Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over de detentie van Naoufal F.
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de detentie van Naoufal F (ingezonden 2 september 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 29 september 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 42.
Vraag 1
Klopt het dat Naoufal F. op dit moment in de PI Arnhem is gedetineerd?
Antwoord 1
Ik ga niet in op de situatie rondom individuele gedetineerden. Ik zal de verdere vragen
daarom in algemene zin beantwoorden.
Vraag 2
Waarom zit Naoufal F. niet meer in een zogeheten AIT (Afdeling Intensief Toezicht)?
Antwoord 2
In algemene zin kan ik het volgende zeggen. Op grond van artikel 16 van de Penitentiaire
beginselenwet (Pbw) kan een directeur gedetineerden op een Afdeling Intensief Toezicht
(AIT) plaatsen. De nadruk ligt bij de AIT op het toezicht. Het doel van dit intensieve
toezicht is om te voorkomen dat gedetineerden doorgaan met criminele activiteiten
tijdens hun detentie. Activiteiten vinden in kleinere groepen plaats. De contacten
met de buitenwereld worden gemonitord en het dagprogramma wordt gecompartimenteerd
uitgevoerd. Gedetineerden van de AIT komen zo min mogelijk in aanraking met gedetineerden
van andere afdelingen. Gedetineerden in een AIT hebben veelal een zogeheten GVM-status
(gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico). Na een half jaar wordt
opnieuw bezien of de gedetineerde op de GVM-lijst blijft. Als er aanleiding voor is
kan dat ook eerder.
Vraag 3 en 4
Waarom is Naoufal F. niet in de categorie «extreem» geplaatst, op basis van de Gedetineerden
met een vlucht- en/of maatschappelijk risico (GVM)-circulaire?
Hoe worden de omstandigheden strafrestant, vervolgstraffen, criminele carrière, macht
en middelen beoordeeld bij het overplaatsen van gedetineerden die een leidinggevende
rol hebben binnen een crimineel samenwerkingsverband?
Antwoord 3 en 4
In algemene zin geldt dat er voor de GVM-lijst onderscheid wordt gemaakt tussen gedetineerden
in de categorieën verhoogd, hoog en extreem. In welke categorie een gedetineerde wordt
ingedeeld wordt afgewogen in het Operationeel Overleg (OO). In het OO zitten onder
meer afgevaardigden van het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP), het Openbaar
Ministerie, een afvaardiging van DJI en de selectiefunctionaris. In het OO wordt een
risico-inschatting gemaakt op basis verschillende factoren, zoals het gedrag van een
gedetineerde tijdens de detentie (is er sprake van mogelijk voortgezet crimineel handelen
tijdens detentie), informatie van het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP)
en het Openbaar Ministerie (OM).
Van belang bij de risico-inschatting zijn gegevens over macht (bijvoorbeeld de positie
van de gedetineerde in een crimineel samenwerkingsverband), middelen (bijvoorbeeld
of een gedetineerde over veel geld kan beschikken) en motivatie (bijvoorbeeld als
sprake is van een zeer lang strafrestant). Elke zes maanden vindt er een nieuwe risico-inschatting
plaats.
Vraag 5
Waarom zitten gedetineerden die een leidinggevende rol hebben of hadden binnen een
crimineel samenwerkingsverband niet ten minste in een Afdeling Intensief Toezicht?
Antwoord 5
Het is op dit moment alleen mogelijk om op basis van risicoanalyse gedetineerden in
een bepaald regime te plaatsen. Mijn voorganger heeft in zijn brief van 22 november
20211 aangegeven de plaatsingsgronden voor de EBI te smal te vinden. Daarom wordt het ook
mogelijk om iemand in een extra beveiligd regime te plaatsen op basis van de dreiging
die uitgaat van iemands rol en positie binnen een crimineel netwerkt. De zogeheten
«Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden» (RSPog) wordt hiervoor
aangepast. Deze aanpassing is voor het einde van dit jaar gereed.2
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat Naoufal F., een van de rechterhanden van Ridouan Taghi en een
van de leidinggevenden in het criminele samenwerkingsverband van Ridouan Taghi, in
een relatief licht detentieregime verblijft en veelvuldig contact kan hebben met medegedetineerden?
Antwoord 6
Gedetineerden met een hoog vlucht- en maatschappelijk risico (zogeheten GVM-gedetineerden)
krijgen, los van het regime, individueel beperkingen opgelegd. In algemene zin geldt
voor gedetineerden die op een GVM-lijst staan dat, op basis van een individuele belangenafweging,
een advies wordt uitgebracht aan de selectiefunctionaris. Daarbij wordt rekening gehouden
met alle relevante omstandigheden, waaronder ongewenste combinaties van gedetineerden.
Dit wordt elke zes maanden opnieuw getoetst. Aan de hand daarvan wordt een gedetineerde
in een op dat moment passend regime of afdeling geplaatst.
Vraag 7
Wat gaat u doen om te realiseren dat kopstukken uit criminele samenwerkingsverbanden,
zoals dat van Ridouan Taghi, onder volledig toezicht staan tijdens detentie en voortgezet
crimineel handelen vanuit detentie onder geen beding mogelijk is?
Antwoord 7
Ik vind het onacceptabel dat criminelen hun handel en wandel voort kunnen zetten wanneer
ze veilig achter gesloten deuren behoren te zitten. De afgelopen maanden is hard gewerkt
om dit tegen te gaan. Mijn voorganger heeft in de Kamerbrief over de aanpak van georganiseerde
criminaliteit tijdens detentie en berechting en in de voortgangsbrief over de implementatie
van deze maatregelen al veel in gang gezet.3 Maar recente ontwikkelingen laten zien dat het huidige wet- en regelgevend kader
tekort schiet en dat er meer nodig is. Er zullen steeds nieuwe maatregelen moeten
worden genomen om geharde criminelen een stap voor te blijven. De afgelopen weken
is er dan ook hard gewerkt aan maatregelen om de huidige kwetsbaarheden te beperken.
Deze extra maatregelen en de plannen voor wijziging van wet- en regelgeving zijn uiteengezet
in de brief: Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie.4 In de tussentijd worden ten aanzien van de beschreven kopstukken individueel extra
maatregelen opgelegd als de situatie daarom vraagt en voor zover de huidige regelgeving
dit toelaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.