Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de jaarvergadering van de Wereldbank van 10-14 oktober 2022 (Kamerstuk 26234-270)
2022D38297 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder andere de Geannoteerde
agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de jaarvergadering van
de Wereldbank van 10-14 oktober 2022 (Kamerstuk 26 234, nr. 270).
De voorzitter van de commissie, Wuite
De adjunct-griffier van de commissie, Goorden
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en de GroenLinks-fracties
4
II
Antwoord / Reactie van de Minister
6
III
Volledige agenda
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda
voor de inzet van Nederland voor de jaarvergadering van de Wereldbank van 10-14 oktober
2022. Deze leden hebben daarover nog enkele vragen.
De Minister schrijft ook dat Nederland zich inzet voor zo ambitieus mogelijke klimaatfinancieringsdoelstellingen
en voor uitfasering van de financiering van fossielebrandstoffenprojecten. Nederland
heeft voor deze instellingen een benadering voor projectvoorstellen van «nee, tenzij»,
waarbij op basis van een beperkt aantal uitzonderingsgronden hiervan kan worden afgeweken.
De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen welke uitzonderingsgronden
dat zijn.
De leden van de VVD-fractie danken de Minister ook voor het verslag van de Wereldbank
voorjaarsvergadering 2022. Deze leden hebben daarover nog enkele vragen.
De Minister schrijft rond het onderwerp Fragiliteit zaken als focus op vrouwen en
jongeren, samenwerking met de VN en andere organisaties, aandacht voor klimaat, hervorming
van de justitiële sector en voor Mental Health and Psychosocial Support als prioriteiten
te hebben genoemd. Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat
in het kader van effectiviteit en efficiëntie nimmer een focus op de losse facetten
afdoende is en een holistische, integrale aanpak vereist is die al deze facetten omarmt?
Zo ja, hebben de Ministers dit bij diens interventie kenbaar gemaakt?
De Minister schrijft rond het onderwerp Afghanistan dat Nederland vier prioriteitsgebieden
(onderwijs, gezondheidszorg, voedselzekerheid, livelihoods) voorwaardelijk kan ondersteunen.
De Ministers noemen hierbij als voorbeeld inclusieve toegang. De leden van de VVD-fractie
willen aan de Minister vragen welke concrete voorwaarden worden gesteld voor de Wereldbank
bij deze prioriteitsgebieden (met name omtrent rechten van vrouwen en meisjes, lhbtiq+-gemeenschappen
en etnische minderheden) en welke maatstaven daarbij worden gehanteerd. Hoe geschiedt
de toetsing of voldaan wordt aan deze voorwaarden, welke kwantitatieve parameters
worden hierbij gebruikt en wat zijn de consequenties indien niet aan deze voorwaarden
wordt voldaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Rondetafelconferentie wederopbouw Oekraïne
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de inzet van de regering voor
wat betreft de wederopbouw van Oekraïne. Deze leden erkennen het belang van goed bestuur
en slagvaardige nationale en lokale instellingen aan de Oekraïense zijde en een krachtig
internationaal coördinatiemechanisme voor het laten slagen van dit project op de lange
termijn, maar benadrukken dat dergelijke vereisten er niet aan in de weg mogen staan
dat de bevolking van Oekraïne op de kortst mogelijke termijn wordt geholpen de winter
door te komen en met de grootste noden, zoals daken op woonhuizen, wederopbouw van
vitale infrastructuur en ziekenhuizen. De motie van het lid Hammelburg c.s., aangenomen
door de Tweede Kamer op 7 juli 2022, verzocht de regering al om in bilateraal verband
zo snel mogelijk de nodige herstelhulp in kaart te brengen en te leveren (Kamerstuk
36 045, nr. 98). Deze leden achten deze strategie ook in internationaal verband van het grootste
belang. Is de Minister voornemens om in Wereldbankverband te pleiten voor het leveren
van herstelhulp op de kortst mogelijke termijn? Zo ja, welke concrete voorstellen
is de Minister voornemens te doen? Is de Minister bereid hierin een voortrekkersrol
te spelen?
Energie- en voedselcrisis
De leden van de D66-fractie onderschrijven de ambitie van de regering ten aanzien
van een duurzame wereldwijde energietransitie en het uitfaseren van fossielebrandstoffenprojecten.
Deze leden vragen zich wel af of Nederland in internationaal en Wereldbankverband
voldoende doet om naast positieve stimulering ook in te zetten op concrete plannen
voor uitfasering van fossielebrandstoffenprojecten. Wat is het standpunt van de Minister
ten aanzien hiervan? Kan de Minister uiteenzetten hoeveel en welke fossielebrandstoffenprojecten
nog door de Wereldbank worden gesteund? Welke concrete voorstellen doet Nederland
om ervoor te zorgen dat het beleid van de Wereldbank is gestoeld op het behalen van
de doelstellingen van Parijs en Glasgow?
Financiering van de klimaat- en ontwikkelingsdoelen
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het streven van de regering om
de Bank aan te moedigen om te streven naar mobilisatie van privaat kapitaal om klimaat-
en ontwikkelingsdoelen te kunnen financieren, en deze inzet zelfs te intensiveren.
Deze leden zijn geen tegenstanders van het aantrekken van private investeringen om
het financieringsgat te dichten, maar wijzen de Minister wel graag op het volgende.
Private klimaatfinanciering richt zich voornamelijk op mitigatie. Immers, voor de
inkoop van mitigerende middelen is een afzetmarkt en derhalve is er een mogelijkheid
voor private investeerders om winst te behalen op investeringen. Echter, in de allerarmste
landen, waar de effecten van klimaatverandering het hardst worden gevoeld, is geen
afzetmarkt voor dergelijke middelen, omdat de bevolking geen besteedbaar inkomen heeft.
Daarnaast is het financieringsgat voor adaptatie momenteel veel schrijnender dan dat
voor mitigatie. Deze leden verzoeken de Minister daarom rekening te houden met het
feit dat private klimaatinvesteringen niet terechtkomen in de landen waar deze het
hardst nodig zijn, en dat deze zich niet richten op adaptatie, waarop juist investeringen
nodig zijn. Op welke manier vraagt de Minister in Wereldbankverband aandacht voor
klimaatinvesteringen in de allerarmste landen gericht op adaptatie? Kan de Minister
uiteenzetten hoe de strategie van de Wereldbank zich verhoudt tot de afspraken gemaakt
in Glasgow omtrent verdubbeling van de financiering voor klimaatadaptatie?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het nieuws dat David Malpass,
president van de Wereldbank, twijfelt aan het feit of klimaatverandering bestaat.
Deze leden maken zich hierover ernstige zorgen. Deelt de Minister deze zorgen? Kan
de Minister bevestigen dat zij de twijfels van de president van de Wereldbank veroordeelt?
Kan de Minister uiteenzetten in hoeverre het persoonlijke gedachtegoed van de president
van de Wereldbank het beleid van de Bank beïnvloed? Kan de Minister toezeggen zich
hard te maken voor een veroordeling van dergelijke uitspraken door andere lidstaten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
inzet van de jaarvergadering van de Wereldbank en hebben hier nog enkele vragen over.
Het Needs Assessment dat de Bank samen met Oekraïne en de Europese Commissie heeft
opgesteld en dat op 9 september is gepubliceerd, stelt dat 3,4 miljard USD nodig is
voor de winter. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of deze 3,4 miljard USD
al gefinancierd kan worden via de Wereldbank voor de winter inzet. Op welke termijn
kan deze financiering vrijgegeven worden? Kan Nederland hier nog meer in betekenen?
Wordt deze Needs Assessment ook gebruikt voor hulp via andere multilaterale financiële
instellingen zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling?
Er zal veel aandacht zijn voor de toenemende voedselonzekerheid. De leden van de CDA-fractie
vragen zich af welke acties de Wereldbank kan ondernemen om meer financiering voor
het behalen van SDG2 vrij te maken. Kan er meer ondersteuning komen om de voedselzekerheid
in met name Afrikaanse landen te verbeteren? Welke landen hebben de grootste noden
waar eventuele extra financiering naartoe moet?
De leden van de CDA-fractie hechten veel waarde aan de klimaatfinanciering en financiering
van de duurzame ontwikkelingsdoelen die via de Bank gestimuleerd wordt. Deze leden
vragen zich af hoe balansoptimalisatie, ook in samenwerking met de regionale banken,
plaatsvindt. In hoeverre wordt er al strak gecoördineerd met regionale banken?
De Wereldbank ondersteunt verschillende projecten in Afrika die door middel van tenders
worden vergeven, vaak aan Chinese bedrijven. De leden van de CDA-fractie vragen zich
af of in dergelijke situaties de Wereldbank, als ondersteuner van de Sustainable Development
Goals (SDG’s), eisen stelt aan deze tenders. Worden in deze tenders de SDG’s meegenomen
en hoe de bedrijven dit toepassen? Worden er eisen op het punt van duurzaamheid of
internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) aan deze bedrijven gesteld?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties hebben met interesse kennisgenomen van
de geannoteerde agenda van de jaarvergadering van de Wereldbank 2022 en de inzet van
het Koninkrijk der Nederlanden. Deze leden onderschrijven het grote belang van de
onderwerpen die op de agenda staan, zoals de voedsel- en energiecrisis, financiering
voor het behalen van de klimaat- en ontwikkelingsdoelen, en de wederopbouw van Oekraïne
waarover een rondetafelconferentie wordt gehouden, en delen de mening dat de Bank
een belangrijke partner is voor het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in
2030, de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en invulling van de afspraken
van de COP26. Zij hebben over de agenda en daarbij behorende kabinetsinzet nog enkele
vragen.
Rondetafelconferentie wederopbouw Oekraïne
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties sluiten zich aan bij het standpunt van
het kabinet dat we Oekraïne en buurlanden die getroffen worden steunen in wederopbouwinspanningen,
en dat het initiatief vanuit Oekraïne daarbij leidend moet zijn. Deze leden vragen
zich echter af hoe het internationale coördinatiemechanisme dat effectieve monitoring
van de besteding van deze enorme bedragen waarborgt, eruit zou moeten zien en hoe
het tijdpad eruit ziet voor de totstandkoming van een dergelijk mechanisme.
Energie- en voedselcrisis
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zijn tevreden dat Nederland inzet op
zo ambitieus mogelijke klimaatfinancieringsdoelstellingen. Over de uitfasering van
de financiering van fossielebrandstoffenprojecten vragen deze leden zich echter het
volgende af. Hoe verhoudt deze inzet zich tot de toezegging van premier Rutte en veel
andere regeringsleiders in Glasgow tijdens de COP26 om per eind 2022 te stoppen met
het investeren in fossiele projecten? Er is nu sprake van een «nee, tenzij»-benadering
bij projectvoorstellen, waarbij bijvoorbeeld een uitzondering gemaakt kan worden op
grond van een bijdrage aan het oplossen van een energietekort of energietoegang in
lageinkomenslanden met extreme energiearmoede. Dit lijkt in tegenstrijd te zijn met
het Nederlandse beleid om per eind 2022 zonder uitzondering te stoppen met investeringen
in fossiel. Deelt de Minister de conclusie dat deze twee punten volledig tegenstrijdig
zijn aan elkaar?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zijn blij dat Nederland op het gebied
van voedselzekerheid onder andere wil inzetten op een betere situatie voor 32 miljoen
mensen, met name voor vrouwen en kinderen. Deze leden zijn benieuwd op welke manier
de ambitie zoals beschreven in de BuHOS nota om een feministisch buitenlands beleid
te voeren ook op dit vlak verder naar voren zal komen. Hoe moeten we er volgens de
Minister voor zorgen dat de fondsen vanuit de Wereldbank juist ook ten goede komen
aan bedrijven die door vrouwen gerund worden en die zich bijvoorbeeld richten op het
vergroten van de voedselproductie? Met welke maatschappelijke organisaties is er reeds
contact geweest over wat in dit opzicht de behoeftes zijn?
Financiering van de klimaat- en ontwikkelingsdoelen
In de geannoteerde agenda lezen de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties dat het
kabinet van mening is dat internationale financiële instellingen zoals de Bank een
belangrijke rol spelen in het adresseren van mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering
en dit ondersteunen deze leden volledig.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zijn in aanvulling hierop benieuwd welke
concrete doelstellingen Nederland nastreeft als zij de Bank vraagt om zich in te zetten
voor de financiering van klimaatprojecten in de publieke, private en financiële sector
in partnerlanden om hun portefeuilles in lijn te brengen met de Parijsdoelstellingen
en om de financiering van fossiele brandstoffenprojecten te verminderen. Graag zien
deze leden een reactie van de Minister op dit punt tegemoet.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zijn op het gebied van financiering van
klimaat- en ontwikkelingsdoelen benieuwd op welke manier de Minister zal bijdragen
aan het voorstel van innovatieve financieringssystemen die toegankelijk zijn voor
lokale boeren en maatwerk leveren volgens reeds bestaande sociale en ondernemingsstructuren
in landen en regio’s. Ook willen deze leden graag weten hoe de Minister ervoor wil
zorgen dat de ambitie om het Nederlandse bedrijfsleven nadrukkelijker op de kaart
te zetten bij de Bank en zo de toegang tot de klimaatfondsen te verbeteren, niet ten
koste gaat van de klimaatfinanciering, juist voor die landen die het nu het allerhardst
nodig hebben omdat zij al op grote schaal te maken hebben met de gevolgen van klimaatverandering.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zijn benieuwd naar de reactie van de
Minister op de internationale oproep om de schuld/BNP-ratio voor landen die lenen
te herzien, in de context van het aanpassen aan en het mitigeren van klimaatverandering
en het herstellen van klimaatschade. Juist de landen met een lager BNP worden het
hardst getroffen door de gevolgen van klimaatverandering en hebben de meeste financiering
nodig om hier mee om te gaan.
Tot slot willen de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties de Minister vragen om
zich hard te maken voor het normaliseren van natuurrampen en het inbouwen van clausules
over pandemieën in schuldinstrumenten, om ervoor te zorgen dat landen die lenen de
schokken in dergelijke gevallen beter aankunnen, zoals ook Minister-President Mottley
van Barbados adviseerde tijdens de Algemene Vergadering van de VN vorige week.1
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de jaarvergadering
van de Wereldbank van 10-14 oktober 2022. 2022Z17655 – Brief regering d.d. 23-09-2022, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Verslag van de Wereldbank voorjaarsvergadering 2022. Kamerstuk 26 234, nr. 269 – Brief regering d.d. 22-06-2022, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
F.C.G. Goorden, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.