Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Beukering-Huijbregts over het bericht 'Bent u geen acteur, liegt u niet’ Esmee (32) is chronisch ziek, maar krijgt geen uitkering van het UWV'
Vragen van het lid Van Beukering-Huijbregts (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht ««Bent u geen acteur, liegt u niet» Esmee (32) is chronisch ziek, maar krijgt geen uitkering van het UWV» (ingezonden 30 juni 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 26 september
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3434.
Vraag 1 en 2
Bent u bekent met het bericht dat aan een aanvrager van een Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen (WIA-)uitkering met reuma werd aangeraden om een partner te zoeken
zodat die kon zorgen voor haar?1 Is dit regulier beleid?
Wat vindt u hiervan? Bent u het eens dat dit niet bijdraagt aan de financiële zelfstandigheid
van Nederlanders?
Antwoord 1 en 2
Antwoord op vraag 1 en 2: Ik ben bekend met het item van EénVandaag waarin een aanvrager
van een WIA-uitkering aangaf dat haar werd aangeraden een partner te zoeken zodat
die voor haar kon zorgen. Dat is géén regulier beleid. Ik vind het onwenselijk wanneer
dergelijke uitspraken gedaan worden. Ik benadruk met klem dat het geenszins de bedoeling
is dat personen worden geadviseerd in de richting van financiële afhankelijkheid.
Bovendien is het ook niet bedoeling dat er inbreuk wordt gepleegd op de persoonlijke
levenssfeer van iemand die een WIA-uitkering aanvraagt. Ik wil erop wijzen dat UWV
permanent bezig is met het verbeteren van haar dienstverlening en ervoor zorgt dat
de reactie van UWV-medewerkers zo goed mogelijk aansluit bij de verwachting van mensen
en bij de situatie waarin mensen verkeren. Bij de uitspraken waar in de uitzending
van EénVandaag aan werd gerefereerd, is het indienen van een klacht op zijn plaats.
UWV heeft daarvoor passende procedures, die eenvoudig toegankelijk zijn middels een
digitaal formulier2.
Vraag 3 en 4
Vindt u dat de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) moet werken vanuit vertrouwen in plaats van wantrouwen? Hoe reflecteert u op
de benadering van UWV in dit geval?
Op welke manier gaat u ervoor zorgen dat vertrouwen meer centraal komt te staan bij
de benadering van mensen die een (WIA-)uitkering aanvragen bij UWV?
Antwoord 3 en 4
Ja, de dienstverlening van UWV moet werken vanuit vertrouwen en niet vanuit wantrouwen.
De signalen uit het item van EénVandaag passen daar niet bij. Met de aanpak van hardvochtige
effecten in de WIA, zoals ik die heb aangekondigd in mijn brief van 26 augustus jl.,
lever ik een bijdrage aan verbeteringen. UWV is momenteel bezig om haar dienstverlening
opnieuw tegen het licht te houden te verbeteren en werkt aan persoonlijke en waardevolle
dienstverlening. Hiervoor zet UWV klantexpertise door onderzoek en advies in om de
dienstverlening te verbeteren en de stem van de cliënt te horen in de ontwikkeling
van nieuwe dienstverlening. Ook biedt UWV haar medewerkers diverse trainingen, waaronder
bijvoorbeeld in gesprekstechnieken.
Vraag 5
Klopt het dat UWV een persoon met progressieve reuma in staat acht om kraanmachinist
te zijn? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 5
In de situatie die in de uitzending van EénVandaag werd beschreven, bleek de functie
van kraanmachinist, op basis van de opgestelde lijst met functionele mogelijkheden,
één van de functies die gelet op de medische situatie op dat moment uitgevoerd zou
kunnen worden. Ik kan mij voorstellen dat deze uitkomst niet aansloot bij de verwachting
van de betrokkene of bij de arbeidsachtergrond, zoals betrokkene in de uitzending
aangeeft.
Het is belangrijk om te noemen, dat het hier een theoretische inschatting betreft
van wat er met functies die nog uitgevoerd kunnen worden, verdiend zou kunnen worden.
Dat zijn niet per se functies waarin de werknemer zich herkent qua arbeidsachtergrond.
Ik licht daarom graag toe hoe de beoordeling werkt.
Onderdeel van de WIA-claimbeoordeling is dat de belastbaarheid en/of de beperkingen
van iemand die ziek of arbeidsongeschikt is, in kaart worden gebracht. Als hulpmiddel
daarbij wordt door de verzekeringsarts een functionele mogelijkhedenlijst (FML) gemaakt.
Een arbeidsdeskundige gaat vervolgens na, met inachtneming van de FML, welke alternatieve
functies iemand nog zou kunnen uitvoeren om zo het theoretisch verdienvermogen vast
te stellen. Dat wordt gedaan aan de hand van het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem
(CBBS). In dat systeem zijn functies opgenomen met de belastbaarheid die hoort bij
die functies. Vervolgens wordt bepaald welke functies iemand nog kan uitoefenen, rekening
houdend met de vastgestelde mogelijkheden in de FML. Het loon van die nog uit te oefenen
functies wordt vergeleken met het loon dat iemand voor de ziekte of beperking verdiende,
waardoor een percentage van inkomensverlies en daarmee een mate van arbeidsongeschiktheid
wordt vastgesteld.
Dit alles moet aan betrokkenen goed worden uitgelegd. Als er, ook na goede uitleg
over hoe de inschatting tot stand komt, sprake is van een verschil van inzicht tussen
betrokkene en de verzekeringsarts, dan kan een aanvrager bezwaar indienen bij het
UWV. Tijdens de bezwaarprocedure zal UWV het besluit over de vastgestelde mate van
arbeidsongeschiktheid heroverwegen.
Vraag 6
Bent u van plan de beoordeling aan de hand van het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem
(CBBS) aan te passen om dit soort gevallen in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 6
De functieduiding middels het CBBS is een manier om een theoretische inschatting te
maken van wat iemand nog zou kunnen verdienen, waarbij functies geduid worden die
passen bij iemands mogelijkheden. Er wordt bijvoorbeeld niet gekeken naar iemands
interesses, ervaring of vaardigheden in relatie tot de functie.
Het is met in achtneming van het theoretische karakter, alsnog van belang de realiteitswaarde
van de geduide functies zo hoog mogelijk het houden. Ik onderzoek daarom, als onderdeel
van de aanpak van hardheden in de WIA, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord,
samen met sociale partners welke verbeteringen er daartoe binnen deze bestaande systematiek
mogelijk zijn.
Een geheel andere manier om te bepalen wat de resterende verdiencapaciteit is, die
niet theoretisch is, raakt de kern van het stelsel en vereist een weging van de wenselijkheid
daarvan. Daarom zie ik dat als onderdeel van de opdracht van de commissie die ik instel
om zich over de toekomst van het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid te buigen.
Vraag 7
Is er na dit bericht contact geweest tussen de betrokkene en UWV?
Antwoord 7
Het is voor UWV op basis van het bericht niet mogelijk proactief contact met betrokkene
op te nemen omdat UWV niet over alle benodigde persoonsgegevens beschikt. UWV neemt
dit signaal echter serieus en als de betrokkene zich meldt, staat het UWV uiteraard
open voor een gesprek. In algemene zin geldt dat zodra iemand zich meldt met een klacht,
UWV een vaste contactpersoon aanwijst om het contact te onderhouden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.