Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wuite over het bericht 'Eilandsraad Sint Eustatius voelt zich gechanteerd door Den Haag'
Vragen van het lid Wuite (D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Eilandsraad Sint Eustatius voelt zich gechanteerd door Den Haag» (ingezonden 7 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 14 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Eilandsraad Sint Eustatius voelt zich gechanteerd door
Den Haag» (Dossierkoninkrijksrelaties.nl, 28 september 2022)1 en het bericht van de BES Reporter «Reuben Merkman: Dysfunctional Government and
the moving of goalposts hamper return to democracy on St. Eustatius.»2?
Antwoord 1
Ja, hiermee ben ik bekend.
Vraag 2
Kunt u een feitenrelaas geven over de wijze waarop het proces en de start van de volgende
fase voor het herstel van voorzieningen en de democratie op Sint Eustatius met de
aanstelling van twee gedeputeerden is verlopen?
Antwoord 2
De voorhangprocedure van het koninklijk besluit (KB) startte op 8 juli 2022 en liep
in verband met het zomerreces tot 28 september.
In de nota van toelichting op het KB heb ik aangegeven dat aan de voorwaarden voor
het ingaan van fase 2.0 zou zijn voldaan ten tijde van het tekenen van het KB. De
laatste vier verordeningen en één besluit zouden voor het zomerreces – en daarmee
ten minste vóór de ondertekening van het KB – worden vastgesteld en in werking treden.
Bovenstaande afspraak is gemaakt tussen regeringscommissaris en de eilandsraad tijdens
het mediationtraject en ook met een raadsbesluit door de eilandsraad bekrachtigd.
Op 13 september werd mijn ministerie per mail geïnformeerd dat de vier verordeningen
nog niet waren aangenomen. In vervolg hierop zijn gesprekken gevoerd met de regeringscommissaris
en heeft de regeringscommissaris ook met de eilandsraad hierover gesproken.
Op donderdag 22 september heeft mijn ministerie met leden van de eilandsraad gesproken
over de situatie. Er is aangegeven dat het KB geen doorgang kon vinden zonder de vaststelling
van de verordeningen, omdat aan de voorwaarden en aan de situatie – zoals in het KB
opgenomen – moet zijn voldaan.
In de bespreking met de eilandsraad zijn twee routes aan de orde geweest:
meer tijd nemen om de verordeningen aan te nemen. Het KB zou dan worden gepauzeerd
tot de verordeningen zijn aangenomen, waarna de benoeming ca 1 week daarna zou kunnen
plaatsvinden.
de verordeningen voor afloop van de voorhangprocedure alsnog vast te stellen en in
werking laten treden. De gedeputeerden zouden dan alsnog begin oktober kunnen worden
benoemd.
De eilandsraad heeft gekozen voor de tweede route.
Vraag 3
Bent u van mening dat de verwachtingen en voorwaarden voor het verloop van het transitieproces
transparant zijn? Zo nee, wat dient er te gebeuren om dit voor het verdere versnelde
herstel te verbeteren?
Antwoord 3
Ja, ik ben van mening dat het verloop van het transitieproces transparant is geweest.
Zo heeft de regeringscommissaris in 2021 technische briefings gehouden waarin de eilandsraad
werd geïnformeerd over de criteria van de tweede fase en verder. Het bespreken van
de voorwaarden was tevens onderdeel van het mediationtraject tussen de regeringscommissaris
en de eilandsraad. Daarnaast heb ik zowel in de nota van toelichting, als in de negende
voortgangsrapportage de voortgang op de criteria beschreven en bovengenoemde toezegging
gedeeld.
Vraag 4
Bent u van mening dat er aan de zijde van uw Ministerie en het bestuur van Sint Eustatius
fouten zijn gemaakt? Zo ja, welke en hoe kan e.e.a. qua procesafspraken en verwachtingen,
zoals ook door de Algemene Rekenkamer is gesignaleerd, verder worden verbeterd? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
De verordeningen zijn later dan voorzien naar de eilandsraad gestuurd, waardoor agendering
voor het zomerreces niet mogelijk was. Er was echter voldoende tijd om deze nog te
agenderen voor het einde van de voorhangprocedure. Eén verordening is betrekkelijk
laat aangeboden aan de eilandsraad, waardoor de vaststellingsprocedure erg kort was.
Ik meen dat de afspraken en verwachtingen rond de voorwaarden van het bereiken van
fase 2.0 helder waren. Een aandachtspunt dat ik meeneem voor het verdere proces is
dat de verwachtingen gedurende het KB-proces over en weer beter worden afgestemd,
zodat het voor alle partijen duidelijk zal zijn welke acties er op welk moment genomen
moeten worden. Wat betreft fase 2.1 en fase 2.2 zal ik constructief en actief met
de regeringscommissaris en de eilandsraad de noodzakelijke stappen gaan zetten. Dit
in het belang van de afronding van de bestuurlijke ingreep en ten dienste van goed
bestuur voor de burgers van Sint Eustatius.
Vraag 5
Bent u bekend met de motie van de Eilandsraad lid Koos Sneek, die zijn afkeuring uitspreekt
over de handelwijze van het Ministerie? Hoe beoordeelt u deze motie en bent u voornemens
hierop te reageren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik ben bekend met de motie. Ik betreur het dat 4 van de 5 eilandsraadsleden het proces
van het KB niet als goed hebben ervaren. Ik vind het daarom des te meer belangrijk
om gezamenlijk met de regeringscommissarissen, de eilandsraad en de recentelijk geïnstalleerde
gedeputeerden vooruit te kijken en ons te richten op de volgende fase van de Wet herstel
voorzieningen Sint Eustatius. In de gesprekken tussen mijn ministerie en de gedeputeerden
is deze gezamenlijke wens ook geuit en vastgesteld dat goede samenwerking voorop staat.
Vraag 6
Heeft u inmiddels een kennismakingsgesprek gehad met de gedeputeerden? Zo ja, welke
onderwerpen zijn hier besproken en welke afspraken zijn er eventueel gemaakt?
Antwoord 6
Ik heb op de dag van de benoeming (4 oktober jl.) een kennismakingsgesprek gehad met
de gedeputeerden. Ik kijk terug op een positief en constructief gesprek. Enkele relevante
onderwerpen, zoals goed bestuur en natuurbehoud op de eilanden, zijn kort besproken
maar het gesprek stond met name in het teken van kennismaking. In de reguliere bestuurlijke
overleggen zal ik meer inhoudelijke gesprekken gaan voeren met de gedeputeerden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.