Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Wijngaarden over het bericht 'Von der Leyen blijft zwijgen over vaccinonderhandelingen met Pfizer'
Vragen van het lid Van Wijngaarden (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Voorzitter Ursula von der Leyen geen openheid geeft aan de Europese Rekenkamer (ingezonden 14 september 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Financiën
            (ontvangen 7 oktober 2022).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Von der Leyen blijft zwijgen over vaccinonderhandelingen
               met Pfizer»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat de Europese Commissie weigert aan alle informatieverzoeken van de Europese
               Rekenkamer te voldoen rond het inkoopcontract van vaccins van Pfizer/BioNTech in mei
               2021?
            
Antwoord 2
            
In het speciaal verslag van de Europese Rekenkamer (ERK) is een van de observaties
               (no. 48) dat de ERK specifiek geen informatie heeft ontvangen van de Europese Commissie
               over de voorbereidende onderhandelingen van het derde inkoopcontract van vaccins van
               Pfizer/BioNTech in mei 2021.2 Er wordt door de ERK dus niet aangegeven dat dit om alle informatieverzoeken zou
               gaan, maar het wordt in observatie no. 49 afgebakend tot documenten rondom de voorbereidende
               onderhandelingen van het inkoopcontract van vaccins van Pfizer/BioNTech in mei 2021.
            
Vraag 3
            
Welke verplichtingen zijn er voor de Europese Commissie om mee te werken aan de onderzoeken
               van de Europese Rekenkamer?
            
Antwoord 3
            
In artikel 287, lid 3, van het VWEU is opgenomen dat «de controle (lees: door de Europese Rekenkamer) geschiedt aan de hand van stukken, en, zo nodig, ter plaatse bij de overige instellingen
                  van de Unie (lees in dit geval de Europese Commissie)». Eveneens bepaalt dit artikel het volgende:
               «de overige instellingen van de Unie [...] zenden de Rekenkamer op verzoek alle bescheiden
                  en inlichtingen toe die nodig zijn voor de vervulling van haar taak». In Artikel 257 van het Financieel Reglement – van toepassing op de algemene begroting
               van de EU – is het recht van toegang van de Rekenkamer tot informatie die de Rekenkamer
               nodig heeft voor de uitvoering van haar taken gedetailleerder uitgewerkt. Uit deze
               bepalingen volgt dat de Europese Rekenkamer uitgebreide bevoegdheden heeft tot inzage
               in alle documenten die zij voor de uitvoering van haar taken noodzakelijk acht.
            
Vraag 4
            
Zijn deze verplichtingen vergelijkbaar met die van Nederlandse Ministeries en de Nederlandse
               Rekenkamer of zijn deze lichter dan in Nederland?
            
Antwoord 4
            
De bevoegdheden tot inzage in relevante informatie zijn voor de Algemene Rekenkamer
               geborgd in artikel 7, lid 18, van de Comptabiliteitswet 2016. Voor zover de Rekenkamer
               het nodig acht voor het uitvoeren van haar taken dienen Onze Ministers en colleges
               te voldoen aan de informatieverzoeken van de Rekenkamer. Afgaande op de bepalingen
               in het VWEU en in de Comptabiliteitswet zijn de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer
               vergelijkbaar met de bevoegdheden die de Europese Rekenkamer heeft ten aanzien van
               de Europese Commissie.
            
Vraag 5
            
Indien deze lichter zijn, deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de Europese
               Commissie minder verplichtingen heeft t.o.v. de Europese Rekenkamer?
            
Antwoord 5
            
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
            
Welke mogelijkheden ziet u om de verplichtingen tot medewerking van de Europese Commissie
               aan te scherpen?
            
Antwoord 6
            
In het antwoord op vraag 4 is aangegeven dat de bevoegdheden van de Europese Rekenkamer
               vergelijkbaar zijn met die van de Algemene Rekenkamer in Nederland. Ik zie op dit
               moment geen aanleiding om deze bevoegdheden aan te scherpen.
            
Vraag 7
            
Hoe bent u van plan zich voor een dergelijke verscherping in te zetten?
Antwoord 7
            
Zie antwoord op vraag 6.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.