Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuik en Bikker over wettelijke maatregelen om de kans op gehoorschade te beperken
Vragen van de leden Kuik (CDA) en Bikker (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over wettelijke maatregelen om de kans op gehoorschade te beperken (ingezonden 12 september 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
            7 oktober 2022).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat experts een «vloedgolf» aan nieuwe tinnituspatiënten
               voorzien?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat momenteel al ruim 2,5 miljoen Nederlanders – waaronder veel jongeren
               – op de een of andere manier aan (tijdelijke) tinnitus lijden?
            
Antwoord 2
            
Het aantal van 2,5 miljoen is afkomstig van de stichting TinnitusFree. Naar schatting
               van de Keel-Neus-Oorheelkunde Vereniging hebben 2 miljoen mensen last van tinnitus.
               In de wetenschappelijk literatuur variëren de prevalentiecijfers tussen de 3 en 34%.
               Deze grote range komt doordat de studies verschillen in meetmethodes, verschillende
               gradaties van tinnitus zijn uitgevraagd (tijdelijk, permanent en tinnitussyndroom)
               en er sprake is van verschillende mogelijke oorzaken.
            
Vraag 3
            
Deelt u onze mening dat het huidige Convenant Preventie Gehoorschade te vrijblijvend
               is, aangezien niet alle relevante sectoren hieraan meedoen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3
            
Ik deel uw mening dat niet alle relevante sectoren zijn aangesloten bij het convenant.
               De achterblijvende dekkingsgraad van het convenant vind ik zorgelijk.
            
Vraag 4
            
Herinnert u zich de reactie van uw voorganger op de aangenomen motie Kuik/Dik-Faber,
               waarin verzocht werd te onderzoeken hoe wetgeving op het gebied van maximumgeluidsnormen
               en het toezicht op de naleving hiervan er in Nederland uit zouden kunnen zien?2,  3
Antwoord 4
            
Ja.
Vraag 5
            
Welke van de twee uitvoeringsvarianten uit het rapport Preventie Gehoorschade Aanpak
               problematische blootstelling versterkte muziek van Berenschot heeft uw voorkeur: voortzetting
               en versterking van het convenant zonder zorgplicht (1) of invoering van een (wettelijke)
               zorgplicht, mét behoud van het convenant en decentrale toezicht & handhaving (2)?4
Antwoord 5
            
Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd om te adviseren over mogelijke verdere maatregelen
               die genomen kunnen worden in het kader van de preventie van gehoorschade. In het licht
               van dit advies zal ik mij beraden op de uitvoeringsvarianten zoals voorgesteld in
               het rapport van Berenschot.
            
Vraag 6
            
Bent u – vanwege het acute en ernstige probleem – bereid het advies van de Gezondheidsraad
               niet af te wachten, maar per direct wetgeving voor te bereiden om een wettelijke zorgplicht
               (uitvoeringsvariant 2) door te voeren? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Nee, ik ben ervan overtuigd dat we het advies van de Gezondheidsraad dienen af te
               wachten. Zij zullen mij op basis van de laatste stand van de wetenschap adviseren
               over hoe de verschillende beleidsinterventies in onderling verband kunnen worden bezien,
               waaronder een eventuele zorgplicht.
            
Vraag 7
            
Klopt het dat het huidige (derde) convenant in december 2022 afloopt en dat ongeacht
               welke uitvoeringsvariant gekozen wordt, er een nieuw (vierde) convenant afgesloten
               moet worden? Zo ja, wat is hiervan de stand van zaken?
            
Antwoord 7
            
Het klopt dat het derde convenant op 6 december zou aflopen. Er is met de convenantpartners
               afgesproken om de looptijd van het huidige convenant met een jaar te verlengen. Reden
               hiervoor is dat de convenantagenda vertraging heeft opgelopen doordat bijna alle muziekactiviteiten
               ten gevolge van de Coronamaatregelen hebben stilgelegen. Komend jaar zal worden gebruikt
               om de achterstand in te halen. Ik beraad mij momenteel op de verschillende mogelijkheden
               voor het vervolg op het huidige convenant.
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat – ongeacht welke uitvoeringsvariant gekozen wordt – meer sectoren
               waar versterkte muziek wordt aangeboden aan zouden moeten sluiten bij het volgende
               convenant? Zo ja, welke acties onderneemt u om bijvoorbeeld de horeca aan te laten
               sluiten?
            
Antwoord 8
            
Ja. Het convenant is echter een samenwerking op vrijwillige basis en ik kan partijen
               niet verplichten om toe te treden. Ik heb de afgelopen periode meerdere gesprekken
               gevoerd met verschillende partijen, waaronder Koninklijke Horeca Nederland. Zij hebben
               vooralsnog besloten om niet aan te sluiten bij het convenant. Uiteraard zijn zij meer
               dan welkom om alsnog deel te nemen.
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat zowel de voorlichting als de handhaving in het kader van het
               convenant verbeterd moet worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke afspraken worden
               hierover in het vernieuwde convenant gemaakt?
            
Antwoord 9
            
Binnen het convenant wordt er veel ingezet op voorlichting en bewustwording met de
               I Love My Ears-campagne en ik zal hier verder in blijven investeren. Wat betreft handhaving
               houden de convenantpartners binnen het huidige convenant zelf hun voortgang in de
               gaten met behulp van onder andere geluidsmetingen en houden zij elkaar ook verantwoordelijk
               voor de nakoming van het convenant. Er is altijd ruimte voor verbetering. Komend jaar
               zal hierover gesproken worden met de convenantpartners, mede in het licht van de verschenen
               WHO-richtlijn.
            
Vraag 10
            
Klopt het dat volgens Europese wetgeving sinds 2013 de volumebegrenzer van draadloze
               earpods of headphones standaard aan moet staan, maar dit in de praktijk niet het geval
               is? Welke acties kunt u ondernemen om er voor te zorgen dat volumebegrenzers wel standaard
               aan staan?5
Antwoord 10
            
Het klopt dat in een Europese norm is vastgelegd dat op persoonlijke muziekspelers
               de volumebegrenzer van earpods en koptelefoons standaard aan moet staan. De NVWA heeft
               recent geen meldingen ontvangen over onveilige earpods en ook geen signalen dat deze
               niet aan de wet voldoen. Naar aanleiding van de laatste berichtgeving in de media
               hierover heeft de NVWA echter besloten om alsnog nader te onderzoeken wat de risico’s
               van earpods en koptelefoons zijn en zij zal bezien of dit aanleiding geeft tot verdere
               actie.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.