Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over oversterfte en vaccinaties
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over oversterfte en vaccinaties (ingezonden 17 augustus 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 oktober
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3877.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van CBA/RIVM van 23 juni 2022 dat verslag doet van het
onderzoek naar de oversterfte?
Antwoord 1
Ja. Dit onderzoek is op mijn verzoek uitgevoerd door RIVM en CBS en ik heb uw Kamer
over het rapport geïnformeerd (Kamerstuk 25 295, nr. 1886).
Vraag 2
Bent u bekend met de volgende bevinding in paragraaf 7.4 van dat rapport: «Het onderzoek
van de doodsoorzaakverklaringen geeft geen beeld van de kwantitatieve en kwalitatieve
bijdrage van het vaccineren tegen COVID-19 aan overlijden [...] Het beeld dat uit
de beschrijving naar voren komt moet dus met grote voorzichtigheid geïnterpreteerd
worden en levert geen representatieve kwantitatieve inzichten»?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u gemotiveerd aangeven of u de conclusie van de onderzoekers zelf deelt dat dit
onderzoek niet de vraag heeft beantwoord of vaccinaties iets met de oversterfte te
maken hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De conclusie zoals u die beschrijft deel ik niet omdat het over een deel van het onderzoek
gaat en niet het volledige onderzoeksrapport. U verwijst naar een conclusie uit de
deelanalyse die het CBS in het onderzoek heeft verricht. Het CBS schetst in deze deelanalyse
een beschrijvend beeld van meldingen van mogelijk overlijden als gevolg van COVID-19-vaccinatie
op de doodsoorzaakverklaringen. Op basis van deze meldingen van COVID-19-vaccinatie
in de doodsoorzaakverklaringen, is de bijdrage van COVID-19-vaccinatie aan overlijden
niet aan te tonen. Reden hiervoor is dat de beschikbare informatie in deze verklaringen
hiervoor te beperkt is. De mogelijke rol van COVID-19-vaccinatie bij overlijden, op
basis van de doodsoorzaakverklaringen, dient daarom met voorzichtigheid geïnterpreteerd
te worden, zoals door CBS in het rapport beschreven. Daarbij is het van belang om
bewust te zijn van het feit dat het doodsoorzakenformulier niet als registratie voor
bijwerkingen dient. Hiervoor is Lareb de aangewezen bron. In het oversterfteonderzoek
van het CBS en het RIVM is gebruik gemaakt van de doodsoorzakenstatistieken, en niet
de data van Lareb.
In het onderzoeksdeel dat uitgevoerd is door het RIVM is gekeken naar het risico op
overlijden kort na COVID-19 vaccinatie, en hieruit is geconcludeerd dat er geen oorzakelijk
verband tussen vaccinaties en een verhoogde kans op overlijden kon worden aangetoond.
Deze conclusie onderschrijf ik.
Vraag 4
Erkent u dat er volgens het CBS en RIVM 3400 onverklaarbare sterfgevallen in 2021
zijn en dat de oversterfte tot op de dag van vandaag nog steeds aanhoudt? Zo nee,
waarom niet? Bent u het met eens dat we nu werkelijk alles moeten doen om de oorzaken
hiervan te achterhalen?
Antwoord 4
Zoals eerder aangegeven vind ik het heel belangrijk om de oorzaken en redenen van
oversterfte te onderzoeken. Vandaar ook dat ik bezig ben met de uitvoering van de
motie Omtzigt aangaande een onderzoek naar de redenen en oorzaken van oversterfte
in 2020–2021.
Het CBS en het RIVM concluderen op basis van hun onderzoek dat gedurende de eerste
oversterftegolf de oversterfte even groot is als het aantal mensen dat het CBS registreerde
met als doodsoorzaak COVID-19. In de tweede oversterftegolf overleden meer mensen
aan COVID-19 dan er oversterfte was. Tijdens de derde oversterftegolf was de oversterfte
juist hoger dan het aantal mensen dat aan COVID-19 overleed. Dit betrof circa 3.400 overledenen
en was vooral zichtbaar bij de leeftijdsgroep 65- tot 80-jarigen. Er zijn in het onderzoek
geen grote veranderingen in de hoofdgroepen van doodsoorzaken anders dan COVID-19
gevonden in 2020 en 2021. Daarmee wordt aangegeven dat in deze periode andere doodsoorzaken
die niet tot een van de hoofdgroepen behoren mogelijk bijdroegen aan de oversterfte.
Het is niet zo dat de oversterfte tot op de dag van vandaag nog steeds aanhoudt. Uit
de sterftecijfers van het CBS kan geconstateerd worden dat er in het begin van 2022
geen sprake was van oversterfte. Sinds eind maart is er sprake van oversterfte volgens
het CBS. Om deze oversterfte nader te duiden, zijn onder andere de doodsoorzakenstatistieken
nodig. Op dit moment zijn de doodsoorzakenstatistieken beschikbaar bij het CBS t/m
mei 20221. Uit deze cijfers blijkt dat in de laatste twee weken van maart de sterfte als gevolg
van vermoedelijke of vastgestelde COVID-19 iets hoger lag dan in de weken ervoor.
In april nam de COVID-19-sterfte weer af. Hierbij is het belangrijk om aan te geven
dat hoeveel mensen overlijden afhankelijk is van een groot aantal factoren. De oorzaak
voor een periode van oversterfte is daarom niet eenduidig aan te wijzen. Voor verdere
toelichting verwijs ik u graag naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen die
gesteld zijn door het lid van Haga (Groep van Haga) op 22 september2.
Vraag 5
Sluit u de vaccinaties als mogelijke oorzaak van de oversterfte uit? Zo ja, waarom?
Antwoord 5
Op basis van hun onderzoek concluderen het CBS en het RIVM dat er geen oorzakelijk
verband tussen vaccinatie en een verhoogde kans op overlijden kon worden aangetoond.
Ik onderschrijf de conclusies van dit onderzoek. Voor verdere toelichting verwijs
ik u naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van
Haga) van 5 juli3 en 25 juli jl.4
Vraag 6
Erkent u dat volgens verschillende wetenschappers de benodigde data om een eventueel
verband tussen vaccinaties en oversterfte aan te tonen wel voorhanden zijn, maar deze
data niet beschikbaar worden gemaakt voor onderzoek? Zo nee, waarom niet? Bent u ervan
op de hoogte dat volgens verschillende onderzoekers geanonimiseerde data nodig zijn
die de genoemde gegevens (per persoon) bevatten:
a) de data waarop de persoon is gevaccineerd (1e, 2e, boosters);
b) leeftijd;
c) geslacht;
d) eventueel datum van overlijden;
e) data van positieve coronatests bij de GGD?
Antwoord 6
Ik onderschrijf het belang van de beschikbaarheid van data voor wetenschappelijk onderzoek
in het algemeen, en het oversterfteonderzoek in het bijzonder. Op dit moment is de
voor het oversterfteonderzoek gewenste toegang tot databronnen nog niet volledig ingeregeld.
Ik verwijs naar mijn brief van 27 september 2022 voor mijn inzet om dit mogelijk te
maken.
Vraag 7
Kunt u exact aangeven waarom deze data niet geanonimiseerd kunnen worden aangeleverd
en beschikbaar worden gesteld voor alle wetenschappers, ook in het licht van de vorige
vragen?
Antwoord 7
Momenteel worden verscheidene datasets gepseudonimiseerd al beschikbaar gesteld, bij
het CBS, voor onderzoek wanneer een aanvraag voor deze dataset ingediend wordt. Echter
is het bij een deel van de onderzoeken belangrijk dat de data eerst gekoppeld wordt
aan andere datasets voordat deze gepseudonimiseerd beschikbaar gesteld kan worden.
Bij het koppelen van datasets is zorgvuldigheid van groot belang. Ik verwijs naar
mijn brief van 27 september 2022 voor mijn inzet om dit mogelijk te maken.
Vraag 8
Kunt u beloven dat u alles in het werk zal stellen om deze gegevens beschikbaar te
maken en in het geval dat dit niet lukt, exact en concreet zal aan te geven waarom
dit niet mogelijk is?
Antwoord 8
Zoals eerder aangegeven doe ik er alles aan om verdiepend vervolgonderzoek naar oversterfte
mogelijk te maken door te faciliteren dat alle brondata die hiervoor nodig is beschikbaar
gesteld wordt aan wetenschappers (ook diegene die niet gelieerd zijn aan het CBS of
het RIVM). Uiteraard moet dit wel binnen de geldende wettelijke kaders gebeuren. Ik
verwijs naar mijn brief van 27 september 2022 voor mijn inzet om dit mogelijk te maken.
Vraag 9
Kunt u de bovenstaande vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.