Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over het artikel “Steeds meer 70-plussers onder verkeersdoden op de fiets”
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Steeds meer 70-plussers onder verkeersdoden op de fiets» (ingezonden 23 september 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 13 oktober
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Steeds meer 70-plussers onder verkeersdoden op de fiets»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
De cijfers onderstrepen de noodzaak om ons te blijven inzetten voor het veilig maken
van het verkeer voor fietsende 70-plussers. Het Ministerie van IenW zet daarom in
op het programma Doortrappen en het verbeteren van de fietsinfrastructuur via het
kennisnetwerk Strategisch Plan Verkeersveiligheid. In het antwoord op vraag 7 worden
deze initiatieven verder toegelicht.
Vraag 3
Onderschrijft u de stelling dat de stijgende trend van verkeersdoden onder fietsende
70-plussers zou kunnen worden toegeschreven aan een toenemende mate van elektrische
fietsen binnen het verkeer?
Antwoord 3
Uit diverse onderzoeken blijkt dat het risico op een ongeval bij een elektrische fiets
even groot is als het risico op een ongeval bij een gewone fiets.2 Op basis van die onderzoeken kan ik de stelling dus niet onderschrijven.
Wel weten we dat de elektrische fiets een groot aantal 70-plussers in staat stelt
om op latere leeftijd te blijven fietsen en langere afstanden te fietsen. Deze trend,
in combinatie met de vergrijzing, zorgt ervoor dat het aantal fietsende 70-plussers
én het aantal afgelegde fietskilometers door deze fietsers is toegenomen. Doordat
meer 70-plussers deelnemen aan het verkeer, is het aantal verkeersdoden in deze groep
ook toegenomen.
Vraag 4
Onderschrijft u de noodzaak van een betere registratie van elektrische fietsen, indien
deze bij een ongeval betrokken zijn?
Antwoord 4
Verkeersslachtoffers worden door de politie geregistreerd in het Bestand geRegistreerde
Ongevallen Nederland (BRON). In deze registraties wordt onderscheid gemaakt tussen
een elektrische fiets en een «gewone» fiets. Aangezien de politie niet altijd ter
plaatse is bij fietsongevallen zonder gemotoriseerd verkeer maar wel vaak de ambulancediensten,
is het Ministerie van IenW met deze partijen in gesprek om ook hun registraties toe
te voegen aan het BRON.2
Vraag 5
Wat zijn volgens u de mogelijkheden om een elektrische fiets in het geval van ongevallen
eenvoudig te identificeren, wanneer een zichtbare batterij onder de bagagedrager ontbreekt?
Antwoord 5
Een elektrische fiets is in dat geval te identificeren aan andere uiterlijke kenmerken
zoals de ondersteuningsmotor of aansluitingen om een batterij op te laden. De politie
heeft aangegeven dat ze de meeste elektrische fietsen herkennen. Wel is bepaalde kennis
van zaken nodig als deze duidelijke uiterlijke kenmerken ontbreken.
Vraag 6
Bent u bereid om op korte termijn stappen te ondernemen om identificatie van elektrische
fietsen te simplificeren, zodat cijfers omtrent dodelijke verkeersongelukken met fietsers
beter geanalyseerd kunnen worden?
Antwoord 6
Dat is niet nodig, want de politie heeft aangegeven dat ze de meeste elektrische fietsen
herkennen.
Vraag 7
Zijn, gelet op het feit dat in het eindrapport vooronderzoek «Doortrappen»3 is te lezen dat dit initiatief geen effect zal hebben op de ongevallencijfers onder
oudere fietsers, volgens u nadere aanvullende initiatieven noodzakelijk? Zo ja, welke
lopende initiatieven zullen volgens u wel een aantoonbaar effect hebben op de ongevallencijfers
onder oudere fietsers? Zo nee, waarom zijn volgens u aanvullende initiatieven niet
noodzakelijk?
Antwoord 7
In het rapport staat dat het aannemelijk is dat (blijvende) gedragsveranderingen op
de langere termijn wél positief effect hebben op de verkeersveiligheid. Het Ministerie
van IenW zet daarom in op blijvende ontwikkeling van het programma Doortrappen. 220
gemeenten doen actief mee en het aantal interventies wordt nog steeds uitgebreid.
Een voorbeeld van een van de nieuwe interventies zijn de DoortrapRoutes. Dit zijn
routes van 20–25 km, mooi, groen, over redelijk ruime paden met weinig obstakels en
relatief veilige kruisingen.
Daarnaast wordt via het kennisnetwerk Strategisch Plan Verkeersveiligheid en de investeringsimpuls
verkeersveiligheid andere wegbeheerders ondersteund om de veiligheid van onder andere
de fietsinfrastructuur te verbeteren.
Eerder dit jaar zijn rapporten aan uw Kamer gestuurd over de oorzaken van fietsongevallen
waarin ook suggesties zijn gedaan om de fietsveiligheid te verbeteren met daarbij
de toezegging uw Kamer voor het eind van dit jaar te informeren over de vervolgstappen.4
Vraag 8
Kunt u elke vraag afzonderlijk en binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.