Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Roon over de opgelaaide militaire agressie van Azerbeidzjan tegen Armenië
Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de opgelaaide militaire agressie van Azerbeidzjan tegen Armenië (ingezonden 14 september 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 oktober 2022).
Vraag 1
Kunt u een eerste reactie geven op de gevechten die zijn uitgebroken tussen Azerbeidzjan
en Armenië, waarbij aan Armeense kant 49 doden zijn gevallen?1
Antwoord 1
De geweldsuitbarstingen tussen beide landen zijn zeer zorgelijk. Ik verwelkom het
staakt-het-vuren en het stoppen van het geweld. Er zijn aan beide kanten veel slachtoffers
gevallen. Het is zaak dat beide landen terug naar de onderhandelingstafel gaan om
tot een duurzaam vredesakkoord te komen, maar ook om afspraken te maken over de uitruil
van gevangen genomen soldaten.
Vraag 2
Acht u het waarschijnlijk dat Azerbeidzjan wederom met deze militaire agressie is
begonnen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Beiden landen ontkennen de gevechten te zijn begonnen en beide partijen ontkennen
het staakt-het-vuren als eerste te hebben geschonden. Er is sprake van desinformatie.
Het kabinet heeft noch de capaciteit, noch de presentie ter plaatse, om vast te stellen
wie de gevechten is begonnen, alsook wie het staakt-het-vuren als eerste schond. Belangrijkste
is nu dat het staakt-het-vuren stand houdt en dat het conflict niet escaleert. Daartoe
hebben NL, de EU en andere internationale partners, zoals de VS, opgeroepen.
Vraag 3
Wordt het bestand dat in 2020 door beide landen is gesloten, nog steeds gemonitord
door Russische troepen? Welke invloed heeft de oorlog in Oekraïne op de Russische
rol in het conflict tussen Azerbeidzjan en Armenië?
Antwoord 3
Op basis van het Trilaterale Akkoord (tussen Azerbeidzjan, Armenië en Rusland) vervult
Rusland de rol van vredesmacht. Circa 1.900 Russische vredestroepen zijn sinds 2020
geplaatst rond de contactlijn in Nagorno-Karabach en langs de Lachin Corridor. Op
dit moment heeft het kabinet geen informatie over terugtrekking van Russische troepen.
De Russische aanvalsoorlog op Oekraïne heeft de positie van Rusland in de regio verzwakt.
Armenië is als lid van de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie (CSTO) een militaire
bondgenoot van Rusland. In de afgelopen maanden is de reactie van Rusland diffuus
geweest. De CSTO heeft Armenië niet beschermd, ondanks de afspraken tussen CSTO-staten.
Het vertrouwen in de effectiviteit in de CSTO heeft hierdoor een deuk opgelopen. Welk
effect dit zal hebben in de regio is niet te voorspellen, maar het kan de regionale
veiligheid beïnvloeden. Rusland blijft voor Armenië een belangrijke speler, o.a. door
afhankelijkheid van energieleveranciers, militaire en diplomatieke steun, afzetmarkt
en bestemmingsland.
Vraag 4
Heeft u contact gehad met uw ambtsgenoten in Armenië en Azerbeidzjan over het opgelaaide
geweld? Zo ja, welke boodschap heeft u aan hen overgebracht?
Antwoord 4
Namens de EU spelen de Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel, de Hoge Vertegenwoordiger
Josep Borrel en de Speciaal Vertegenwoordiger voor de Zuidelijke Kaukasus Toivo Klaar
een actieve bemiddelende rol tussen Armenië en Azerbeidzjan, en Nederland steunt hen
daarin. De EU heeft zich meteen na het begin van de militaire escalatie in het grensgebied
tussen Armenië en Azerbeidzjan ingezet om verdere escalatie te voorkomen en de vredesbesprekingen
tussen beide landen te hervatten. Hiertoe reisde de speciale vertegenwoordiger op
13 september jl. naar Bakoe en Yerevan. Ook riep hij op om mogelijke mensenrechtenschendingen
en oorlogsmisdaden te onderzoeken en de daders te vervolgen. Daarnaast heeft de voorzitter
van de Europese Raad over de oplaaiing van gewelddadigheden telefonisch contact met
de Minister-President van Armenië en de president van Azerbeidzjan. Voorts belde de
Hoge Vertegenwoordiger met de Ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen. Nederland
steunt de EU in het bemiddelingsproces. In aanvulling daarop zijn de Nederlandse zorgen
op hoog ambtelijk niveau overgebracht.
Zelf heb ik eerder telefonisch contact gehad met de Azerbeidzjaanse Minister van Buitenlandse
Zaken. Tijdens het gesprek is de situatie tussen Armenië-Azerbeidzjan ook aan de orde
geweest. Ik heb destijds aan de Azerbeidzjaanse Minister van Buitenlandse Zaken Bayramov
het belang van dialoog en vredesonderhandelingen benadrukt. Dezelfde boodschap heb
ik uitgedragen in mijn telefoongesprek met de Armeense Minister van Buitenlandse Zaken,
Mizoyan.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de agressie van Azerbeidzjan mede wordt gefaciliteerd door de
terughoudende opstelling van Nederland en de Europese Unie (EU) richting dictator
Aliyev?
Antwoord 5
Nee. De EU is niet terughoudend en gaat in de dialoog met Azerbeidzjan kritische boodschappen
niet uit de weg. Zorgen met betrekking tot het conflict tussen Azerbeidzjan en Armenië
en over de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan worden, mede op instigatie van Nederland,
consequent in contacten van de EU met Azerbeidzjan besproken, zo ook tijdens de EU
Associatieraad met Azerbeidzjan op 19 juli jl., waar de Hoge Vertegenwoordiger de
EU-delegatie leidde.
Vraag 6
Kunt u exact aangeven hoeveel financiële steun de EU-Commissievoorzitter Von der Leyen
aan dictator en oorlogsmisdadiger Aliyev heeft toegezegd afgelopen zomer?2
Antwoord 6
De voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen, was op 18 juli jl. in Azerbeidzjan.
Tijdens dit bezoek werd een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend op het gebied
van energiesamenwerking. Dit MoU behelst een intentie om de gastoevoer van Azerbeidzjan
naar de Europese Unie te verdubbelen en samen te werken op het gebied van hernieuwbare
energie en klimaat inclusief het verminderen van methaanemissies. Met het MoU zijn
geen bindende juridische en financiële verplichtingen aangegaan.
Volgens het energieministerie van Azerbeidzjan is in de eerste 8 maanden van dit jaar
7,3 miljard kubieke meter aardgas geleverd aan de EU (naar schatting 3% van de totale
EU-gasconsumptie over deze periode).
Vraag 7
Waar wordt dit geld aan besteed, en deelt u de mening dat alle steunprogramma’s en
investeringen voor Azerbeidzjan per direct stopgezet moeten worden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
In het MoU dat de EU en Azerbeidzjan op 18 juli jl. tekenden zijn geen bindende juridische
en financiële verplichtingen aangegaan.
In algemene zin geldt dat het kabinet bij de verstrekking van EU-steun aan nabuurschapslanden
veel waarde hecht aan het principe van conditionaliteit. Landen die commitment tonen
en voortgang boeken met noodzakelijke hervormingen verdienen meer financiële steun
dan landen waar hervormingen uitblijven of zelfs sprake is van regressie (more for more, less for less). Conditionaliteit is een factor in het feit dat Azerbeidzjan momenteel aanzienlijk
minder financiële steun ontvangt uit het EU Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling
en internationale samenwerking (NDICI) dan bijvoorbeeld Armenië.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.