Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over hartschade bij jonge jongens na coronavaccinatie
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hartschade bij jonge jongens na coronavaccinatie (ingezonden 25 augustus 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 19 september
            2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 4016.
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de studie «Cardiovascular Manifestation of the BNT162b2
               mRNA COVID-19 Vaccine in Adolescents»?1
Antwoord 1
            
Ja, ik heb kennisgenomen van deze studie.
Vraag 2
            
Wat vindt u van de bevindingen in deze studie, die laten zien dat 3,5 procent van
               de gevaccineerde jongens in dit onderzoek last kreeg van hartschade na Pfizer mRNA-vaccinatie?
               Hoe reflecteert u op het feit dat dit een aanzienlijk hoger percentage is dan de tot
               nu toe bekende frequentie van hartschade na coronavaccinatie bij jongens en jonge
               mannen?
            
Antwoord 2
            
Het percentage van 3,5% wordt niet in het artikel genoemd. Door de meldingen bij Lareb
               en de aanvullende wetenschappelijke onderzoeken naar bijwerkingen zoals myocarditis
               en pericarditis die zijn gedaan, weten we dat er een zeer kleine kans op myocarditis
               en pericarditis na vaccinatie met een mRNA-vaccin bestaat. Verschillen tussen dit
               onderzoek en andere onderzoeken kunnen komen door verschillen in de opzet van een
               onderzoek of de populatie waarin het onderzoek verricht is, zoals ook de auteurs van
               het door u aangehaalde onderzoek vermelden.
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat, aangezien uit eerdere medische publicaties ook al is gebleken
               dat hartschade relatief vaak voorkomt na inenting met een mRNA coronavaccin, inmiddels
               duidelijk is dat deze vaccinaties, zeker bij jonge mensen, dus niet zo veilig zijn
               als lange tijd werd beweerd? Zo nee, waarom niet? Kunt u een uitgebreide analyse geven?2
Antwoord 3
            
Ik ben mij bewust van het zeer kleine risico op myocarditis en pericarditis, zoals
               ik ook in het antwoord op vraag 2 heb genoemd. Myocarditis en pericarditis zijn dan
               ook opgenomen als mogelijke zeer zeldzame bijwerkingen in de bijsluiters van de COVID-19-vaccins.
               Echter is het nog steeds zo dat de kans op deze aandoeningen aanzienlijk hoger is
               bij een infectie met SARS-CoV-2 in vergelijking tot een vaccinatie met een mRNA-vaccin.
               Dit wordt ook onderschreven door de auteurs van het door u aangedragen artikel. Bijwerkingencentrum
               Lareb stelt dat het risico op myocarditis na een SARS-CoV-2-infectie 19 keer groter
               is dan na coronavaccinatie. Voor pericarditis is het risico 5 keer groter na een infectie
               dan na een vaccinatie. Het risico op myocarditis voor mannen tussen de 12 en 17 jaar
               is 6 keer groter na een infectie dan na een vaccinatie. Het gezondheidsvoordeel van
               een vaccinatie weegt daarom zwaarder dan het risico op eventuele bijwerkingen na de
               vaccinatie. Er is brede wetenschappelijke consensus over de veiligheid en effectiviteit
               van de COVID-19-vaccins, ook bij jonge mensen. Ik zie op dit moment geen aanleiding
               om hieraan te twijfelen.
            
Vraag 4
            
Zijn deze recente studie en de conclusies daaruit reden voor u om ook in Nederland
               onderzoek te gaan doen naar hartschade bij jongeren na coronavaccinatie? Zo ja, wie
               gaat dit onderzoek uitvoeren en wanneer start dit? Worden de methodieken en de data
               toegankelijk en openbaar gemaakt voor onafhankelijke wetenschappers? Zo nee, waarom
               wordt dit niet in Nederland onderzocht?
            
Antwoord 4
            
De onderzoekers concluderen in het artikel dat het bij jonge mensen van belang is
               alert te zijn op bijwerkingen aan het hart na een vaccinatie met een mRNA-vaccin.
               In Nederland wordt hier bij alle doelgroepen al veel aandacht aan besteed. Ik hecht
               veel waarde aan de zorgvuldige monitoring van eventuele bijwerkingen en ik vertrouw
               daarbij op de deskundigheid van Lareb en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
               (CBG).
            
Zoals ik in reactie op uw motie van 24 mei jl.3 in de Verzamelbrief van 4 juli jl.4 ook heb toegelicht, zijn zorgverleners volgens de Geneesmiddelenwet (artikel 78:3)
               verplicht om bij Lareb melding te maken van ernstige vermoedelijke bijwerkingen. Ook
               kunnen mensen zelf vermoedelijke bijwerkingen melden bij Lareb. Niet alle gemelde
               vermoedens van bijwerkingen zijn ook daadwerkelijk bijwerkingen die door vaccinatie
               worden veroorzaakt. Wanneer een nieuwe bijwerking wordt gevonden, of nieuwe kennis
               van bestaande bijwerkingen wordt opgedaan, wordt dit door Lareb onderzocht en de bevindingen
               worden gedeeld met het CBG. Zij bekijken of het inderdaad gaat om een bijwerking en
               delen de bevindingen met de EudraVigilance-databank van het Europees Geneesmiddelenbureau
               (EMA) en vanuit daar met VigiBase, de databank van de Wereldgezondheidsorganisatie
               (WHO). Deze databanken maken het mogelijk om internationaal informatie over bijwerkingen
               uit te wisselen. Ze zijn voor iedereen toegankelijk en worden door zorgverleners en
               medische instanties uit de hele wereld geraadpleegd om bijwerkingen in een vroeg stadium
               te signaleren. Op dit moment zie ik er daarom geen reden toe nieuwe onderzoeken te
               starten.
            
Vraag 5
            
Weet u hoeveel jongeren in Nederland hartschade hebben opgelopen na coronavaccinatie?
               Zo ja, hoeveel zijn dat er, welke vaccins hebben deze personen gekregen en na hoeveel
               tijd/doses traden de klachten op? Zo nee, waarom zijn hierover geen cijfers bekend?
            
Antwoord 5
            
Bij jongeren tot 20 jaar zijn in Nederland tot nu toe bijna 2,1 miljoen vaccinaties
               in totaal gezet. Bijwerkingencentrum Lareb heeft tot 1 september jl. 14 meldingen
               van myocarditis en 12 meldingen van pericarditis ontvangen bij jongeren tot 20 jaar.
               Bij 15 van de meldingen trad de vermoedelijke bijwerking binnen 5 dagen op, bij 2
               meldingen trad de vermoedelijke bijwerking tussen de 5 en 13 dagen op en bij 9 meldingen
               trad de vermoedelijke bijwerking langer dan 14 dagen na de vaccinatie op.
            
Vraag 6
            
Weet u wat de lange termijngevolgen zijn van dergelijke hartschade? Wordt hier, aangezien
               de coronavaccins pas korte tijd worden gebruikt, onderzoek naar gedaan? Worden gediagnosticeerde
               gevallen in Nederland de komende jaren gevolgd en gemonitord in het kader van onderzoek
               naar en effecten en verbetering van de coronavaccins Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
De meeste mensen bij wie myocarditis of pericarditis optreedt na vaccinatie herstellen
               binnen enkele dagen tot weken na behandeling en houden hier geen blijvende schade
               aan over. Meldingen van (vermoedelijke) bijwerkingen van COVID-19-vaccinatie worden
               gemonitord door Bijwerkingencentrum Lareb, het CBG en het EMA. In de antwoorden op
               de door u gestelde schriftelijke vragen van 5 juli5, 6 juli6 en 25 juli jl.7 ben ik uitgebreid ingegaan op de zorgvuldige wijze waarop zij dit doen. Ik zie dan
               ook geen reden om hierin aanpassingen te maken of aanvullend onderzoek te doen.
            
Vraag 7
            
Vindt u het in het licht van deze recente onderzoeksdata nog verantwoord dat op dit
               moment (jonge) kinderen in Nederland opnieuw uitnodigingen ontvangen voor het halen
               van een (herhaal)coronavaccinatie? Zo ja, waarom? Is het niet beter om het vaccinatieprogramma
               voor kinderen en jongeren voorlopig stop te zetten, temeer daar zij van het coronavirus
               nauwelijks iets te vrezen hebben en het risico op complicaties na vaccinatie weleens
               groter zou kunnen zijn dan complicaties na natuurlijke infectie?
            
Antwoord 7
            
Ik vind het nog steeds verantwoord om de eerder vastgelegde vaccinatiestrategie uit
               te voeren. Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb toegelicht, wegen de voordelen
               van een vaccinatie nog steeds op tegen het zeer kleine risico op ernstige bijwerkingen,
               omdat de kans op complicaties na een infectie groter is dan de kans op complicaties
               na een vaccinatie.
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat, aangezien het grootste deel van de jeugd in Nederland inmiddels
               is blootgesteld aan het coronavirus en daardoor veelal al een infectie op natuurlijke
               manier heeft doorlopen, zij dus al immuniteit hebben opgebouwd, waardoor een coronavaccinatie
               sowieso overbodig is? Zo nee, waarom niet, aangezien uit onderzoek ook blijkt dat
               natuurlijke afweer beter is dan afweer door vaccinatie?8
Antwoord 8
            
Ik deel de mening dat een COVID-19-vaccinatie na infectie overbodig is niet. Over
               het algemeen zien we bij zowel vaccinaties als doorgemaakte infecties na verloop van
               tijd een afname van bescherming tegen een SARS-CoV-2-infectie (bij alle varianten).
               Dit geldt ook voor jongeren. Ook mensen die een infectie met een eerdere variant hebben
               doorgemaakt kunnen opnieuw besmet raken met een nieuwe variant en daar mogelijk ernstig
               ziek van worden. Vaccinatie is dus belangrijk om de bescherming op peil te houden.
               Zoals ik ook in reactie op uw schriftelijke vragen van 26 juli jl.9 heb toegelicht, is uit recent onderzoek van het RIVM10 gebleken dat personen die een infectie hebben doorgemaakt én een vaccinatie hebben
               gehaald beter beschermd zijn tegen een SARS-CoV-2-infectie in vergelijking met personen
               die alleen een infectie hebben doorgemaakt of alleen een vaccinatie hebben gekregen.
            
Vraag 9
            
Bent u voornemens kinderen, jongeren en ouders actief te informeren over de recente
               bevindingen omtrent hartschade na coronavaccinatie? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo
               nee, waarom niet en vindt u niet dat mensen recht hebben op volledige informed consent
               voor zij zich laten vaccineren?
            
Antwoord 9
            
Via verschillende (online) kanalen kunnen ouders, kinderen en jongeren informatie
               vinden over de COVID-19-vaccins. Hiertoe zijn ook speciale informatiematerialen voor
               kinderen en jongeren in begrijpelijke taal ontwikkeld. De informatiematerialen zijn
               onder andere te vinden op de websites van de rijksoverheid, Lareb, het RIVM en het
               CBG. Er wordt daarin ook aandacht besteed aan de risico’s op eventuele bijwerkingen,
               waaronder de kleine kans op meer ernstige bijwerkingen zoals myocarditis en pericarditis.
               Algemene informatie over bijwerkingen is daarnaast te vinden in de bijsluiters van
               de vaccins. Deze zijn online te vinden op de website van het CBG.
            
Vraag 10
            
Mocht in de toekomst duidelijk worden dat de coronavaccinaties inderdaad op grote
               schaal hartschade hebben toegebracht aan kinderen en jongeren, komt er daarvoor dan
               vanuit het Rijk een compensatie voor de getroffenen?
            
Antwoord 10
            
COVID-19-vaccins mogen in de EU alleen worden gebruikt als ze voldoen aan alle eisen
               van kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid die zijn vastgelegd in de Europese wetgeving.
               Zoals ik in het antwoord op vraag 4 heb toegelicht ziet het EMA hierop toe. Op basis
               van de wetenschappelijke beoordeling door het EMA krijgt de producent een vergunning
               om het vaccin in de EU op de markt te brengen. In Nederland wordt het vaccin vervolgens
               geregistreerd bij het CBG. Voorafgaand aan vergunningverlening en registratie zijn
               de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin derhalve uitgebreid beoordeeld in klinische
               studies. Mocht onverhoopt duidelijk worden dat, na grondige beoordeling, een duidelijk
               (causaal) verband bestaat tussen enig gebrek van het vaccin en de betreffende bijwerking
               dan zal moeten worden onderzocht of de producent van het vaccin in dit kader een toerekenbaar
               verwijt kan worden gemaakt. Als dat zo is, dan kan de producent onder omstandigheden
               worden aangesproken voor de gevolgen van daaruit voortvloeiende bijwerkingen. In die
               situatie kan de overheid onder specifieke en strikte voorwaarden de aansprakelijkheid
               overnemen van de producent. Deze voorwaarden zijn geregeld in de aankoopcontracten
               van de vaccins tussen de overheid en de producenten. Mocht iemand ervoor kiezen de
               overheid hiervoor aansprakelijk te stellen dan zal aan de hand van de geldende wettelijke
               criteria per individueel geval beoordeeld worden of de overheid aansprakelijk kan
               worden geacht.
            
Vraag 11
            
Waarom is de Kamer niet actief ingelicht over dit onderzoek? Bent u niet van mening
               dat dergelijke informatie van belang is voor de beleidsvoering op het gebied van de
               volksgezondheid en de controlerende taak van de Kamer op dat beleid?
            
Antwoord 11
            
Wereldwijd wordt er ontzettend veel onderzoek gedaan naar COVID-19 en aan COVID-19
               gerelateerde onderwerpen. Het is onmogelijk om de Kamer actief te informeren over
               ieder onderzoek. De huidige vaccinatiestrategie is tot stand gekomen op basis van
               de wetenschappelijke adviezen van o.a. de Gezondheidsraad. De raad maakt voor zijn
               adviezen steeds gebruik van de meest recente (internationale) wetenschappelijke inzichten.
               Daarnaast wegen experts van onder andere het RIVM, Lareb en CBG regelmatig relevante
               onderzoeken en informeren mij op het moment dat daar voldoende aanleiding toe is.
               Uiteraard informeer ik de Kamer hier dan ook over.
            
Vraag 12
            
Gaat u dit najaar opnieuw ongevaccineerde jongeren uitsluiten van publieke plaatsen,
               ondanks het feit dat inmiddels wijdverspreid bekend is dat er geen medische rechtvaardiging
               is voor (indirecte) dwang en/of drang bij jongeren om zich te laten vaccineren? Zo
               ja, hoe rechtvaardigt u dit? Kunt u een uitgebreide uitleg geven?
            
Antwoord 12
            
Het kabinet hoopt dat de inzet van ingrijpende interventiemaatregelen, zoals het coronatoegangsbewijs
               (CTB), niet meer nodig zal zijn. Echter, een aantal sectoren die de afgelopen twee
               jaar zwaar getroffen zijn door het coronavirus geeft aan dat het CTB een wenselijke
               – en in een aantal gevallen zelfs de enige werkbare – maatregel is om renderend open
               te kunnen blijven tijdens een zware opleving van het virus. Voor onder andere de culturele
               sectoren, de evenementensector en veel recreatieve sectoren leidt een afstandsnorm
               tot ingrijpend capaciteitsverlies met de facto sluiting als gevolg. Deze sectoren willen het CTB als instrument in kunnen zetten
               in het geval dat er bij een opleving van het virus zwaardere interventiemaatregelen
               nodig zijn. Daarom hebben deze sectoren het CTB in de vorm van 3G of 1G (Testen voor
               Toegang) opgenomen in hun sectorplan. Bij beide vormen geldt dat mensen die ervoor
               kiezen zich niet te laten vaccineren een geldig CTB kunnen krijgen met een negatieve
               testuitslag. Een alternatief voor vaccinatie is bij deze toepassingen van het CTB
               dus altijd mogelijk.
            
Het kabinet begrijpt deze wens vanuit de sectoren, aangezien het alternatief bij een
               zware opleving voor deze sectoren zeer ingrijpend is. Tegelijkertijd bestaat op dit
               moment geen wettelijke grondslag voor de inzet van het CTB en heeft zowel de Tweede
               als de Eerste Kamer bedenkingen geuit bij de mogelijke inzet van een CTB in de toekomst.
               Het kabinet heeft om deze reden het CTB niet meegenomen in de eerste tranche van de
               wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg), maar ziet ook dat het op voorhand
               uitsluiten van maatregelen bij een mogelijke opleving in de toekomst de mogelijke
               interventiemaatregelen beperkt, waardoor ingrijpendere maatregelen sneller in beeld
               komen. Hiertoe valt een wetsvoorstel te overwegen ter ondersteuning van de sectorplannen,
               waaronder onder voorwaarden de inzet van een CTB, mits daarvoor in de Kamer draagvlak
               is. Wij gaan hierover graag met de Kamer in gesprek.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.