Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vestering en Van Esch over eendenslachterij Tomassen Duck-To, die al zes jaar miljoenen dieren per jaar slacht zonder geldige vergunning en zonder dat hiertegen wordt opgetreden
Vragen van de leden Vestering en Van Esch (beiden PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en van Natuur en Stikstof over eendenslachterij Tomassen Duck-To, die al zes jaar miljoenen dieren per jaar slacht zonder geldige vergunning en zonder dat hiertegen wordt opgetreden (ingezonden 16 september 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 7 oktober
2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de situatie rondom eendenslachterij Tomassen Duck-To in Ermelo,
waar nu al zes jaar sprake is van illegale praktijken, zoals het feit dat er meer
eenden worden geslacht dan toegestaan, dat er meer verkeersbewegingen zijn dan toegestaan,
dat er langere werkuren worden gemaakt dan is toegestaan en dat er illegaal is aangebouwd,
waar al die tijd niet tegen is opgetreden?
Antwoord 1
Ja. Betrokken partijen laten overigens weten dat de situatie genuanceerder ligt dan
in de vraag wordt geschetst. Bij de beantwoording van uw vragen wordt hierop ingegaan.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de eendenslachterij sinds de uitbreiding van de slachtcapaciteit
in 2016, niet beschikt over een geldige natuurvergunning (op grond van artikel 2.7,
tweede lid, Wet natuurbescherming) voor de huidige slachtpraktijken, werktijden en
verkeersbewegingen?
Antwoord 2
De provincie Gelderland is het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming (Wnb).
Zij heeft op 13 mei jl. een vergunning op basis van de Wnb aan eendenslachterij Tomassen
Duck-To verleend voor de nieuwe situatie.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat omwonenden al zes jaar bij alle instanties aan de bel trekken
en vragen om op te treden tegen de overlast die zij ervaren door onder andere stank
en de vele vrachtwagens die af en aan rijden door de woonwijk, maar dat er nog altijd
niets gebeurt?1
Antwoord 3
Ik vind alle gevallen waarin omwonenden overlast ervaren van bedrijfsactiviteiten
natuurlijk buitengewoon vervelend voor deze omwonenden. In het geval dat een bedrijf
overlast veroorzaakt, het bedrijf zich niet houdt aan de algemene regels en de voorschriften
uit de vergunning(en) kan handhavend worden opgetreden. Het is aan het bevoegd gezag
– in dit geval de gemeente Ermelo – om toezicht te houden en indien nodig te handhaven.
Voor zover het basistaken betreft worden de toezichts- en handhavingstaken verplicht
uitgevoerd door een omgevingsdienst, waarbij voor het nemen van een handhavingsbesluit
mandaat nodig is van het bevoegd gezag.
De Omgevingsdienst Veluwe Noord heeft in opdracht van de gemeente Ermelo onderzoek
gedaan naar alle milieuaspecten, waaronder geur en geluid, om te bepalen of de ervaren
overlast in strijd is met milieukwaliteitseisen. Uit dit onderzoek blijkt dat er binnen
de hiervoor geldende normen wordt gebleven. Verder ligt er op dit moment een aanvraag
voor een omgevingsvergunning (revisie van de vergunning van 4 april 2018). Deze aanvraag
bevat de onderdelen milieu, bouwen en afwijken bestemmingsplan. De besluitvorming
hierop is eind van dit jaar voorzien.
Vraag 4
Deelt u de mening dat omwonenden beschermd moeten worden tegen overlast van bedrijven
in hun directe leefomgeving, zoals hun eigen tuin?
Antwoord 4
Ja, die mening deel ik. Daarvoor is er milieuwetgeving waarmee grenzen worden gesteld
aan activiteiten die invloed hebben op de leefbaarheid van mens en het milieu. De
wetgeving heeft tot doel een balans te vinden tussen het gebruik van de fysieke leefomgeving
en het behoud van diezelfde leefomgeving.
Vraag 5
Hoe is het volgens u mogelijk dat de betrokken omgevingsdiensten, omgevingsdienst
Noord-Veluwe, omgevingsdienst regio Nijmegen en omgevingsdienst regio Arnhem, hier
niet optreden?
Antwoord 5
De betrokken omgevingsdiensten geven aan dat zij wel degelijk optreden. In opdracht
van de gemeente Ermelo voeren zij hun taken uit op het gebied van vergunningverlening,
toezicht en handhaving (VTH). Zie ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Hoe kan het dat hier drie omgevingsdiensten bij betrokken zijn? Deelt u de mening
dat dit onwenselijk is? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 6
De gemeente Ermelo is het bevoegd gezag voor eendenslachterij Tomassen Duck-To. Op
grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht heeft de gemeente de uitvoering
van de VTH-taken belegd bij de omgevingsdienst Noord-Veluwe. Zo nodig kan de omgevingsdienst
Noord-Veluwe expertise inhuren bij een andere omgevingsdienst. Hiervoor zijn in Gelderland
bestuurlijk geborgde samenwerkingsafspraken gemaakt. Deze expertise is ook ingehuurd
voor eendenslachterij Tomassen Duck-To. Het interbestuurlijk programma versterking
VTH-stelsel (IBP VTH) onderzoekt verder welke ondergrens voor een goede taakuitvoering
door omgevingsdiensten wenselijk is.
Vraag 7
Heeft u in de uitzending van de Hofbar gezien dat omwonenden van een mestverwerker
in Nistelrode waar eveneens sprake is van een illegale situatie, vertelden dat een
handhaver langskwam om de situatie bekijken, maar besloot om niet in te grijpen uit
angst voor zijn of haar baan? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 7
Ja, ik heb de uitzending gezien. Ik vind het vanzelfsprekend dat een handhaver zijn
of haar werkzaamheden zonder angst en met voldoende mate van onafhankelijkheid moet
kunnen uitvoeren. Het is aan de werkgever om te zorgen voor een veilig werkklimaat
en de hiervoor benodigde arbeidsomstandigheden.
Overigens herkennen zowel de provincie Noord-Brabant als de betrokken omgevingsdienst
Brabant Noord zich niet in de situatie die in de uitzending van de Hofbar wordt geschetst.
Verder ben ik met de commissie Van Aartsen van mening dat het belangrijk is dat de
uitoefening van toezicht en handhaving onafhankelijk is. Het versterken van de onafhankelijke
uitoefening van het toezicht en de handhaving is cruciaal voor een effectief, slagvaardigheid
en toekomstbestendig VTH-stelsel. In het IBP VTH wordt uitgewerkt hoe dit kan worden
geborgd2. Ik ben hier ook op ingegaan tijdens de uitzending van de Hofbar op 14 september
jl.
Vraag 8
Hoort u vaker dit soort verhalen over illegale situaties die jarenlang worden gedoogd
door omgevingsdiensten en lokale overheden? Zo ja, om wat voor gevallen gaat dit en
wat doet u hiertegen?
Antwoord 8
Bij mij is niet eerder een signaal binnengekomen dat een omgevingsdienst een illegale
situatie gedoogt. Normaliter is gedogen ook niet een taak die het bevoegd gezag mandateert
aan een omgevingsdienst. Het nemen van een besluit tot gedogen kan alleen onder hele
strikte voorwaarden. Het uitgangspunt blijft naleving en een beginselplicht tot handhaving.
Vraag 9
Deelt u de mening dat, om het gedogen van illegale situaties door omgevingsdiensten
te stoppen, de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen over de versterking van
het vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstelsel (VTH-stelsel) zo spoedig
mogelijk moeten worden uitgevoerd?3 Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat de uitvoering van de aanbevelingen sneller wordt
opgepakt dan nu in de planning van het «Interbestuurlijk Programma versterking VTH-stelsel»
is opgenomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ik vind dat het VTH-stelsel zo spoedig mogelijk moet worden versterkt. Deze versterking
hebben we in gang gezet. Hierbij zijn de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen
leidend. Het VTH-stelsel bestaat uit meerdere partijen. Met deze partijen heb ik het
IBP VTH opzet waar in zes pijlers invulling wordt gegeven aan de opvolging van de
aanbevelingen van de commissie Van Aartsen. Het IBP VTH is inmiddels voortvarend aan
de slag. De eerste voortgangsrapportage ontvangt u voor het kerstreces.
Vraag 10
Aangezien u over de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen nog
tot eind 2023 wil doen, hoe wordt het probleem dat illegale situaties worden gedoogd
door omgevingsdiensten dan in de tussentijd voorkomen en opgelost?
Antwoord 10
Los van de versterking van het VTH-stelsel en de opvolging van de aanbevelingen van
de commissie Van Aartsen in het IBP VTH vind ik dat het bevoegd gezag altijd alles
in het werk moet stellen om illegale situaties aan te pakken en waar mogelijk te voorkomen.
Met het IBP VTH krijgen partijen binnen het VTH-stelsel meer en betere handvatten
om de VTH-taken beter uit te voeren en wordt bijgedragen aan het voorkomen van milieuschade.
Vraag 11
Deelt u de mening dat het volledig uitvoeren van álle tien de aanbevelingen van Van
Aartsen en dus óók aanbeveling 9 over het instellen van rijkstoezicht op de omgevingsdiensten
essentieel is om het gedogen van illegale situaties door omgevingsdiensten in de toekomst
te voorkomen? Zo nee, op basis waarvan kunt u garanderen dat het gedogen van illegale
situaties door omgevingsdiensten in de toekomst kan worden voorkomen, als u weigert
aanbeveling 9 van Van Aartsen over het instellen van rijkstoezicht op de omgevingsdiensten
volledig uit te voeren?
Antwoord 11
Zowel in mijn brief van 10 juni jl.4, mijn antwoorden op de vragen van het lid Hagen (D66)5 als tijdens debatten met uw Kamer heb ik aangegeven dat ik een andere invulling geef
aan de opvolging van de aanbeveling van de commissie Van Aartsen over het rijkstoezicht
op omgevingsdiensten.
Het invoeren van rijkstoezicht op omgevingsdiensten betekent een stelselwijziging
waarvoor de VTH-bevoegdheden via een wetswijziging bij provincies en gemeenten moeten
worden weggehaald en bij omgevingsdiensten moeten worden belegd. Daarvoor is een forse
wetswijziging nodig, die grote gevolgen heeft voor de interbestuurlijke verhoudingen.
Hiervoor is geen enkele steun bij provincies, gemeenten en het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook de commissie Van Aartsen beoogde met haar advies
geen forse stelselwijziging met de gedane aanbevelingen.
Vraag 12
Heeft u gezien dat de Raad van State omwonenden van de eendenslachterij deze zomer
in het gelijk stelde en oordeelde dat er uiterlijk op 15 augustus jongstleden een
einde moest worden gemaakt maken aan de illegale activiteiten?6
Antwoord 12
Ja, ik heb kennisgenomen van deze uitspraak. De last onder dwangsom die de omgevingsdienst
namens de gemeente Ermelo heeft opgelegd is in stand gebleven. Met dien verstande
dat de Raad van State het bedrijf extra tijd heeft gegeven om een aantal overtredingen
te beëindigen.
Vraag 13
Heeft u gezien dat ook sindsdien niet is opgetreden tegen de illegale situatie in
Ermelo?
Antwoord 13
De stelling dat er niet wordt opgetreden, is volgens de gemeente Ermelo niet juist.
In de afgelopen periode is er op verschillende momenten op verschillende onderdelen
gecontroleerd, is onderzoek gedaan en is gehandhaafd.
Er vindt controle plaats over of de opgelegde last wordt nageleefd. Afhankelijk van
onder andere de uitkomsten van de geluidmetingen vindt nadere besluitvorming plaats.
Dit gebeurt zorgvuldig en kost tijd.
Vraag 14
Wat denkt u dat dit doet met het vertrouwen van burgers in de overheid?
Antwoord 14
Ik realiseer me dat het vertrouwen in de overheid niet toeneemt als situaties van
overlast voortduren en er geen passende oplossing lijkt te worden gevonden. Uiteraard
is het van belang dat omwonenden en burgers signalen blijven afgeven om knelpunten
in de uitvoering van VTH zichtbaar te maken. Dit geeft mij handvatten om als stelselverantwoordelijke
het VTH-stelsel te kunnen versterken.
Vraag 15
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 15
Ja, dat heb ik hierbij gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.