Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mohandis over het artikel 'Voor altijd een piep in je oor'
Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Voor altijd een piep in je oor» (ingezonden 12 september 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
7 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Voor altijd een piep in je oor»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u onze grote zorgen over de grote toename van mensen met ernstige gehoorschade
en het feit dat deze groep steeds jonger wordt? Zo ja, welke acties hebt u ondernomen
om dit tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, ik deel uw zorgen. Het ministerie heeft samen met partijen uit de sector het Derde
Convenant Preventie Gehoorschade gesloten waarbij onder andere poppodia, de evenementensector,
sportscholen en de bioscopen zijn aangesloten. In het convenant zijn afspraken gemaakt
met betrekking tot het maximale geluidsniveau en het laten uitvoeren van geluidsmetingen
en ook wordt er met de I Love My Ears-campagne ingezet op voorlichting. Daarnaast
wordt in het kader van het convenant kennis verzameld en onderzoek uitgevoerd.
Vraag 3
Hoe kunnen we oortesten bij jongeren structureel inbedden in ons preventiebeleid en
welke instanties hebben hier een rol in?
Antwoord 3
Momenteel wordt in Nederland het gehoor gescreend bij pasgeborenen en bij kinderen
van 4 tot 6 jarige leeftijd door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Eerder dit jaar heeft VeiligheidNL een haalbaarheidsstudie uitgevoerd over de haalbaarheid
en de praktische mogelijkheden van een uitbreiding op deze bestaande gehoorscreenings.
Daarnaast heb ik de Gezondheidsraad gevraagd om een advies uit te brengen over optimalisatie
van de gehoorscreening bij jongeren. Dit advies wordt in 2024 verwacht.
Vraag 4
Welke stappen om te komen tot aanscherping van de decibelnorm heeft u gezet sinds
het rapport Preventie gehoorschade?2
Antwoord 4
Ik heb de Gezondheidsraad om advies gevraagd over het maximaal geluidsniveau. Dit
advies, waarbij wordt ingegaan op de laatste stand van de wetenschap, wordt in het
najaar verwacht. Aan de hand van het advies zal ik mij beraden op de aanscherping
van het maximaal geluidsniveau zoals we nu hebben afgesproken in het convenant.
Vraag 5, 6 en 7
Bent u bereid om wetgeving voor te bereiden nu er een Kamermeerderheid gloort voor
een wettelijke verankerde afdwingbare decibelnorm, mede gezien de vrijblijvendheid
van het huidige convenant? Zo ja, wanneer kunnen we dit verwachten? Zo nee, waarom
niet?
Bent u bereid om hierin de richtingen 2 en 4 uit het rapport van Berenschot te overwegen
en te komen tot wetgeving waarin heldere handhaafbare normen staan? Zo nee, waarom
niet?
Welke mogelijkheden ziet u verder voor aanscherping van de wet en regelgeving?
Antwoord 5, 6 en 7
Er is de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor wetgeving in
Nederland. In 2020 heeft Berenschot in opdracht van het ministerie een verkenning
ingesteld naar wetgeving op het gebied van maximumgeluidsnormen. De «Rapportage preventie
gehoorschade» van 2021 behelsde een vervolgonderzoek van Berenschot waarbij gekeken
werd naar een aantal concrete voorstellen voor een zorgplicht of alternatieve mogelijkheden.
Het afgelopen jaar hebben we ons beraad op de voorgestelde mogelijkheden uit het rapport.
Hierbij bleken niet alle richtingen even proportioneel te zijn. Het advies van de
Gezondheidsraad zal ons handvatten geven om deze voorgestelde maatregelen in een breder
kader te zien.
Vraag 8
Op welke termijn kunnen we maatregelen verwachten nu een Kamermeerderheid zich lijkt
uit te spreken voor concrete stappen, waaronder ons voorstel om te komen tot wettelijke
verankering van geluidsnormen?
Antwoord 8
Na het verschijnen van het advies van de Gezondheidsraad zal ik u informeren over
mogelijk aanvullende maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.