Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 200 III Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2023
Nr. 5 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 7 oktober 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 26 september 2022 voorgelegd aan de Minister-President, Minister
van Algemene Zaken. Bij brief van 6 oktober 2022 zijn ze door de Minister-President,
Minister van Algemene Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Honsbeek
Vraag 1
Wat zijn de regels voor hoe adviezen van het Klachtenmeldpunt inzake aanbestedingen
UBR|HIS (Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk | Haagse Inkoop Samenwerking)
moeten worden opgevolgd? Wat is gebruikelijk te doen met dergelijke adviezen?
Antwoord vraag 1
Adviezen van het Klachtenmeldpunt inzake aanbestedingen UBR|HIS zijn geen bindende
adviezen. Het is gebruikelijk dat een aanbestedende dienst de uitkomst van een advies
van het Klachtenmeldpunt inzake aanbestedingen UBR|HIS afwacht alvorens de aanbesteding
voort te zetten. Wanneer het advies is ontvangen, gaat een aanbestedende dienst na
of zij zich kunnen vinden in het advies en besluit de aanbestedende dienst aan de
hand daarvan het advies wel of niet op te volgen.
Vraag 2
Kan worden toegelicht waarom ervoor gekozen is om het advies van het Klachtenmeldpunt
inzake aanbestedingen UBR|HIS (Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk | Haagse
Inkoop Samenwerking) over de aanbesteding opdrachtfotografie voor de rijksoverheid
naast u neer te leggen?
Antwoord vraag 2
Het Klachtenmeldpunt UBR|HIS heeft in de reactie aan de klager de aanbestedende dienst
geadviseerd om de aanbesteding «on hold» te zetten en om «te (laten) onderzoeken of
de gekozen aanbestedingsopzet recht doet aan de specifieke kenmerken van de markt
en de mate waarin de gekozen route wenselijk en passend is in de fotografiebranche».
AZ heeft na weging van argumenten besloten om de aanbesteding voort te zetten, omdat
de aanbesteding naar het idee van AZ wél recht doet aan de kenmerken van de markt
en er in de aanbesteding keuzes gemaakt zijn in het belang van de individuele fotograaf.
Ook was er op dat moment al één inschrijving van een marktpartij ontvangen en zijn
er uiteindelijk totaal vier inschrijvingen ontvangen.
Vraag 3
Welke maatregelen zijn genomen om een hogere bezoekerstevredenheid voor rijksoverheid.nl
in 2023 aannemelijk te maken?
Antwoord vraag 3
Dienst Publiek en Communicatie (DPC) voert continu onderzoek uit om de gebruiksvriendelijkheid
van en informatievoorziening op rijksoverheid.nl te verbeteren. Daarbij wordt nadrukkelijk
gekeken of bezoekers eenvoudig hun informatie kunnen vinden en welke informatie zij
missen. Voor rijksoverheid.nl is een gemiddeld taalniveau B1 afgesproken. Daarnaast
is er aandacht voor laaggeletterden. Hiervoor wordt taalniveau A2 toegepast. In 2023
wil DPC, in het kader van het programma Inclusie, meer informatie in eenvoudige taal
aanbieden. Uit onderzoek blijkt dat steeds meer mensen de website via hun smartphone
benaderen. Daarom wordt extra aandacht besteed aan mobiel gebruik en het toepassen
van afspraken over digitale toegankelijkheid, zodat mensen met een beperking de informatie
op rijksoverheid.nl kunnen raadplegen. Toepassing van organische vindbaarheid (SEO),
zodat informatie op rijksoverheid.nl goed vindbaar is in zoekmachines. Uit onderzoek
blijkt dat een groot deel van de bezoekers via een zoekopdracht in Google op rijksoverheid.nl
komt.
Vraag 4
Hoeveel van de 5.224 (X € 1.000) euro voor coördinatie van het algemeen communicatie-
en regeringsbeleid (Rijksvoorlichtingsdienst) in 2026 is gereserveerd voor het categoriemanagement
vakliteratuur en abonnementen? Hoeveel hiervan is juridisch verplicht?
Antwoord vraag 4
De bijdrage voor het categoriemanagement vakliteratuur en abonnementen voor de periode
2021–2025 is overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Financiën: in 2021
€ 0,6 miljoen en vanaf 2022 t/m 2025 € 2,7 miljoen. Op dit moment zijn de bedragen
voor de budgetoverheveling voor de jaren 2026–2030 nog niet bekend. Wel wordt rekening
gehouden met de bedragen die in de jaren 2022–2025 zijn overgeheveld (€ 2,7 miljoen).
Tevens wordt rekening gehouden met de jaarlijkse prijsindexatie. De bijdrage vanaf
2026 voor het categoriemanagement vakliteratuur en abonnementen is niet volledig juridisch
verplicht.
Vraag 5
Welke evaluaties zijn er bekend van de MoNo campagnes? Wat waren hiervan de uitkomsten?
Antwoord vraag 5
De resultaten van de campagne-effectonderzoeken van de Mono-campagnes worden gepubliceerd
op rijksoverheid.nl. De links naar de resultaten van de campagne in 2020, 2021 en
2022 zijn hier te vinden:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/documenten/rapporten…
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/documenten/rapporten…
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/documenten/rapporten…
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/documenten/rapporten…
Vraag 6
Welke inspanningen zijn er verricht sinds de behandeling van de begroting van Algemene
Zaken in september 2021 om het gebruik van het woord «klant» in overheidscommunicatie
en uitvoeringsorganisaties (verder) terug te dringen?
Antwoord vraag 6
In 2021 is contact opgenomen met de Manifestgroep (het netwerk van 16 grote publieke
dienstverleners die samen optrekken voor betere dienstverlening aan burgers en bedrijven)
om aandacht te vragen voor de wenselijkheid om het gebruik van de term «klant» zoveel
mogelijk te vermijden. Het is aan de ministeries en publieke dienstverleners hierop
toe te zien. De Dienst Publiek en Communicatie (DPC) spreekt in haar dienstverlening
en communicatie over burgers om de doelgroep van de dienstverlening duidelijk te maken.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe het komt dat de omzet van de Dienst Publiek en Communicatie
in 2023 stijgt met 27 miljoen euro? Kunt u toelichten wat hier de oorzaak van is?
Antwoord vraag 7
De omzetstijging is een prognose. De verwachte stijging betreft voornamelijk de verwachte
hogere media-omzet en de te verwachten werkzaamheden van Dienst Publiek en Communicatie
(DPC) voor de uitvoering van projecten en programma’s in het kader van de Parlementaire
Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en Werk aan Uitvoering (WaU).
De media-omzet betreft alle mediabestedingen (inclusief arbeidsmarktcommunicatie)
van de rijksoverheid en enkele zelfstandige bestuursorganen. Door gezamenlijk in te
kopen behaalt de rijksoverheid inkoopvoordelen. DPC verzorgt de inkoop en administratie
hiervan maar heeft geen invloed op deze bestedingen. De totale bestedingen van de
deelnemende partijen zijn naar verwachting € 13 miljoen hoger. DPC is betrokken bij
diverse projecten en programma’s in het kader van POK en WAU. Het betreft onder andere
de ontwikkeling van een «1overheid» waarmee de informatievoorziening en dienstverlening
voor iedereen wordt verbeterd. Door bij de inrichting uit te gaan van het perspectief
van mensen, ofwel de wensen en behoeften passend bij hun situatie (levensgebeurtenissen),
in plaats van de logica en organisatie van de overheid, vinden mensen sneller het
antwoord op hun vraag en krijgen zij betere toegang tot de dienstverlening waar zij
recht op hebben. Verder voert DPC opdrachten uit in het kader van Open Overheid en
Inclusievere dienstverlening. Ten slotte levert DPC een grote bijdrage aan de vindbaarheid
van documenten die worden opgeslagen en gepubliceerd op open.overheid.nl door de metadatering
bij die documenten te verzorgen. Mensen die informatie zoeken, kunnen de bijbehorende
documenten daardoor veel beter vinden.
Vraag 8
Waarom wordt het woord «omzet» gebruikt in begrotingen van de rijksoverheid?
Antwoord vraag 8
De term omzet is een voorgeschreven term uit de regeling Agentschappen en de regeling
Rijksbegrotingsvoorschriften. Dit is een gebruikelijk term in een baten-lasten bedrijfsvoering.
De agentschappen van het Rijk, waaronder de Dienst Publiek en Communicatie, voeren
een baten- lastenboekhouding.
Vraag 9
Wat wordt er verstaan onder «beeldadvies»? Hoeveel fte’s houden zich bezig met «beeldadvies»?
Antwoord vraag 9
Onder beeldadvies, dat is belegd bij het Beeldcentrum rijksoverheid, wordt verstaan
het adviseren van departementen en andere rijksorganisaties over het effectief inzetten
van visuele communicatiemiddelen, zoals foto’s, video’s en infographics, en de correcte
toepassing van digitoegankelijkheid en de rijkshuisstijl. De formatie die zich binnen
het Beeldcentrum rijksoverheid bezighoudt met beeldadvies bedraagt circa 9 fte over
2023.
Vraag 10
Op welke schaal worden de burgertevredenheid telefonie (cijfer 4,0 in 2022), burgertevredenheid
e-mail (3,2 in 2022) en Bezoekerstevredenheid Rijksoverhied.nl (cijfer: 7,0 in 2022)
gemeten?
Antwoord vraag 10
De schaal voor rijksoverheid.nl is van 1 t/m 10. De schaal voor telefonie en e-mail
is van 1 t/m 5.
Vraag 11
De begroting van de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) kent een negatief saldo.
Welke bezuinigingsvoorstellen liggen voor om dit gat te dichten?
Antwoord vraag 11
Het tekort bedraagt € 0,6 miljoen. Dat is overigens gelijk aan het tekort in de ontwerpbegroting
2022. Tijdens de covid-19 pandemie zijn diverse persconferenties gehouden die tot
massaal bezoek aan www.rijksoverheid.nl hebben geleid. De infrastructuur van de website moest hiervoor worden versterkt.
De structurele kosten hiervan bedragen € 0,6 miljoen. Door de Voorlichtingsraad is
het besluit genomen dat deze beschikbaarheid in stand moet worden gehouden. De directies
communicatie hebben gezamenlijk het vereiste bedrag in 2022 betaald. De structurele
financiering moet nog plaatsvinden in het kader van de Business Case crisiscommunicatie
waar mogelijk nog extra voorzieningen worden afgesproken.
Vraag 12
Welke maatregelen zijn genomen om een lager ziekteverzuim in 2023 aannemelijk te maken?
Antwoord vraag 12
In het ziekteverzuim is onderscheid te maken in kortstondig verzuim en langdurig verzuim.
Het kortstondig verzuim wordt door managers en medewerkers opgepakt door continu het
goede gesprek hierover te voeren in samenspraak met de bedrijfsarts. Hier zijn geen
bijzonderheden te melden.
Dienst Publiek en Communicatie (DPC) heeft momenteel te maken met een groter dan normaal
langdurig verzuim op niet-werk gerelateerde medische gronden. Om dit verder terug
te dringen en het handelingsperspectief te vergroten is er nauw contact met UBR bedrijfszorg.
Er wordt regelmatig een sociaal medisch team (SMT) georganiseerd zodat een effectieve
aanpak van verzuim op de agenda blijft staan.
DPC investeert in preventie om (langdurig) verzuim te voorkomen. Hierbij ligt de focus
op vitaliteit, toebedelen van een duidelijk takenpakket, verminderen werkdruk en vergroten
van het werkplezier.
Vraag 13
Welke maatregelen zijn genomen om een hoger service niveau telefonie in 2023 aannemelijk
te maken?
Antwoord vraag 13
Het niet behalen van de service niveaus is veroorzaakt door de enorme toename van
vragen over de covid-19 pandemie en met name over de maatregelen die de overheid heeft
genomen. Ondanks een speciaal crisisinformatienummer van de NCTV (0800-1351) en aparte
informatielijnen van de GGD voor testen en vaccineren kwamen er ook veel vragen bij
het loket van DPC terecht. Voornamelijk in periodes direct na een persconferentie
en bij het ingaan van zwaardere maatregelen zoals lockdowns.
Informatie rijksoverheid is niet ingericht als crisisloket, hier is een ander informatienummer
voor namelijk 0800-1351. De Business Case crisiscommunicatie kan eventueel tot nieuwe
inzichten en een nieuwe werkwijze leiden. Tot die tijd blijft de huidige werkwijze
gehandhaafd. In reguliere jaren is de normale werkwijze en de minimum vereiste flexibiliteit
altijd ruim voldoende geweest om de prestatie- en kwaliteitsindicatoren te behalen.
Voor bellers was in 2021 de gemiddelde wachttijd tot zij een voorlichter aan de lijn
kregen 49 seconden i.p.v. de vereiste 40 seconden. E-mailers kregen gemiddeld binnen
4 werkdagen een antwoord i.p.v. de vereiste 2 werkdagen.
Vraag 14
Welke maatregelen zijn genomen om een hoger service niveau e-mail in 2023 aannemelijk
te maken?
Antwoord vraag 14
Zie het antwoord op vraag 13.
Vraag 15
Welke beleidsbesluiten en/of besluiten in de Tweede Kamer liggen er ten grondslag
aan de uitbreiding van het fte-totaal met ruim 15%?
Antwoord vraag 15
De verwachte uitbreiding is een prognose die samenhangt met werkzaamheden die DPC
naar verwachting voor diverse opdrachtgevers zal uitvoeren. De belangrijkste elementen
hierin zijn de werkzaamheden in het kader van programma’s en projecten in het kader
van POK en WaU en de uitvoering van Open Overheid zoals toegelicht in het antwoord
op vraag 7. Daarnaast vindt er een uitbreiding plaats van de interne communicatiepool
die onderdeel is van de formatie van Dienst Publiek en Communicatie (DPC). Departementen
en publieke dienstverleners maken gebruik van de medewerkers in deze pool binnen hun
eigen organisatie in geval van bijvoorbeeld crises en (veelal complexe) maatschappelijke
vraagstukken. Via de pool kan ambtelijke communicatie-expertise worden ingezet op
tijdelijke opdrachten bij departementen en publieke dienstverleners.
Vraag 16
Welke inspanningen zijn er verricht sinds de behandeling van de begroting van Algemene
Zaken in september 2021 om de aanbevelingen van het GRECO rapport uit 2019 verder
uit te voeren en op te volgen?
Antwoord vraag 16
De Minister van BZK heeft in de kabinetsreactie van 22 juli 2022 op de initiatiefnota
van Omtzigt en Dassen over wettelijke maatregelen om de integriteit bij bewindspersonen
en de ambtelijke top te bevorderen, uiteengezet wat het kabinet tot nu toe in gang
heeft gezet in het kader van integriteitsbeleid, evenals de acties die de komende
tijd aanvullend worden ondernomen. Deze acties vloeien mede voort uit het rapport
van GRECO uit 2019. Zelf heb ik uw Kamer op 15 december 2021 geïnformeerd over de
wijze waarop het beleid omtrent zakelijke en financiële belangen van (aantredende)
bewindspersonen is uitgebreid naar aanleiding van de motie-Sneller (35 925 III, nr. 9).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
G.C. Honsbeek, adjunct-griffier