Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 196 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met aanscherping van het openbare ordebeleid voor criminele vreemdelingen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de huidige wettelijke
uitzondering dat de afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier
voor onbepaalde tijd door criminele vreemdelingen die in Nederland zijn geboren of
voor hun vierde levensjaar naar Nederland zijn gekomen, enkel mogelijk is vanwege
drugsdelicten, op te heffen met het oog op bescherming van de openbare orde;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 21, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
1. «het eerste lid, onder c en d» wordt vervangen door «het eerste lid, onder c of d».
2. «tot een gevangenisstraf van meer dan 60 maanden, ter zake van handel in verdovende
middelen» wordt vervangen door «voor een misdrijf als bedoeld in artikel 22b, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht of een misdrijf uit de Opiumwet waarop naar de
wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaar of meer is gesteld».
ARTIKEL II
Artikel 21, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, zoals dat luidde voor de inwerkingtreding
van deze wet, blijft van toepassing op aanvragen om verlening van een verblijfsvergunning
voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20, gedaan voor de inwerkingtreding van
deze wet.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.