Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Werner en Inge van Dijk over het bericht ‘Engelse voetballer komt uit de kast, nu nog in Nederland’
Vragen van de leden Werner en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Engelse voetballer komt uit de kast, nu nog in Nederland» (ingezonden 24 mei 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de
Minister voor Langdurige Zorg en Sport (ontvangen 10 oktober 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3209.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Engelse voetballer komt uit de kast, nu nog
in Nederland»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2, 3 en 4
Hoe beoordeelt u het feit dat profvoetballers een duidelijke onvoldoende geven aan
de algemene homo-acceptatie (4,6) en die onder supporters (3,4)?2
Hoe verhoudt zich dat tot het feit dat de meeste spelers aangeven persoonlijk weinig
moeite te hebben met homoseksualiteit en homoseksuele medespelers?
Hoe kan het dat in een homotolerant land als Nederland geen enkele (openlijk) homoseksuele
mannelijke betaaldvoetbalspeler actief is?
Antwoord 2, 3 en 4
Homofobie en negatieve uitingen horen niet thuis in de sport en dus ook niet in het
voetbal. Het is niet goed dat profvoetballers een onvoldoende geven aan de acceptatie
van homoseksuele personen en dat de cijfers nog lager liggen als het gaat om de ervaren
acceptatie door supporters. Wij vinden het echter positief dat uit het onderzoek van
het Mulier Instituut blijkt dat een overgrote meerderheid van de mannelijke profvoetballers
zelf geen enkel probleem heeft met homoseksualiteit en dat zij een homoseksuele medespeler
openlijk zouden steunen.
Het is natuurlijk aan voetballers zelf om al dan niet uit de kast te komen, maar zo
lang de angst voor negatieve reacties de boventoon voert, kan dit een extra drempel
zijn.
Vraag 5
Onderkent u dat clubs, trainers en voetbalspelers zelf, van amateur- tot profniveau,
een rol spelen in de bestendiging van de heersende culturen van symbolische uitsluiting
van homomannen en in de mogelijkheden om deze cultuur te veranderen en toegankelijker
te maken?
Antwoord 5
Wij zien dit ook. Het klimaat is helaas nog niet goed genoeg voor voetballers om uit
de kast te komen. De aanpak van homofobie in het voetbal is een gezamenlijke opdracht
van ons allemaal. Het is daarom belangrijk dat clubs, trainers en voetbalspelers zich
hier luid en duidelijk tegen uitspreken. Deze opgave ligt echter niet alleen bij het
voetbal. Het is belangrijk dat fans en anderen ook stellingnemen. De stevige inzet
van roze voetbalverenigingen en de KRO-NCRV campagne #Spreekjeuit -onlinecampagne
tegen homofobe spreekkoren in voetbalstadions- zijn hier goede voorbeelden van.
Vanuit de voetbalwereld en de rijksoverheid wordt met het programma «Ons voetbal is
van iedereen»(OVIVI)1 ingezet op een effectieve aanpak van discriminatie en racisme waarbij antisemitische,
homofobe en racistische uitingen, gedragingen of spreekkoren op en rond de voetbalvelden
niet wordt getolereerd. Hiernaast werkt de KNVB aan het vergroten van de toegankelijkheid
van lhbtiq+ personen in het amateurvoetbal. Dit doet de KNVB door middel van een intern
aangestelde werkgroep die vanuit verschillende disciplines, in samenwerking met NOC*NSF,
(externe) experts en andere bonden, werkt.
We weten echter dat een cultuuromslag niet in één dag is gemaakt. Er is meer bewustzijn
nodig binnen het (betaald) voetbal. Daarom steunt het kabinet naast OVIVI ook de Alliantie
Gelijkspelen2. De Alliantie zet zich in om lhbtiq+ in de sport te bevorderen. De alliantie is een
samenwerkingsverband van verschillende organisaties om de toegankelijkheid voor en
acceptatie van lhbtiq+ personen in de sport te bevorderen. Dit doet de Alliantie samen
met gemeenten, provincies en (lokale) sportorganisaties. Door middel van onder meer
workshops, onderwijslessen, opleiding, evenementen en onderzoek.
Vraag 6
Hebt u het boek van ex-tophockeyer Pepijn Keppel, «De laatste man», gelezen?
Antwoord 6
Nee, maar we hebben er wel degelijk over gehoord.
Vraag 7
Deelt u de mening, dat zijn verhaal illustreert dat amateurvoetballers en tophockeyers
in hun zelfbenoemde homo-acceptatie, de ervaren prevalentie van homonegativiteit en
de weerstand tegen het sanctioneren van homograppen niet veel verschillen van profvoetballers,
ondanks verschillen in context (de rol van fans) en sociaal-demografische kenmerken
(opleidingsniveau)?
Antwoord 7
Ja, we zien dat homofobie op deze manier voorkomt in zowel het hockey als het voetbal
en mogelijk ook in andere sporten.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de aanpak van homonegatieve opmerkingen en/of grappen (door zowel
spelers als supporters), in vergelijking met een zero tolerance-houding tegenover
negatieve opmerkingen en/of grappen over huidskleur, etniciteit of geloofsovertuiging?3
Antwoord 8
Het kabinet keurt elke vorm van intolerantie af, bij de aanpak van discriminatie en
racisme wordt geen onderscheid gemaakt in prioritering naar discriminatiegrond.
Vraag 9
Bent u bereid in gesprek te gaan met de John Blankenstein Foundation om de acceptatie
van homoseksuele sporters verder te bevorderen?
Antwoord 9
Ja, wij zijn voortdurend in gesprek met de JBF. Zo steunen de Ministeries van OCW
en VWS de «Alliantie Gelijk Spelen» en de «Alliantie Sport en bewegen voor iedereen»
waar de John Blankenstein Foundation ook deel van uit maakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.