Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tielen en Van der Woude over de bestrijding van het apenpokkenvirus in Nederland
Vragen van de leden Tielen en Van der Woude (beiden VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de bestrijding van het apenpokkenvirus in Nederland (ingezonden 15 augustus 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 september
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3856.
Vraag 1
Hoe kwalificeert u de bestrijding van het apenpokkenvirus in Nederland op dit moment?
Bent u het eens dat de stijging van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames laten
zien dat de bestrijding beter dan wel sneller zou moeten?
Antwoord 1
De bestrijding van het apenpokkenvirus in Nederland wordt gedaan op basis van de adviezen
van het Deskundigenberaad, zoals ook gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 29 295, nr. 1928). De bestrijding vindt plaats door het RIVM en de GGD’en, samen met o.a. Soa Aids
Nederland. De epidemiologische situatie wordt nauwlettend gevolgd en er wordt elke
week gerapporteerd over de stand van zaken op de website van het RIVM. Na een aanvankelijk
snelle stijging van het aantal besmettingen lijkt de epidemiologische situatie inmiddels
enigszins gestabiliseerd. In het algemeen verloopt de ziekte mild en is slechts in
uitzonderingssituaties sprake van ziekenhuisopname.
Vraag 2
Bent u bekend met het artikel in NRC over vaccinatie: «Ik weet dat duizenden mannen
nog wachten op vaccinatie tegen apenpokken»?1
Antwoord 2
Ik ben bekend met het door u genoemde artikel in NRC.
Vraag 3
Hoeveel mensen worden er dagelijks tegen apenpokken gevaccineerd per GGD-regio? Hoe
hoog is de vaccinatiegraad ten opzichte van de doelgroep van 32.000, uitgesplitst
naar één en twee ontvangen vaccinaties? Bent u het eens dat het belangrijk is om de
vaccinatiegraad zo snel mogelijk te verhogen naar 85–90 procent? Zo nee, op welke
termijn is deze vaccinatiegraad wel in beeld? Zo ja, op welke manieren bent u bereid
versnelling aan te brengen?
Antwoord 3
In totaal zijn tot 15 september 16.9823 vaccinaties gezet, waarvan 7.936 door de GGD
Amsterdam. Bij alle 25 GGD’en loopt de vaccinatiecampagne inmiddels. Ongeveer de helft
van de doelgroep is daarmee gevaccineerd; voor het deel van de doelgroep, die eerder
tegen pokken is gevaccineerd, is eenmalige vaccinatie voldoende. De tweede vaccinatie
wordt vier weken na de eerste vaccinatie gegeven, daar zijn nu dus nog geen gegevens
over.
Het is belangrijk dat iedereen uit de hoogrisicogroep, die zich wil laten vaccineren,
dat ook kan. Als de vaccinatiegraad lager is dan verwacht, wordt gekeken welke drempels
er zijn en hoe deze verminderd kunnen worden. De vakantieperiode kan nu nog een rol
spelen bij een eventuele lagere opkomst, daar houden we ook rekening mee.
Waar nodig kunnen de communicatie en de uitvoering gericht worden aangepast om de
vaccinatiegraad te verhogen. De benodigde vaccinatiegraad is ook afhankelijk van de
natuurlijke immuniteit, die door besmetting wordt opgewekt, en is daarmee niet simpel
op 85–90% vast te leggen.
Vraag 4
Bent u bereid om naast de genodigden uit de in uw brief van 21 juli jl. genoemde doelgroep,
ook mensen die zelf inschatten dat ze risico lopen en zichzelf en anderen willen beschermen,
de mogelijkheid te geven om gevaccineerd te worden? Is het mogelijk om samen met RIVM
en GGD een «tool» te ontwikkelen die deze risico-inschatting helpt te valideren? Zo
ja, kunt u deze tool en de vaccinatiemogelijkheid op korte termijn beschikbaar maken?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u bereid om naast de genodigden uit de in uw brief van 21 juli jl. genoemde doelgroep,
ook mensen die zelf inschatten dat ze risico lopen en zichzelf en anderen willen beschermen,
de mogelijkheid te geven om gevaccineerd te worden? Is het mogelijk om samen met RIVM
en GGD een «tool» te ontwikkelen die deze risico-inschatting helpt te valideren? Zo
ja, kunt u deze tool en de vaccinatiemogelijkheid op korte termijn beschikbaar maken?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ruim 2.500 mensen hebben zich inmiddels laten testen op het apenpokkenvirus, waarvan
1209 positief waren (stand van zaken 15 september 2022). Er zijn voldoende testfaciliteiten
beschikbaar.
Vraag 6
Hoe verloopt de sequentiëring van het virus nationaal en internationaal? Is er sprake
van nieuwe varianten van het virus? Zo ja, hoe wordt gezorgd dat vaccinatie, testen
en behandelingen voldoende effectief blijven?
Antwoord 6
In het kader van onderzoek wordt zowel in Nederland als wereldwijd een bepaald deel
van de apenpokkenvirussen via sequencing nader onderzocht, vooral om de verspreiding
van de besmetting te kunnen volgen. Het apenpokkenvirus is stabieler dan bijvoorbeeld
het coronavirus (corona heeft een «instabiel» spike-eiwit) of het influenzavirus,
waardoor minder sprake is van varianten en er geen zorgen zijn over de effectiviteit
van testen. Over de effectiviteit van vaccinatie en behandeling is veel nog onbekend;
daar wordt op dit moment overal onderzoek naar gedaan. De verwachting is niet dat
mutatie daarop veel invloed heeft.
Vraag 7
Zijn er voldoende behandelmogelijkheden beschikbaar voor mensen die besmet zijn met
apenpokken, zoals antivirale medicijnen? Hoe zorgt u ervoor dat de beschikbaarheid
in orde blijft tijdens de oplopende besmettingen?
Antwoord 7
Hoewel er op individueel niveau een behoorlijke ziektelast kan zijn, onder andere
ernstige pijnklachten, verloopt het grootste deel van de infecties relatief mild.
Voor de behandeling van infecties met een ernstiger verloop is Tecovirimat, een antiviraal
middel, het enige geregistreerd middel. In EU-verband wordt momenteel gewerkt aan
een gezamenlijke aanbesteding om de beschikbaarheid van dit middel te borgen. Het
is nog onduidelijk, wanneer dit proces wordt afgerond. Wel staan waar mogelijk EU-landen
elkaar vanuit een gedachte van onderlinge solidariteit bij om vaccins en geneesmiddelen
te delen. Het antivirale geneesmiddel is momenteel zeer beperkt beschikbaar binnen
de EU. Indien in Nederland behandeling noodzakelijk is, zal ons land een beroep doen
op andere EU-lidstaten, die het geneesmiddel beschikbaar hebben. Hier is tot nu toe
eenmaal gebruik van gemaakt.
Vraag 8
Hoe groot is het bereik en het effect van de huidige communicatie over apenpokken
en de bestrijding daarvan onder mensen die risico lopen? Bent u bereid om het bereik
dan wel het effect van de communicatiecampagne te vergroten, zodat het bewustzijn
en de opkomst voor vaccinaties groter worden?
Antwoord 8
Het RIVM werkt nauw samen met Soa Aids Nederland en de regionale GGD’en, inclusief
de Centra voor Seksuele Gezondheid in de bestrijding van het apenpokkenvirus. Soa
Aids Nederland heeft nauwe contacten met de doelgroep en andere betrokkenen en zorgt
voor de outreach en voorlichting over hoe besmetting met het apenpokkenvirus te voorkomen.
Het actueel houden van de communicatie en deze aanpassen, indien dit noodzakelijk
is, hoort bij het dagelijkse werk van het RIVM en zijn partners.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.