Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Goudzwaard over de intimidatie van klokkenluiders na kritiek op de Omgevingswet
Vragen van het lid ³Goudzwaard (JA21) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de intimidatie van klokkenluiders na kritiek op de Omgevingswet (ingezonden 13 juni 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
19 september 2022).
Vraag 1
Welke stappen onderneemt u volgend op het gesprek tussen Eerste Kamerlid Kluit en
de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over intimidatie en het non-actief stellen van ambtenaren die kritiek op de Omgevingswet
uitoefenen?1, 2
Antwoord 1
In het overleg van de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
en voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
van de Eerste Kamer op 17 mei 2022 heeft de fractie van GroenLinks melding gemaakt
van signalen van niet-professionele escalatie naar personen die kritiek hebben op
de voortgang of de inhoud van de Omgevingswet. Naar aanleiding daarvan heb ik aan
de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
gevraagd om nadere gesprekken te voeren vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de organisatie.
De secretaris-generaal heeft gesproken met de desbetreffende senator en dat heeft
ertoe geleid dat zich vier personen hebben gemeld die over hun ervaringen een gesprek
willen voeren met de secretaris-generaal. De gesprekken met alle melders worden gevoerd
en ook binnen mijn ministerie vinden de gesprekken plaats over omgangsvormen en grenzen
van integer escalatiegedrag. Ik verwacht begin oktober de Kamer hierover nader te
kunnen informeren.
Vraag 2
Wat zegt het over de sfeer op uw ministerie dat senator Peter Nicolaï een extern meldpunt
heeft ingesteld voor ambtenaren die onder druk zijn gezet om hun zorgen niet te melden
of die zijn gedwongen om misleidende informatie te geven over de voortgang van het
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)?
Antwoord 2
Het is belangrijk dat, als er signalen zijn over ongewenst gedrag van medewerkers,
deze worden gemeld en zo concreet mogelijk worden. Dan kan dat worden besproken en
onderzocht. Als er mensen zijn die zich onder druk gezet hebben gevoeld door medewerkers
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan nodig ik ze uit
zich te melden bij de secretaris-generaal, zodat de signalen concreet worden, kunnen
worden besproken en onderzocht. Dan kan daarvan worden geleerd, kunnen waar mogelijk
verbeteringen worden doorgevoerd en zo nodig maatregelen genomen.
We hechten eraan te benadrukken dat we de signalen die zijn afgegeven zeer serieus
nemen, maar tegelijkertijd niet herkennen dat dit de manier van werken is van de tientallen
mensen die zich dagelijks, onder hoge druk en zeer gemotiveerd, inzetten voor de invoering
van de Omgevingswet.
Vraag 3
Heeft u de ontwikkelingen rondom de invoering van Omgevingswet en het DSO rooskleuriger
voorgesteld dan daadwerkelijk het geval is en heeft u tegenvallende tussenrapportages
over de Omgevingswet proberen te verbloemen?
Antwoord 3
Nee, dat is niet het geval. In mijn berichtgeving aan uw Kamer maak ik melding van
de voortgang bij de invoering van de Omgevingswet. In deze berichtgeving zijn en worden
u zowel de positieve als negatieve aspecten in de voortgang gemeld. Bijvoorbeeld over
de aanhoudende vraagstukken in de planketen en de wederzijdse afhankelijkheden tussen
alle daarbij betrokken partijen. Tevens bent u geïnformeerd over het beeld van onafhankelijke
instanties zoals het Adviescollege ICT die deze voortgang geregeld hebben beoordeeld.
Zoals gebruikelijk maak ik rapportages, zoals over het indringend testen van de ketenketen,
ook openbaar via de website van het interbestuurlijke Programma Aan de Slag met de
Omgevingswet3.
Vraag 4
Is de datum van 1 januari 2023 voor het inwerkingtreden van de Omgevingswet nog haalbaar?
Antwoord 4
Ja.
De door de Eerste Kamer aangenomen motie Rietkerk c.s.4 spreekt naar de uitvoeringspraktijk uit dat de inwerkingtreding per 1 januari 2023
het uitgangspunt is en blijft, zodat de bevoegde gezagen hun voorbereidingen daarop
kunnen inrichten en de uitvoering zo min mogelijk vertraging oploopt.
Aan de acties in de aangescherpte Hoofdroute 2022, waaronder de afgesproken minimale
eisen wordt momenteel hard gewerkt. Er is afgesproken dat bij het niet halen van een
mijlpaal aan een Tijdelijke Alternatieve Maatregel of een workaround wordt gewerkt.
Op deze manier kan er steeds een stap verder worden gezet richting inwerkingtreding.
Bevoegde gezagen kunnen in de preproductieomgeving oefenen met het DSO, de software
en de nieuwe manier van werken. Wanneer bevoegde gezagen een mijlpaal niet halen is
en wordt gezorgd dat zij kunnen voor een TAM of workaround. De verschillende Tijdelijke
Alternatieve Maatregelen en workarounds worden – bij de punten waar dit aan de orde
is – uitgewerkt en in voorkomend geval getest ten behoeve van de inwerkingtreding
op 1 januari 2023. Via het Indringend Keten Testen wordt gekeken naar de werking van
de DSO-keten. De rapportage over IKT 1 heeft u ontvangen. In oktober ontvangt u de
rapportage over IKT 2. Het Indringend Keten Testen is een doorlopend proces, ook om
te zorgen voor continue verbetering. Het dilemma dat nu speelt richting inwerkingtreding
is tussen enerzijds de parlementaire planning en daarmee politieke realiteit en anderzijds
de roep om duidelijkheid vanuit de uitvoeringspraktijk. De uitvoeringspraktijk heeft
behoefte om zo snel mogelijk te weten of de wet inwerking treedt. De Eerste Kamer
ontvangt op basis van de gevoerde debatten op 21 en 28 juni en de aangenomen motie
Rietkerk c.s. nadere informatie in oktober over de voortgang van de aangescherpte
Hoofdroute 2022, de minimale criteria en tevens de uitkomst van IKT 2, de enquête
en een reactie op het rapport van begin oktober van AcICT. Ik stuur u deze informatie
in afschrift eveneens toe.
Een verantwoorde invoering is de afspraak. Verantwoorde inwerkingtreding betekent
dat burgers en bedrijven tijdens de overgang naar het nieuwe stelsel bediend moeten
blijven worden. Zij moeten initiatieven kunnen blijven ontplooien, bijvoorbeeld in
de planning en realisatie van woningbouw en initiatieven op het gebied van de energietransitie.
Er zijn diverse waarborgen aangebracht om juist dit te verzekeren. Hiervan heeft u
een afschrift ontvangen.5
Zoals aangegeven is niet alles in één keer af of klaar. Er is bestuurlijke bereidheid
om in de komende maanden definitieve stappen te zetten en voorbereidingen te doen
die nodig zijn voor inwerkingtreding. Hierbij houden de bestuurlijke partners en ik
een vinger aan de pols. Waaronder via de continue monitoring. De komende periode vinden
bestuurlijke overleggen plaats over de voortgang richting de inwerkingtreding per
1 januari 2023.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Arib (PvdA),
ingezonden 10 juni 2022 (vraagnummer 2022Z11767).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.