geen
gelden. Wel steunt Nederland via gedelegeerde middelen de activiteiten van geselecteerde
NGO’s en het UNDP, die zich richten op vrouwen en kwetsbare groepen in Azerbeidzjan.
Het door de EU aan Azerbeidzjan gealloceerde budget onder het EU Instrument voor nabuurschapsbeleid,
ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) voor de periode 2021–2024 bedraagt
in totaal EUR 60 miljoen. Dit betreft geen begrotingssteun. Het kabinet hecht bij
de verstrekking van EU-steun aan nabuurschapslanden veel waarde aan het principe van
conditionaliteit. Landen die commitment tonen en voortgang boeken met noodzakelijke
hervormingen verdienen meer financiële steun dan landen waar hervormingen uitblijven
of zelfs sprake is van regressie (more for more, less for less).
Ook ontvangt Azerbeidzjan financieringen van organisaties waarvan zowel Nederland
als Azerbeidzjan aandeelhouder zijn zoals de Wereldbank, de Europese Bank voor Wederopbouw
en Ontwikkeling (EBRD) en de Europese Investeringsbank (EIB). Volgens opgave van de
Wereldbank lopen er momenteel 8 financieringen voornamelijk op het terrein van landbouw
en vervoer met een totale committering van USD 629 miljoen2. Voor de EBRD gaat het om 31 actieve financieringen met een committering van EUR
884 miljoen vooral op het gebied van duurzame infrastructuur3.
Vraag 6
Bent u van mening dat Armenië hulp nodig heeft van Nederland in dit conflict?
Antwoord 6
Het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan is zeer complex. Nederland steunt het
EU-bemiddelingsproces, waarbij de EU bemiddelaars actief optreden om vrede in de regio
te faciliteren. De EUMM is hier een concreet voorbeeld van.
Nederland steunt Armenië op andere manieren, bijvoorbeeld ten aanzien van opbouw van
de rechtsstaat en democratie. Deze hulp wordt o.a. geboden via het MATRA-programma.
Vraag 7
Wat kan Nederland nog meer doen om Armenië te ondersteunen in deze strijd?
Antwoord 7
Het kabinet richt zich er allereerst op om te zorgen dat nu de situatie stabiliseert,
dat nieuwe vijandelijkheden uitblijven en dat er een duurzame politieke oplossing
komt. Daarbij zet NL in op het spoor van de EU.
Vraag 8
Is Nederland afhankelijk van handel met Azerbeidzjan?
Antwoord 8
Nee, Nederland is niet afhankelijk van handel met Azerbeidzjan. Voor Nederland staat
Azerbeidzjan op nummer 94 wat betreft landen waar Nederland goederen heen exporteert
(cijfers 2020, OEC). In 2020 bedroeg de export van Nederlandse goederen naar Azerbeidzjan
€ 187 miljoen. In hetzelfde jaar importeerde Nederland voor € 9.05 miljoen uit Azerbeidzjan,
waarbij acyclische alcohol het grootste importgoed was.
Vraag 9
Bent u bereid binnen de EU te pleiten voor sancties gericht op het regime van Azerbeidzjan?
Antwoord 9
Op dit moment draagt het pleiten voor sancties in EU-verband tegen de regering van
Azerbeidzjan niet bij aan een vreedzame oplossing.
Vraag 10
Wat voor andere acties kan Nederland ondernemen om Azerbeidzjan tot de orde te roepen?
Antwoord 10
Nederland heeft op hoog ambtelijk niveau de zorgen over mogelijke escalatie van het
conflict overgebracht aan de vertegenwoordigers van zowel Azerbeidzjan als Armenië.
Beide landen hebben zich publiekelijk gecommitteerd aan de vredesonderhandelingen.
Op 5 oktober jl. heeft Azerbeidzjan, na bemiddeling door de VS, 17 Armeense gevangenen
vrijgelaten.
Daarnaast heeft op 5 oktober jl. een gesprek plaatsgevonden op het Ministerie van
Buitenlandse Zaken met de Azerbeidzjaanse ambassadeur naar aanleiding van het verschijnen
van een video waarop te zien is dat Azerbeidzjaanse soldaten Armeense krijgsgevangenen
neerschieten. Het Azerbeidzjaanse Openbaar Ministerie heeft een onderzoek aangekondigd
naar de gebeurtenissen in deze video. Nederland heeft bij die gelegenheid afschuw
over de video uitgesproken en er bij Azerbeidzjan op aangedrongen dat dit onderzoek
onafhankelijk en effectief is en de resultaten openbaar worden gemaakt.
Nederland hecht groot belang aan accountability en alle mogelijke schendingen van
het internationaal humanitair oorlogsrecht door ieder land dienen te worden onderzocht
en de daders dienen te worden vervolgd.
Vraag 11
Bent u bereid net als Nancy Pelosi een bezoek af te leggen aan Armenië op korte termijn?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Nederland zet nu eerst in op EU-bemiddeling. De Speciale Vertegenwoordiger van de
EU voor de Zuidelijke Kaukasus is namens de EU meteen na het oplaaien van het geweld
afgereisd naar Jerevan en Bakoe, waar hij op hoog niveau gesprekken heeft gevoerd
met beide landen.
Vraag 12
Bent u bereid elke vraag afzonderlijk en binnen de gebruikelijke termijn van drie
weken te beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.