Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over gaswinning in Nederland
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister voor Klimaat en Energie, de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Financiën over gaswinning in Nederland (ingezonden 9 september 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 20 september 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u deze week aan de Kamer antwoordde dat de totale gaswinning
in Nederland in 2021 19,1 miljard kuub bedroeg en in het gasjaar 22/23 er een verplichting
is tot de verkoop van 17,6 miljard kuub gas aan buitenlandse partijen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoe groot de verplichting van GasTerra aan buitenlandse afnemers is
in het gasjaar 2021/22?
Antwoord 2
Onder haar lange termijncontracten verwacht GasTerra in het gasjaar 2021/2022 ongeveer
21,5 miljard m3 te leveren.
Vraag 3
Wat is de verwachte productie in 2022 in heel Nederland?
Antwoord 3
De verwachte productie uit de Nederlandse gasvelden zal in 2022 naar verwachting ongeveer
16 miljard m3 bedragen.
Vraag 4 en 5
Kunt u aangeven op welk moment voor het laatst een gascontract voor een verplichting
aan buitenlandse afnemers verlengd is (inclusief een ongebruikte mogelijkheid aan
de kant van GasTerra om een contract niet te verlengen)?
Kunt u aangeven op welk moment voor het laatst een gascontract voor een verplichting
aan buitenlandse afnemers verhoogd is (inclusief een ongebruikte mogelijkheid aan
de kant van GasTerra om een contract niet te verhogen of zelfs te verlagen)?
Antwoord 4 en 5
Dit is in 2009 geweest. Na 2009 zijn geen verlengingen en verhogingen meer afgesloten.
De afgelopen jaren zijn er juist verplichtingen geëindigd en is daarnaast ook een
actief beleid gevoerd om de verplichtingen te verkleinen. De achtergrond van de aanpassingen
in de contracten in 2009 is als volgt: rond 2009 zijn GasTerra en buitenlandse afnemers
in Duitsland, België en Frankrijk de laatste verlengingen en eventuele verhogingen
overeengekomen. Vanaf het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw zijn delen
van Duitsland, België en Frankrijk beleverd met Groningengas. Daarnaast wordt er Groningengas
in Nederland gebruikt. De afzetmarkt voor Groningengas is beperkt tot deze gebieden,
omdat Groningengas nergens anders kan worden gebruikt. Rond 2009 zijn de exportcontracten
voor het laatst verlengd om zeker te stellen dat er een afzetmarkt bleef voor het
nog te produceren Groningengas. In 2009 was namelijk de verwachting dat al het Groningengas
geproduceerd zou worden en dat vereiste wel een afzetmarkt. Wel was bij de laatste
verlenging het uitgangspunt dat Duitsland, België en Frankrijk tussen 2020 en 2030
zouden gaan ombouwen van laagcalorisch naar hoogcalorisch gas met als uitgangspunt
dat de contracten tegen 2030 zouden eindigen.
Vraag 6
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat GasTerra (indirect voor 50% eigendom van de Staat)
contracten is aangegaan waarmee bijna al het Nederlandse gas – 17,5 miljard van 19,1
miljard gewonnen gas – aan buitenlandse partijen verkocht wordt?
Antwoord 6
Deze verplichtingen zijn al in 2009 aangegaan. In 2018 besloot het kabinet de gaswinning
uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn volledig te beëindigen. Hierdoor
is de gaswinning fors verlaagd. De reeds afgesloten verplichtingen moeten echter wel
worden nagekomen. In 2013 en 2014 zijn bij de besluitvorming over de winning uit het
Groningenveld 14 onderzoeken uitgevoerd en met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 33 529, nr. 28). Eén van de onderzoeken (onderzoek 9) richtte zich op de lange termijnverplichtingen
van GasTerra. Hierbij is na juridische analyse geconcludeerd dat er voor GasTerra
geen mogelijkheid was om eenzijdig de contractuele verplichtingen te kunnen verminderen
bij een vermindering van de productie uit het Groningenveld. Wel kan GasTerra trachten
in commerciële onderhandelingen met de afnemers haar verplichtingen te verminderen.
Verder is van belang aan te geven dat GasTerra zowel in Nederland als in het buitenland
geproduceerd gas koopt, en dat GasTerra verkoopverplichtingen heeft aan zowel buitenlandse
als binnenlandse afnemers. Ook koopt GasTerra gas op de beurs waarbij de verkopende
partij niet bekend is. Binnen haar portfolio koopt GasTerra evenveel gas als dat zij
verkoopt en daarbij is niet aan te geven aan wie het in Nederland geproduceerde gas
is verkocht. Daarnaast zijn er ook producenten in Nederland die hun gas niet aan GasTerra
verkopen maar elders en hierbij is niet bekend aan wie zij dat gas verkopen. Als gas
verkocht wordt via een beurs, is de koper onbekend.
Weliswaar wordt in Duitsland, België en Frankrijk omgebouwd van laagcalorisch gas
naar hoogcalorisch gas, maar de komende jaren wordt in deze landen nog wel laagcalorisch
gas gebruikt. Dit gas moet altijd via Nederland stromen, aangezien de conversie installaties
in Nederland staan. Dus voorlopig zal er nog gas vanuit Nederland naar deze landen
stromen. Deze hoeveelheid wordt bepaald door de fysieke behoefte van laagcalorisch
gas en niet door contracten. Anders gezegd, ook zonder contracten zal die fysieke
stroom er zijn.
Vraag 7
Kunt u van elk van de contracten de hoofpunten openbaar maken, de contractpartij,
de verplichting per jaar en de prijs die betaald wordt voor het Nederlandse gas aan
GasTerra?
Antwoord 7
In het onder vraag 6 genoemde en in 2014 met uw Kamer gedeelde onderzoek 9 uit 2014
is aangegeven dat er gas verkocht werd aan E.ON (thans Uniper), RWE, EWE, Shell Duitsland,
ExxonMobil Duitsland, Distrigas (thans ENI Benelux), Gaz de France (thans ENGIE),
Centrica, ENI en Swissgas. Hierbij waren de verplichtingen aan Uniper en ENGIE verreweg
het grootste. De afgelopen jaren zijn er verplichtingen geëindigd en is daarnaast
ook een actief beleid gevoerd om de verplichtingen te verkleinen. De afgelopen jaren
zijn er dan ook verplichtingen verkleind. Op het ogenblik zijn er nog verplichtingen
aan Uniper, EWE, ENGIE en Swissgas. Hiervan zijn Uniper en ENGIE verreweg de grootste
verplichtingen. In deze contracten is geen vaste prijs overeengekomen, maar zijn de
contractuele gasprijzen gekoppeld aan de prijzen zoals die op de Nederlandse beurs
(TTF) en de Duitse beurs (THE) tot stand komen. De contractprijzen bewegen mee met
de ontwikkelingen op de gasmarkt.
Vraag 8 en 9
Kunt u de contracten ter inzage leggen voor Kamerleden?
Begrijpt u dat het van het grootste belang is dat de volksvertegenwoordiging inzage
krijgt in waarom en tegen welke prijs het Nederlandse gas aan buitenlandse partijen
verkocht is, terwijl Nederlandse huishoudens het tegen torenhoge prijzen moeten inkopen?
Antwoord 8 en 9
Nee. Het betreft hier contracten tussen privaatrechtelijke partijen met commercieel
gevoelige informatie. Ik heb geen inzage in de contracten van GasTerra, noch van enige
andere marktpartij op de Nederlandse gasmarkt. De Staat is aandeelhouder in GasTerra
maar geen partij bij de contracten. De contracten bevatten bepalingen over vertrouwelijkheid.
De Nederlandse Staat is aandeelhouder in GasTerra, maar is geen partij bij de door
GasTerra afgesloten contracten. Het is niet mogelijk de contracten ter inzage te leggen
voor Kamerleden. In algemene zin kan ik wel toelichten dat GasTerra haar gas verkoopt
op de groothandelsmarkt tegen de vigerende marktprijzen, waarbij geen onderscheid
bestaat tussen binnenlandse en buitenlandse afnemers. De contractuele prijzen zijn
gekoppeld aan de prijzen zoals die op de Nederlandse beurs (TTF) en de Duitse beurs
(THE) tot stand komen. Daarmee wordt de waarde die de markt toekent aan het gas in
rekening gebracht. Er is voor de aandeelhouders van GasTerra geen reden om er mee
in te stemmen dat GasTerra aan haar afnemers een lagere prijs in rekening zou brengen
dan de marktprijs.
Hierbij wordt niet specifiek Nederlands gas aan het buitenland verkocht. Als gevolg
van de sterk afgenomen Groningen winning moet meer gas worden ingekocht om te voldoen
aan de in het verleden aangegane verplichtingen. Het verkopen van gas tegen een lagere
prijs dan de marktprijs zou ertoe leiden dat GasTerra structureel verlies zou leiden.
Ook dat is uiteraard niet in het belang van de aandeelhouders.
Daarnaast is het zo dat de Nederlandse productie van gas lager is dan de Nederlandse
consumptie: het gasverbruik in Nederland bedroeg in 2021 circa 40 miljard m3, terwijl de productie circa 19 miljard m3 was. Dit betekent dat Nederland om aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen gas
moet importeren Dit gas wordt gekocht op de internationale markt tegen de vigerende
marktprijzen. Het is in de interne markt niet mogelijk om in Nederland gas geproduceerd
gas in Nederland te houden.
Vraag 10
Op welke manier kunnen wij dit inzicht krijgen als Kamerleden? Of moeten we daarvoor
de Algemene Rekenkamer inschakelen.
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 8 en 9.
Vraag 11 en 12
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger in december 2021 een onderzoek aankondigde
naar de energiemarkt naar aanleiding van het faillissement van Welkom Energie?
Wie heeft het onderzoek uitgevoerd, wat was de opdracht en kunt u het resultaat aan
de Kamer doen toekomen?
Antwoord 11 en 12
Eind december 2021 heeft de voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
een onderzoek aangekondigd naar de financiële eisen die worden gesteld aan energieleveranciers
en naar de positie van de consument bij faillissement van een energieleverancier.
Het onderzoek is uitgevoerd in de periode april tot en met augustus 2022 door Sira
Consulting en Ecorys en wordt binnenkort naar uw Kamer gestuurd.
Vraag 13
Herinnert u zich dat u in vorige antwoorden op Kamervragen verwees naar de website
van Energy Price Index (https://www.energypriceindex.com/price-data)?
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14
Is het u bekend dat volgens deze vergelijkingssite de Nederlandse consumenten de hoogste
prijs in Europa betalen voor elektriciteit (57 cent/kWh) en voor gas (25 cent/kWh)?
Antwoord 14
De cijfers van deze vergelijking zijn mij bekend.
Vraag 15
Is het u bekend dat in die vergelijking consumenten in onze buurlanden Duitsland en
België, waar zelf nauwelijks gas gewonnen wordt en aan wie Nederland gas levert, voor
gas aanzienlijk minder betalen (16 cent/kWh, ongeveer 1,55 euro per m3) dan in Nederland?
Antwoord 15
De vergelijking geeft prijzen weer in verschillende Europese (hoofd)steden. De prijs
voor Berlijn in de vergelijking van augustus ligt op 22 cent / kWh en voor Brussel
op 19 cent / kWh.
Vraag 16
Hoe komt het dat Belgische en Duitse consumenten Nederlands gas kunnen kopen voor
16 cent/kWh, terwijl Nederlandse consumenten meer dan 50% hogere prijzen betalen?
Antwoord 16
Het kan zijn dat er landenspecifieke en/of lokale factoren meespelen in de beschikbaarheid
van aardgas op de markt. Waar het de prijs in de regio Brussel betreft, geeft het
rapport bijvoorbeeld aan dat deze deels beïnvloed wordt door de beschikbaarheid van
aardgas dat geleverd wordt vanuit de verbinding met het Verenigd Koninkrijk. Ik heb
echter geen indicatie dat de prijsvorming op de groothandelsmarkten voor gas in algemene
zin fundamenteel afwijkt.
De cijfers in de genoemde vergelijking van de hoofdsteden zijn afhankelijk van een
steekproef van beschikbare contracten die de grootste energieleverancier en de directe
concurrenten op de eerste dag van de maand in die regio aanbieden aan nieuwe klanten.
Dit betekent dat het overzicht een gemiddelde prijs presenteert die voor slechts een
paar marktpartijen representatief is voor de prijs die aan nieuwe klanten aangeboden
wordt.
In Nederland is het aanbod, met circa 60 energieleveranciers, groot en bestaat er
aanzienlijke spreiding tussen de prijzen die aangeboden worden aan nieuwe klanten.
Op 24-8-2022 is bijvoorbeeld te zien op een prijsvergelijkingswebsite met prijzen
van 25 leveranciers dat de prijs voor aardgas (incl. heffingen en netbeheerkosten)
voor nieuwe klanten in augustus varieert tussen € 1,84/m3 en € 4,63/m3. Het moment van de steekproef is dus zeer bepalend voor de prijs die in het overzicht
opgenomen wordt, zeker wanneer het aanbod van prijzen en de spreiding daartussen beperkter
is in andere landen.
Daarnaast biedt dit overzicht inzicht in de prijzen die door een klein deel van de
markt aan nieuwe klanten aangeboden worden, maar het blijft onduidelijk in welke mate
deze tarieven daadwerkelijk afgenomen worden en wat nieuwe klanten daadwerkelijk betalen.
Dit overzicht is daarmee ook niet representatief voor de gemiddelde prijs voor energie
die huishoudens in Nederland betalen. Huishoudens met lopende contracten zullen bijvoorbeeld
momenteel lagere prijzen ervaren en ook bestaande klanten met een variabel contract
die bij dezelfde leverancier blijven, betalen over het algemeen lagere prijzen dan
nieuwe klanten doordat leveranciers voor deze groep ook al eerder hebben kunnen inkopen
op de groothandelsmarkt. Hier wordt in het genoemde overzicht geen rekening gehouden.
Tot slot is het van belang om mee te wegen dat er in sommige landen reeds direct ingegrepen
wordt door de overheid op de consumentenprijs voor gas door middel van prijsplafonds,
het aanbieden van een sociaal tarief of andere maatregelen. Dit leidt tot een lagere
gasprijs en een lagere energierekening voor huishoudens, maar de kosten van dergelijke
maatregelen zullen uiteindelijk elders door de belastingbetaler gedragen worden. Daarmee
leidt dit niet tot een structurele oplossing voor het feit dat er schaarste is in
het aanbod van aardgas in Europa doordat de toevoer vanuit Rusland wordt afgeknepen
als drukmiddel.
Vraag 17
Klopt het dat wij allemaal in een gezamenlijke gasmarkt zitten?
Antwoord 17
Alle landen binnen de Europese Unie moeten voldoen aan dezelfde regels voor de gasmarkt.
Dat betekent niet, zie ook het antwoord op vraag 16, dat in alle landen de situatie
precies hetzelfde is en dus zal leiden tot exact dezelfde prijs. Zo is Nederland bijvoorbeeld
een netto gasimporteur: Nederland verbruikt meer gas dan het zelf produceert.
Vraag 18
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de gasprijs voor Nederlandse consumenten niet hoger is
dan die voor Duitse en Belgische consumenten?
Antwoord 18
Het kabinet heeft volle aandacht voor de hoge energierekening van huishoudens en de
impact hiervan op de koopkrachtontwikkeling. Het kabinet kijkt in momenteel integraal
naar de koopkrachtontwikkeling en neemt daarbij de ontwikkeling van de energieprijzen
mee. Mede gelet op de ontwikkelingen, zet het kabinet in om waar mogelijk de mensen
te helpen om de gevolgen te compenseren. Dit jaar is reeds een pakket aan maatregelen
getroffen waarmee onder andere de energiebelastingen, de brandstofaccijnzen en de
btw op de energierekening worden verlaagd. Tevens wordt een energietoeslag van € 1.300
via de gemeenten verstrekt aan de meest kwetsbare huishoudens.
Op Prinsjesdag wordt u geïnformeerd over de (aanvullende) koopkrachtmaatregelen die
het kabinet wil nemen om huishoudens ook in 2023 te ondersteunen.
Vraag 19
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden en voor Prinsjesdag aan de Kamer doen
toekomen en kunt u vooral de contracten openbaar maken omdat daar meerdere keren om
gevraagd is?
Antwoord 19
Zie het antwoord op vraag 8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.