Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van der Lee over 'het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang'
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang (ingezonden 9 september 2022).
Mededeling van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Minister Schreinemacher (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister voor Klimaat en Energie
(ontvangen 14 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van de Verenigde Naties (VN) over de mensenrechtenschendingen
in Xinjiang dat woensdag 31 augustus jl. is uitgebracht?1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het gegeven dat dit VN-rapport bevestigt wat al sinds 2018
wordt onderzocht, te weten dat in de regio van Xinjiang ernstige mensenrechtenschendingen
en inhumane handelingen plaatsvinden zoals gedwongen arbeid, gedwongen abortus en
stelselmatig seksueel misbruik, en wat is uw oordeel hierover?
Vraag 3
Kunt u aangeven of dit onderzoek het Nederlandse standpunt ten opzichte van deze situatie
heeft veranderd? Zo ja, hoe?
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze mensenrechtenschendingen zeer verwerpelijk zijn en dat
de uitkomsten van dit VN-rapport, afkomstig van het hoogste internationale orgaan
voor de waarborging van mensenrechten, niet ondermijnd mogen worden?
Vraag 5
Kunt u aangeven welk percentage van de totale handel tussen Nederland en China plaatsvindt
met bedrijven die gevestigd zijn in Xinjiang?
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat de Verenigde Staten wettelijk de import van alle goederen
uit Xinjiang verbieden en dat Duitsland bedrijven wettelijk zal verplichten te voorkomen
dat ergens in de toeleveringsketen dwangarbeid zit?2
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat dergelijke wettelijke sancties nastrevenswaardig zijn, zeker
met het oog op de aanbeveling uit het rapport om zoveel mogelijk maatregelen te treffen
om mensenrechten binnen de handelsketen te waarborgen?
Vraag 8
Bent u bereid ten gevolge van dit rapport handelsmaatregelen te treffen jegens China
voor handel afkomstig uit deze regio? Zo nee, kunt u uitleggen waarom voor een andere
koers gekozen wordt dan eerdergenoemde landen?
Vraag 9
Hoe verhouden de conclusies van dit rapport zich tot het feit dat in de Beleidsnotitie
«Doen Waar Nederland Goed in is» China juist als een van de focuslanden voor internationale
handel wordt genoemd? Bent u het eens met het feit dat met een land dat structureel
mensenrechten schendt, volgens de uitgangspunten van de nota («Nederland kiest voor
het beschermen van mensenrechten en westerse waarden») juist minder, in plaats van
meer handel gedreven zou moeten worden?
Vraag 10
Kunt u aangeven op welke manieren Nederland van plan is bij te dragen aan de opvolging
van dit rapport door de VN Mensenrechtenraad, om te zorgen dat dit rapport niet in
een la verdwijnt nu de ambtstermijn van Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Bachelet,
is verlopen?
Mededeling
Naar aanleiding van schriftelijke vragen van het lid Van der Lee (Groenlinks) over
«het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren
in Xinjiang» (ingezonden 9 september 2022 met kenmerk 2022Z16603), willen wij u mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat meedelen
dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt. Nadere afstemming is nodig om de vragen
zo goed mogelijk te beantwoorden. Hierdoor is het niet mogelijk om de beantwoording
van deze vragen binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen.
Wij streven ernaar uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.