Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over de maximale temperatuur bij diertransporten
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de maximale temperatuur bij diertransporten (ingezonden 9 september 2022).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 11 oktober
2022).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat afgelopen zomer op verschillende plekken in Nederland wéér dieren
zijn aangetroffen die leden aan extreme hittestress tijdens transport naar het slachthuis
op hete dagen?1
Antwoord 1
Ik vind dat dieren hittestress bespaard moet blijven. Op de door Zembla getoonde beelden
waren varkens te zien waarbij tekenen van hittestress zichtbaar waren en dat is heel
naar om te zien. Ieders inzet moet erop gericht zijn om dit te voorkomen. De NVWA
heeft extra gecontroleerd tijdens de warme periodes. Daar waar onnodig lijden kon
worden vastgesteld, zijn rapporten van bevindingen opgemaakt. De NVWA verwerkt op
dit moment de uitkomsten van de inspecties tijdens de zomer, die worden in november
in het kader van de evaluatie van het nationaal plan voor veetransport bij extreme
temperaturen geëvalueerd. Uw Kamer zal over de uitkomsten van deze evaluatie worden
geïnformeerd.
Vraag 2
Herinnert u zich dat de Kamer u in juli 2021 opriep om geen diertransporten meer toe
te staan bij een temperatuur boven de 30 graden, maar dat er volgens u niet voldoende
wetenschappelijke onderbouwing was om de temperatuur generiek te verlagen?2
Antwoord 2
Ja deze motie is mij bekend. In de «Verzamelbrief dierenwelzijn», die op 14 april
2022 naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 28 286, nr. 1255), licht Minister Staghouwer toe dat met de wetenschappelijke kennis van dat moment,
geen generieke verlaging in de beleidsregel mogelijk was.
Vraag 3
Heeft u gezien dat de EFSA (European Food Safety Authority) inmiddels haar verwachte
adviezen heeft uitgebracht over dierenwelzijn tijdens transport?3, 4, 5, 6, 7
Antwoord 3
Ja. De Europese Commissie heeft in het kader van de herziening van de transportverordening8 om advies van de EFSA gevraagd. Op woensdag 7 september publiceerde de EFSA een vijftal
wetenschappelijke adviezen over het welzijn van dieren tijdens transport op haar website.
De rapporten beschrijven uitgebreid de gangbare praktijken van alle stadia van diertransporten
en de consequenties voor het welzijn van dieren. Ze sluiten af met aanbevelingen.
Vraag 4
Heeft u gezien dat de EFSA niet alleen stelt dat dieren meer ruimte moeten krijgen
tijdens transport, maar ook duidelijke grenzen stelt aan de maximale temperatuur waarboven
dieren niet meer moeten worden vervoerd?
Antwoord 4
Ja. Het verheugt mij dat EFSA hierin mijn inzet voor de aankomende herziening van
de EU transportverordening steunt. Ik verwijs de Kamer graag naar de position paper die samen met Denemarken, Duitsland, Zweden en België is opgesteld (bijlage bij de
geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 18 juli 2022, Kamerstuk 21501-32, nr. 1452). Daar vragen we onder andere om meer ruimte voor de dieren en duidelijkere temperatuurgrenzen.
De Europese Commissie verwacht eind volgend jaar met voorstellen tot wijziging van
de transportverordening te komen.
Vraag 5
Heeft u gezien dat EFSA op basis van wetenschappelijke studies concludeert dat biggen,
varkens en zeugen niet meer moeten worden vervoerd boven een temperatuur van respectievelijk
30, 25 en 22 graden, gezien de grote kans op ernstige hittestress?
Antwoord 5
Het EFSA-rapport «Welfare of pigs during transport» bevat een brede analyse van de
microklimatische omstandigheden tijdens varkenstransporten. In de conclusies wordt
onder andere aangegeven dat de temperatuur, luchtvochtigheid, thermische radiatie,
temperatuur van omliggende oppervlakten en windsnelheid de warmtebelasting van dieren
tijdens transport beïnvloeden. Deze factoren zouden in theorie allemaal meegenomen
moeten worden bij de beoordeling van de microklimatische omstandigheden van varkens.
De temperatuur en luchtvochtigheid worden als belangrijkste factoren gezien. In de
aanbevelingen staat dat de temperatuur in de transportmiddelen de «upper critical
temperatures» (UCT) niet zou moeten overschrijden, om de risico’s op welzijnsconsequenties,
veroorzaakt door blootstelling aan hoge effectieve temperaturen, te verkleinen. Deze
is geschat op respectievelijk 30, 25 en 22 graden voor biggen van ongeveer 30 kg,
varkens en zeugen.
Vraag 6
Heeft u gezien dat EFSA op basis van wetenschappelijke studies concludeert dat koeien
niet meer moeten worden vervoerd boven een temperatuur van 25 graden, gezien de grote
kans op ernstige hittestress?
Antwoord 6
Het EFSA-rapport «Welfare of cattle during transport» noemt in de conclusies dezelfde
factoren als die in het rapport over varkens, die in theorie allemaal in ogenschouw
genomen moeten worden om de microklimatische omstandigheden van runderen tijdens transport
te beoordelen. De temperatuur en luchtvochtigheid worden weer als belangrijkste factoren
aangemerkt. In de aanbevelingen staat dat de temperatuur in de transportmiddelen niet
de UCT van zou moet overschrijden, om de risico’s op welzijnsconsequenties, veroorzaakt
door blootstelling aan hoge effectieve temperaturen, te verkleinen. De conclusies
uit het EFSA-advies geven 25 graden als schatting van de UCT voor runderen.
Vraag 7
Heeft u gezien dat EFSA op basis van wetenschappelijke studies concludeert dat ongeschoren
schapen niet meer moeten worden vervoerd boven een temperatuur van 28 graden en geschoren
schapen bij 32 graden, gezien de grote kans op ernstige hittestress?
Antwoord 7
Ook het EFSA-rapport «Welfare of small ruminants during transport» bevat een brede
analyse van de microklimatische omstandigheden tijdens transporten van kleine herkauwers.
De factoren relatieve luchtvochtigheid, thermische radiatie, temperatuur van omliggende
oppervlakten en windsnelheid worden wederom genoemd, om in theorie allemaal in ogenschouw
te nemen om de microklimatische omstandigheden van schapen tijdens transport te beoordelen.
Ook hier zijn temperatuur en luchtvochtigheid als belangrijkste factoren aangemerkt.
In de aanbevelingen staat dat de temperatuur in transportmiddelen met schapen niet
de UCT zou moeten overschrijden, om de risico’s op welzijnsconsequenties, veroorzaakt
door blootstelling aan hoge effectieve temperaturen, te verkleinen. De UCT wordt geschat
op 27 graden voor ongeschoren schapen en 32 graden voor geschoren schapen.
Vraag 8
Wanneer en op welke manier gaat u aan de slag met het wettelijk vastleggen van deze
maximum temperaturen?
Antwoord 8
De borging van het dierenwelzijn tijdens transporten is Europees geregeld via de transportverordening.
Deze verordening is rechtstreeks van toepassing in Nederland en bevat niet de hierboven
beschreven temperatuurgrenzen, maar meer algemene normen. Voor de aanpassing van de
transportverordening zet Nederland zich samen met andere Europese landen in, zoals
ik bij het antwoord op vraag vier heb beschreven.
Niettemin, de transportverordening kent in artikel 3 de algemene bepaling dat het
verboden is «dieren te vervoeren of te laten vervoeren op zodanige wijze dat het de
dieren waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkent». Wat waarschijnlijk letsel
of onnodig lijden vanwege hitte betreft, wordt nu beschreven in de EFSA-rapporten.
Daarom bezie ik momenteel de mogelijkheden om de EFSA-uitkomsten toe te passen in
een beleidsregel, vergelijkbaar met hoe ik in 2020 de Beleidsregel voor diertransport
bij hoge temperaturen heb opgesteld. Ik betrek de NVWA en de relevante sectorpartijen
hierbij, vooral ook voor de noodzakelijke aandacht voor uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Uiteraard zal ik de Tweede Kamer hierover informeren.
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 9
Ik heb mij ingespannen uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.