Schriftelijke vragen : De mogelijkheid in het erfrecht dat de dader erft van een slachtoffer
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de mogelijkheid in het erfrecht dat de dader erft van een slachtoffer (ingezonden 27 september 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat iemand die terbeschikkingstelling (tbs)
opgelegd heeft gekregen nadat hij zijn eigen vrouw had vermoord toch aanspraak maakt
op haar erfenis?1
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling dat de uitkomst in deze zaak, namelijk dat de dader
toch mag erven, als zeer onrechtvaardig beschouwd kan worden en onacceptabel is voor
de nabestaanden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Kunt u schetsen hoe op dit moment wordt omgegaan met de interpretatie van de onwaardigheid
om uit een nalatenschap voordeel te trekken van artikel 4:3 Burgerlijk Wetboek (BW)?
Klopt het dat deze uitzonderingsgrond, op basis waarvan iemand een erfenis kan worden
ontzegd, op dit moment zeer strikt wordt uitgelegd door rechters?
Vraag 4
Wordt met de huidige lezing van artikel 4:3 BW volgens u voldoende recht gedaan aan
de gevoelens van de nabestaanden in gevallen zoals beschreven in bovengenoemd bericht?
Zo ja, waarom bent u die mening toegedaan?
Vraag 5
Bent u het eens met de stelling dat het goed zou zijn om het erfrecht aan te scherpen,
zodat expliciet wordt gemaakt dat een dader – ontoerekeningsvatbaar of niet – geen
voordeel kan hebben van zijn daad en dus niet kan erven van het slachtoffer dat is
overleden? Bent u bereid te kijken of er andere manieren zijn om in ieder geval dit
doel te bereiken? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
Ulysse Ellian, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.