Schriftelijke vragen : De berekeningen van het toetsingsinkomen voor de kinderopvangtoeslag
Vragen van het lid Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berekeningen van het toetsingsinkomen voor de kinderopvangtoeslag (ingezonden 15 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «De berekening van het toetsingsinkomen voor de kinderopvangtoeslag:
het verschil tussen huur en koop»?1
Vraag 2
Is het bij het opstellen van de verschillende wetten en definities die in het artikel
genoemd zijn een bewuste keuze geweest dat mensen in een huurwoning recht hebben op
een lager bedrag aan kinderopvang?
Vraag 3
Kunt u een inschatting maken van het aantal gezinnen dat hierdoor een lagere kinderopvangtoeslag
ontvangt? Hoe vaak is het verschil in kinderopvangtoeslag tussen het hebben van een
huurhuis en het hebben van een koophuis kleiner dan de huurtoeslag behorend bij het
hebben van een huurhuis?
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat een gezin in een huurhuis en een gezin in een koophuis dezelfde
kinderopvangtoeslag moet krijgen als beide gezinnen hetzelfde inkomen hebben? Deelt
u de opvatting dat er geen rechtvaardiging is van de manier waarop de eigenwoningregeling
doorwerkt naar de hoogte van de toeslagen?
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat de manier waarop het toetsingsinkomen en de hoogte van de
kinderopvangtoeslag bepaald worden ongelijkheid tussen mensen met een huurwoning (doorgaans
lager inkomen en vermogen) en mensen met een koopwoning (doorgaans hoger inkomen en
vermogen) vergroot?
Vraag 6
Bent u bereid te onderzoeken of de wetten en definities herzien kunnen worden zodat
mensen met een huurwoning een hogere toeslag ontvangen (zodat zij in de kinderopvangtoeslag
niet benadeeld worden ten opzichte van mensen met een koopwoning), te denken valt
aan de twee richtingen die de auteurs schetsen, namelijk het buiten beschouwing laten
van woonlasten in beide situaties of het voor huurders mogelijk maken hun woonlasten
in aftrek te brengen?
Vraag 7
Welke andere vormen van fiscale stimulering dragen bij aan een verlaging van het toetsingsinkomen
en het verzamelinkomen?
Vraag 8
Bent u bereid te onderzoeken of het complexe stelsel van de wetten en definities die
in het artikel genoemd worden versimpeld kan worden?
Vraag 9
Deelt u de opvatting dat aanpakken van dit punt onderdeel kan zijn van de verbetering
van het huidige toeslagenstelsel in aanloop naar het afschaffen van het toeslagenstelsel?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
S. Maatoug, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.