Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bikker over het bericht ‘ADO Den Haag vindt in Funland nieuwe hoofdpartner jeugdopleiding’ en over het aangekondigde verbod op sponsoring van sportclubs door aanbieders van kansspelen in het algemeen
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «ADO Den Haag vindt in Funland nieuwe hoofdpartner jeugdopleiding» en over het aangekondigde verbod op sponsoring van sportclubs door aanbieders van kansspelen in het algemeen (ingezonden 19 augustus 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister voor Langdurige
Zorg en Sport (ontvangen 23 september 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 3952.
Vraag 1
Bent u op de hoogte dat ADO Den Haag voor de sponsoring van de jeugdopleiding en de
wedstrijdshirts in kindermaten een samenwerking is aangegaan met Hommerson Funland?
Bent u tevens op de hoogte dat Sir Winston Fun & Games broeksponsor is van zowel de
volwassen- als de kindermaten van ADO Den Haag?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat deze bedrijven beiden onder diezelfde naam aanbieders zijn
van casino’s en gokautomatenhallen?
Antwoord 2
Ja, ik ben ermee bekend dat onder de namen Hommerson en Sir Winston naast arcadehallen
ook speelautomatenhallen worden geëxploiteerd.
Vraag 3
Herinnert u zich de antwoorden op onze vragen bij het schriftelijk overleg Besluit
Kansspelen op afstand waarin de regering aangaf: «Het is vergunninghouders die de
meer risicovolle kansspelen aanbieden verboden hun werving- en reclameactiviteiten
te richten op jongeren. Geen enkele vergunninghouder mag die activiteiten op minderjarigen
richten. Sponsoring is een vorm van reclame. Het sponsoren van jeugdteams en logo’s
van kansspelvergunninghouders op producten die door kinderen worden gedragen, valt
duidelijk onder dit verbod.»?1
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4 en 5
Hoe kan deze sponsoring en affichering plaatsvinden, terwijl artikel 2, derde lid,
van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, kansspelreclame
gericht op minderjarigen verbiedt, en met het oog op de uitleg van de Kansspelautoriteit
in artikel 2.5, tweede lid, sub a, van de Beleidsregels verantwoord spelen die deze
passage zo uitlegt dat ook logo’s of namen van een kansspel of een vergunninghouder
die vermeld staan op producten die voor een aanmerkelijk deel door minderjarigen worden
gedragen of gebruikt hieronder vallen?
Bent u met ons van mening dat de sponsoring door gokbedrijven van kindervoetbalkleding,
en welke jeugdsportkleding dan ook, niet in lijn is met de regels voor shirtsponsoring
en de waarborgen die zijn opgesteld om minderjarigen te beschermen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, welke conclusie verbindt u hieraan?
Antwoord 4 en 5
Het klopt dat sponsoring door vergunninghouders van kansspelen niet gericht mag zijn
op minderjarigen. De wet- en regelgeving voor kansspelen bevat reeds strenge regels
voor reclameactiviteiten door aanbieders die een vergunning hebben voor het organiseren
van kansspelen. Daarbij is een belangrijke regel dat deze reclame- en wervingsactiviteiten
niet gericht mogen zijn op kwetsbare groepen, waaronder met name minderjarigen. Om
die reden mogen vergunninghouders niet aan sponsoring op shirts in kindermaten doen.
Indien een vergunninghouder zich niet houdt aan deze regels kan de Kansspelautoriteit
(Ksa) als toezichthouder ingrijpen.
Dit wordt anders wanneer de sponsoringactiviteiten ontplooid worden door een onderneming
waarover de vergunninghouder geen enkele vorm van zeggenschap heeft. De Wet op de
kansspelen en het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen (Besluit
wrvk) bieden grondslag om de vergunninghouder van kansspelen aan te spreken, omdat
die in de wet- en regelgeving de normadressaat is. Of de vergunninghouder in onderhavige
gevallen aan te spreken is, is aan de Ksa als toezichthouder.
In zijn algemeenheid vind ik het vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid niet passend
dat bedrijven, niet zijnde vergunninghouders, bij hun reclameactiviteiten (deels)
dezelfde naam gebruiken als kansspelaanbieders die ook in hun bedrijfsstructuur zitten.
Zij nemen daarmee het risico op de koop toe dat kwetsbare groepen, in het bijzonder
minderjarigen, indirect op kansspelen worden geattendeerd.
Vraag 6
Bent u bereid bij de sportbonden te informeren naar de omvang van deze sponsoring
en daarover de Kamer te rapporteren? Wilt u daarbij ook onder de aandacht brengen
dat juist sponsoring door gokbedrijven in de jeugdsport geweerd moet worden, omdat
een gezonde generatie zo belangrijk is?
Antwoord 6
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft bij NOC*NSF onder de aandacht gebracht
dat sponsoring door vergunninghouders van kansspelen niet op minderjarigen gericht
mag zijn en dat wij het in algemene zin niet passend vinden dat jongeren direct of
indirect op kansspelen worden geattendeerd. NOC*NSF zal op hoofdlijnen inventariseren
in welke mate sponsoring door kansspelaanbieders in de jeugdsport een rol speelt.
Vraag 7
Klopt het dat het aangekondigde verbod op sponsoring door gokbedrijven enkel ziet
op aanbieders van online gokken, en niet op land-based casino’s en speelautomatenhallen?
Bent u bereid deze hier ook onder te laten vervallen? Welke aanvullende beleidsvoornemens
heeft u daarnaast, gezien deze ontwikkeling?
Antwoord 7
Het klopt dat de voorgenomen wijzigingen van het Besluit wrvk op reclame- en wervingsactiviteiten
zien op reclame voor online kansspelen. Dat is om de volgende redenen. De zorgen omtrent
reclame komen voort uit de grote hoeveelheid ongerichte reclame die voor online kansspelen
is gemaakt sinds oktober 2021. Onderzoeken laten ook zien dat de verslavingsrisico’s
bij online gokken groter zijn dan bij de landgebonden varianten, onder andere omdat
er 24/7 online aanbod is en er minder direct klantcontact is dan bij landgebonden
aanbod.
De voorgenomen wijzigingen zetten aanvullend neer dat aanbieders die (ook) over een
vergunning beschikken voor landgebonden kansspelen moeten voorkomen dat de consument
die reclame als reclame voor online kansspelen kan opvatten. Daarmee kan worden voorkomen
dat indirect alsnog ongerichte reclame voor online kansspelen wordt gemaakt.
De consultatie van de voorgenomen wijzigingen van het Besluit wrvk is inmiddels afgerond
en na de voorhang zal ik het Besluit voorbereiden voor advies van de Raad van State.
Vraag 8
Bent u bereid het verbod op het aangaan van nieuwe sponsorcontracten met aanbieders
van (online) kansspelen op zo kort mogelijke termijn in te laten gaan om verdere reeds
aangegane contractuele verplichtingen te voorkomen? Welke inzet heeft u bij de reeds
aangedane contracten?
Antwoord 8
Bij de uitwerking van de voorgenomen wijzigingen van het Besluit wrvk is rekening
gehouden met het bijzondere belang van de sport voor de volksgezondheid. Een verbod
op sponsoring heeft voor de sport verstrekkende financiële implicaties vanwege de
reeds aangegane contracten die niet zo snel kunnen worden vervangen voor gelijkwaardige
contracten met andere sponsoren. Daarom is voor de ingang van een verbod sportsponsoring
een termijn van twee jaar voorzien. Dit acht ik gezien het zwaarwegende belang van
verslavingspreventie en het bijzondere belang van de sport een korte, maar redelijke
termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.