Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Stoffer over het bericht 'Vulva maakt nummer over abortus genaamd 'Kill The Baby' en over misbruikers genaamd 'Abusers''
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Stoffer (SGP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Vulva maakt nummer over abortus genaamd «Kill The Baby» en over misbruikers genaamd «Abusers»» (ingezonden 8 september 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 oktober
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Vulva maakt nummer over abortus genaamd «Kill The Baby»
en over misbruikers genaamd «Abusers»»1 en de albumreleaseparty op 27 augustus jongstleden?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de wijze waarop in de muziek en op de releaseparty over zoiets
kwetsbaars als abortus wordt gesproken ronduit schokkend is?
Antwoord 2
Ik vind dat in het nummer «Kill the baby» op weinig tactvolle wijze wordt gezongen
over abortus. Echter, het nummer valt wat mij betreft onder de vrijheid van artistieke
expressie. Hoe precies op de releaseparty is gesproken over abortus is mij niet bekend.
Ik begrijp uit een artikel op de website Vice dat op de bewuste avond een veelzijdig
programma is aangeboden rond het thema abortus.
Vraag 3
Hoe verhoudt de tekst en boodschap van het nummer «Kill the Baby» zich tot de manier
waarop de Wet afbreking zwangerschap (Waz) spreekt over abortus en de waarde van het
ongeboren leven?
Antwoord 3
De tekst van het nummer hangt op geen enkele wijze samen met de manier waarop in de
Waz wordt gesproken over abortus en de waarde van het ongeboren leven.
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze clip en muziek, waarin abortus als iets feestelijks wordt
gepresenteerd, afbreuk doet aan het kabinetsbeleid om het aantal ongewenste en onbedoelde
zwangerschappen en (herhaalde) abortussen te verminderen?
Antwoord 4
Het kabinetsbeleid staat los van deze clip en muziek. Met de aanpak voorkomen van
en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap (het vervolg op het Zevenpuntenplan onbedoelde
zwangerschap), zet het kabinet in op het voorkomen van en bieden van ondersteuning
bij onbedoelde zwangerschappen2. Daarbij wordt keuzehulp en nazorg gegarandeerd voor eenieder die dit nodig heeft.
Ook het bieden van goede, betrouwbare en vindbare informatie waarmee vrouwen weloverwogen
keuzes kunnen maken hoort hierbij. Binnen de vormgeving en de uitvoering van het beleid
wordt rekening gehouden met de verschillende opvattingen die over dit onderwerp leven:
politiek maar zeker ook maatschappelijk. De gezondheid van vrouw en kind én de autonomie
(keuzevrijheid) van de vrouw blijven hierbij leidend.
Vraag 5
Betekent de betrokkenheid van de organisatie Ava bij de releaseparty dat de samenwerkingspartners
van Ava, te weten Rutgers, Fiom, de Nederlandse Vereniging voor voor Obstetrie en
Gynaecologie (NVOG) en de Nederlands Genootschap van Abortusartsen (NGvA), ook achter
de boodschap van het nummer «Kill the Baby», zoals verwoord in het artikel «Feesten
in een kerk voor het recht op abortus»3 staan?
Antwoord 5
De suggestie dat genoemde organisaties achter de boodschap van het nummer staan mist
elke grondslag. Ik acht het echter niet gepast om te spreken voor deze organisaties;
als zij zich willen uitlaten over de boodschap van het nummer, is dat aan hen. Overigens
werkt het Ministerie van VWS constructief en naar tevredenheid samen met Rutgers,
Fiom, de NVOG, de NGvA. Ook is in het kader van de aanpak voorkomen van en ondersteuning
bij onbedoelde zwangerschap sinds kort de samenwerking met AVA gestart.
Vraag 6
Zijn er bestuurlijke, dan wel juridische mogelijkheden om hiertegen op te treden?
Zo ja, wat gaat u daarmee doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De vrijheid van artistieke expressie is een belangrijk gegeven en hoort bij onze samenleving.
Als zodanig is die vrijheid nauw verbonden met het in de Grondwet verankerde recht
op vrijheid van meningsuiting. Zolang een uiting niet discrimineert of onnodig kwetst
wordt deze beschermd door dit recht. Het is niet ongebruikelijk dat kunst grenzen
opzoekt om maatschappelijke discussie aan te wakkeren. Dat kunstenaars gebruik maken
van hun recht op vrijheid van meningsuiting is een grote verworvenheid, die niet zomaar
ingeperkt mag worden. Ik acht ingrijpen dan ook ongewenst.
Vraag 7
Kunt u toelichten welke grenzen er zitten voor publieke media om te berichten over
gewelddadige en kwetsende kunstuitingen? Hoe beoordeelt u dat in deze kwestie?
Antwoord 7
Volgens art. 2.88, eerste lid, Mediawet 2008 bepalen publieke media-instellingen zelf
vorm en inhoud van het door hen verzorgde media-aanbod. Ze zijn daar dientengevolge
ook zelf verantwoordelijk voor. Die onafhankelijkheid van de publieke omroep is een
groot goed. De VPRO, net als alle andere omroepen, maakt daarbij in alle vrijheid
zelf zijn afwegingen en keuzes op welke wijze de VPRO dat doet. Het is een kwestie
van individuele smaak of men wel of niet gecharmeerd is van de inhoud van de berichtgeving.
Het filmpje bij het nummer zal door sommigen aanstootgevend gevonden worden, en men
kan het ook zien als artistieke expressie. Het is echter niet aan de overheid om een
oordeel uit te spreken over het media-aanbod van de publieke media-instellingen.
Toezicht vooraf op de inhoud van tv-programma's is, zoals artikel 7, tweede lid, van
de Grondwet bepaalt, nooit geoorloofd. De rechter kan eventueel naderhand bepalen
dat een programma bepaalde grenzen heeft overschreden. Als aangifte is gedaan bij
de politie en het Openbaar Ministerie zou tot strafrechtelijke vervolging overgaan,
dan bepaalt de rechter als onafhankelijke instantie of de grenzen van het recht zijn
overschreden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.