Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Minhas over de Kamerbrief ‘Afschalen dienstregeling vanwege personeelstekorten NS’ en ‘NS’ers willen meer geld, ja. Maar ze willen vooral waardering’
Vragen van het lid Minhas (VVD) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de kamerbrief Afschalen dienstregeling vanwege personeelstekorten NS en NS’ers willen meer geld, ja. Maar ze willen vooral waardering (ingezonden 24 augustus 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) en van Minister
KaagKaag (Financiën) (ontvangen 13 september 2022).
Vraag 1
Bent u het ermee eens dat afschaling van de dienstregeling van de NS met 10 tot 15
procent onacceptabel is voor de bereikbaarheid van veel steden en dorpen?1
Antwoord 1
Afschaling van de dienstregeling is wat ons betreft zeer onwenselijk vanuit het perspectief
van de reiziger, die hier hinder van gaat ondervinden. Als concessieverlener voor
het hoofdrailnet verwacht ik van de concessiehouder dat NS alles in het werk stelt
om conform afspraak treinen te laten rijden, de impact van het personeelstekort voor
de reiziger te minimaliseren, en om de geboden vervoerscapaciteit zo goed als mogelijk
aan te laten sluiten op de reizigersvraag.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het belang van de reiziger voorop dient te staan bij het
aanbieden van goed openbaar vervoer, maar dat niet het geval is bij een dergelijke
afschaling?
Antwoord 2
Als concessieverlener voor het hoofdrailnet ben ik het met u eens dat te allen tijde
het belang van de reiziger voorop dient te staan. NS heeft veel maatregelen genomen,
aan zowel de vraag- als aanbodzijde. Dit heeft geleid tot een forse vermindering van
het tekort, maar het blijkt niet voldoende om de instroom van personeel te vergroten
en de tekorten aan met name conducteurs op te lossen. NS geeft daarbij aan dat zij
al lange tijd veel vragen van hun personeel en gezien de hoge ziekteverzuimcijfers
het nu cruciaal is dat zij lucht krijgen om erger te voorkomen. Dit maakt dat NS zich
genoodzaakt ziet om als laatste redmiddel aanpassingen in de dienstregeling door te
voeren om een stabiele en betrouwbare uitvoering van de treindienst te garanderen
en ad-hoc treinuitval te voorkomen.
Vraag 3
Kunt u toelichten welke gesprekken u met de NS en andere vervoerders heeft gevoerd
om een dergelijk grote afschaling te voorkomen?
Antwoord 3
In het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB), waar NS en de stad- en streekvervoerders
aan deelnemen, wordt geregeld gesproken over het OV-aanbod en maatregelen om dit op
peil te houden. Als concessieverlener voor het hoofdrailnet voer ik daarnaast doorlopend
met NS gesprekken over haar prestaties op het hoofrailnet en naleving van de vervoersconcessie.
Recentelijk heb ik – samen met het Ministerie van Financiën – indringend met NS gesproken
over de personeelsproblematiek bij de organisatie en over de integrale aanpak die
NS ter bezwering hiervan heeft opgesteld. Deze gesprekken zal ik, samen met de Minister
van Financiën, blijven voortzetten zolang de problemen niet zijn opgelost.
Om het aanbod van het OV op peil te houden, ook bij (sterk) achterblijvende reizigersinkomsten,
is er daarom tot en met 2022 een forse financiële regeling beschikbaar gesteld aan
vervoerders (Beschikbaarheidsvergoeding OV) en is er in juli een transitieregeling
voor 2023 toegezegd. Afschalingen ten gevolge van personeelstekorten kunnen daarmee
echter niet worden voorkomen.
Vraag 4
Heeft u de regio’s geïnformeerd over de aankomende afschaling? Immers, afschaling
heeft vrijwel altijd gevolgen voor de bereikbaarheid van regio’s.
Antwoord 4
De regionale overheden zijn door NS per brief geïnformeerd over de aankomende afschaling.
Ook loopt er momenteel bij de regio’s een adviesaanvraag over de aanpassingen in dienstregelingsjaar
2023. In diverse regio’s vinden gesprekken plaats om de regionale impact van deze
afschalingen nader te bespreken. In mijn gesprekken met NS heb ik als concessieverlener
benadrukt dat NS de afschaling ook goed dient af te stemmen met andere vervoerders
om zo de overlast voor de reiziger zoveel mogelijk te beperken. Ik ga er vanuit dat
NS hieraan opvolging geeft.
Vraag 5
Op welke wijze zijn reizigersorganisaties en het Landelijk Overleg Consumentenbelangen
Openbaar Vervoer (LOCOV) betrokken bij dit afschalingsbesluit?
Antwoord 5
Gegeven de meer structurelere aard van de aanpassingen van de dienstregeling 2023
is NS een adviesprocedure gestart voor de consumentenorganisaties in het Locov en
de decentrale overheden aan de landsdelige OV-tafels.
Vraag 6
Kunt u vanuit uw stelselverantwoordelijkheid toelichten welke gaten de plannen van
NS veroorzaken in de verschillende regio’s en bent u van plan om regiovervoerders
te vragen om bij te springen om die gaten te dichten?
Antwoord 6
NS geeft aan dat zij zich inspant om ondanks het tekort aan personeel de vervoersvraag
zo goed mogelijk te accommoderen. Op dit moment is de verwachting dat NS voldoende
capaciteit zal bieden voor de – als gevolg van corona veranderde – vervoersvraag.
Er worden op dit moment dan ook geen grote structurele capaciteitsknelpunten voorzien.
NS kan niet uitsluiten dat bij onverwachte drukte de capaciteit incidenteel niet toereikend
is. NS monitort de reizigersvraag continu en actualiseert voorspellingen voortdurend.
Beide ministeries zullen deze monitoring nauwlettend volgen en daarover het gesprek
voeren.
Vraag 7
Wat zijn volgens u de redenen dat de NS haar zaken niet op orde heeft, terwijl de
NS behoort tot een van de grootste werkgevers van Nederland. In hoeverre heeft dit
te maken met directiebesluiten waarover u als aandeelhouder heeft moeten besluiten?
Antwoord 7
NS kampt met een personeelstekort. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is
er onvoldoende instroom van gekwalificeerd personeel. Dit komt door uitzonderlijk
krappe arbeidsmarkt. In het tweede kwartaal stonden er in Nederland 143 vacatures
open tegenover 100 werklozen.2 Hier heeft helaas ook de OV-sector mee te maken. Ten tweede heeft NS te maken met
een hoog ziekteverzuim, omdat er tijdens de coronacrisis veel (flexibiliteit) gevraagd
is van het NS-personeel. Als laatste, is er sprake van een hoge uitstroom van personeel
als gevolg van onder andere (vervroegd) pensioen. Deze problemen spelen niet alleen
bij NS, ook andere vervoerders hebben hiermee te maken en zijn genoodzaakt tot het
afschalen van de dienstregeling.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van NS. Om de
toestroom van personeel te versnellen en personeel te behouden heeft NS veel acties
ondernomen, maar helaas resulteert dit nog niet in een toereikend effect. Als aandeelhouder
heb ik, de Minister van Financiën, bevoegdheden op het vlak van investeringen, benoemingen,
beloningen en de financiële positie. Ik zie geen direct verband tussen besluiten die
ik, als aandeelhouder, op dit vlak heb genomen en de huidige problemen rondom de personeelstekorten
bij NS.
Vraag 8
Wat is uw reactie op het VVMC-commentaar dat er treinen vertrekken zonder een conducteur
aan boord? Hoe staat dit in verhouding tot de afspraken vanuit de hoofdrailnet (HRN)-concessie
in relatie tot de veiligheid van reizigers?
Antwoord 8
De veiligheid van reizigers en personeel staat altijd voorop. Onder normale omstandigheden
vertrekt een trein van NS daarom niet zonder hoofdconducteur. In zeer uitzonderlijke
gevallen, bijvoorbeeld als een conducteur onderweg ziek wordt en niet meer verder
kan reizen, dan kan de machinist onder voorwaarden de taak van chef trein overnemen.
De machinist voert dan het vertrekproces uit conform de voorschriften. Er wordt dan
gereden naar het eerstvolgende station waar treinpersoneel de taak van chef van de
trein weer kan overnemen. Dit gebeurt alleen bij overmacht en als de veiligheidsnormen
in acht kunnen worden genomen. NS heeft een intern meldpunt voor het personeel om
verschillende soorten onveiligheid te melden. Als door het VVMC of door personeelsleden
onveilige situaties worden ervaren, dan is het verzoek om deze concrete situaties
zo spoedig mogelijk te melden via het daarvoor gebruikelijke meldpunt.
Vraag 9
Wat kan een wijziging in het besturingsmodel, bijvoorbeeld het op een andere manier
inrichten van de dienstregeling en meer efficiëntie in de operatie, doen om het personeelsinzet
efficiënter en de dienstregeling robuuster te maken?
Antwoord 9
Het opstellen van de dienstregeling en daarbij behorende inzetplannen voor materieel
en personeel is, met inachtneming van de bedieningseisen uit de concessie, de verantwoordelijkheid
van NS. De verantwoordelijkheid voor het zo efficiënt mogelijk inrichten van haar
bedrijfsvoering en ten aanzien van de efficiënte inzet van personeel is in eerste
instantie de verantwoordelijkheid van NS zelf. Als concessieverlener en aandeelhouder
verlangen wij evenwel dat zij hierbij het reizigersbelang voorop zet, en in het adresseren
van het personeelstekort doorlopend kritisch beziet welke (reizigersvriendelijke)
optimalisatiemogelijkheden zij in haar bedrijfsvoering kan doorvoeren die kunnen bijdragen
aan een goede uitvoering van de hoofdrailnet concessie. Wij verlangen van NS dat zij
daarbij openstaat voor de suggesties, ideeën en proposities van derden, en ook geen
heilige huisjes schuwt.
NS laat weten de afgelopen tijd de materieelinzet als gevolg van de personeelstekorten
verder te hebben geoptimaliseerd. Volgens NS heeft dit een substantiële efficiëntieslag
opgeleverd, waardoor een zo ruim mogelijke dienstregeling kan worden gereden met het
beschikbare personeel. NS geeft aan dat zij naar verdere optimalisaties blijft zoeken.
Vraag 10
Wat kan de NS leren van regionaal openbaar vervoer?
Antwoord 10
NS stelt doorlopend mogelijkheden te onderzoeken om haar dienstverlening te optimaliseren,
door te kijken naar onder andere de inrichting van de dienstregeling, en de efficiëntie
van inzet van personeel en materieel. Hierbij haalt NS kennis van buiten naar binnen
door onder andere (internationale) benchmarks, door te participeren in onderzoeksprogramma’s
en door samenwerking met universiteiten. Met regionale vervoerders wordt samengewerkt
in NOVB en OV-NL verband. In het programma Toekomstbeeld OV (TBOV) onderzoekt NS samen
met onder andere de regionale vervoerders verschillende vervoersconcepten voor de
toekomst. In het kader van het ATO-programma (Automated Train Operation) werkt NS
samen met Arriva en ProRail aan het beproeven van rangeren op afstand. Het is ook
goed om te blijven beseffen dat het rijden van een integraal hoofdrailnetwerk op onderdelen
een andere complexiteit kent (als gevolg van bijvoorbeeld een grotere verwevenheid
van de dienstregeling) dan het rijden van regionale lijnen, waardoor niet alle lessen
één op één over te nemen zijn. Bovendien liggen aan beide producten andere concessies
met andere verplichtingen ten grondslag.
Vraag 11
Wat doet NS daarin concreet, welke stappen zet de NS of heeft de NS gezet om te leren
van elders?
Antwoord 11
NS voert een terugkerende (internationale) benchmark over haar prestaties uit, participeert
in onderzoekstrajecten en werkt samen met andere vervoerders, bedrijfsleven en universiteiten.
NS werkt in OV-NL en NOVB verbanden samen met regionale vervoerders. NS werkt samen
met Arriva en ProRail aan beproevingen in kader van het ATO-programma. In het programma
Toekomstbeeld OV studeert NS samen met (o.a.) regionale vervoerders op verschillende
vervoersconcepten. Ook op gebied van werving en personeelsbeleid stelt NS komende
tijd te kijken welke lessen er te leren zijn van andere (regionale) vervoerders.
Vraag 12
Welke rol ziet u voor uzelf om daarin te sturen als concessiehouder en als aandeelhouder?
Antwoord 12
Wij vinden dat NS alles eraan moet doen om de huidige personeelstekorten te voorkomen.
Wanneer regionale OV-partijen hier goede proposities voor hebben, zullen we NS aansporen
om deze te bestuderen en wanneer gepast ook door te voeren. Uitwisseling van best
practices tussen vervoerders, bijvoorbeeld in NOVB of OV-NL verband moedigen wij aan.
Het initiatief hiervoor ligt in eerste instantie bij vervoerders zelf.
Vraag 13
Welke prikkels heeft de NS om de problematiek goed op te lossen binnen de huidige
concessie en welke (veel) steviger prikkels komen er in de volgende concessie om dit
soort situaties in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 13
In de huidige HRN concessie stuur ik als concessieverlener op prestaties zoals zitplaatskans
en klanttevredenheid. Als het afgesproken prestatieniveau niet wordt gehaald door
NS kan een sanctie volgen indien sprake is van verwijtbaarheid. Later deze maand bied
ik, als concessieverlener, het Programma van Eisen voor de nieuwe concessie aan uw
Kamer waarin de eisen zijn opgenomen waar de beoogd concessiehouder aan moet voldoen.
Vraag 14
Klopt het dat regionale vervoerders worden gestraft als zij de dienstregeling niet
naar behoren rijden door verwijtbaar rituitval? Bent u van plan een dergelijke bepaling
op te nemen in de nieuwe HRN-concessie die voor de NS gaat gelden?
Antwoord 14
De verantwoordelijke decentrale concessieverlener heeft in sommige gevallen de mogelijkheid
om de financiële bijdrage aan de vervoerder naar beneden bij te stellen. Dit is afhankelijk
van de gemaakte afspraken in de regionale concessie. Een lagere exploitatiebijdrage
vanuit de decentrale overheid is bijvoorbeeld denkbaar wanneer het geboden OV-aanbod
structureel ondermaats is gebleken en de vervoerder te verwijten is. Zoals ik bij
de beantwoording van vraag 13 heb aangegeven, zal ik als concessieverlener voor het
hoofdrailnet deze maand het Programma van Eisen voor de nieuwe concessie aan uw Kamer
aanbieden waarin de eisen zijn opgenomen waar de beoogd concessiehouder aan moet voldoen.
Vraag 15
Welke gevolgen heeft de afschaling voor de aard en omvang van de nieuwe HRN-concessie,
nu blijkt dat de NS de huidige dienstregeling niet eens kan rijden?
Antwoord 15
Daar kan ik als concessieverlener nu nog geen uitsluitsel over geven. Ik ga er vooralsnog
vanuit dat de huidige afschaling niet structureel van aard is. In mijn overleg met
NS als beoogd concessiehouder over de aard en omvang van de nieuwe concessie zal het
personeelstekort en afschaling worden meegewogen. Over de uitkomst hiervan wordt uw
Kamer bij aanbieding van de ontwerp concessie-overeenkomst geïnformeerd.
Vraag 16
Bent u bereid te overwegen of decentralisatie van bepaalde regionale lijnen kan bijdragen
aan het betrouwbaar en robuust houden van de treindienstregeling in Nederland?
Antwoord 16
Voor beantwoording van deze vraag verwijs ik als concessieverlener naar de brief die
ik uw Kamer in september stuur met het uitgangspuntenkader decentralisatie. Die brief
wordt gelijktijdig met het Programma van Eisen voor de nieuwe hoofdrailnetconcessie
verstuurd.
Vraag 17
Wat betekent de aangepaste dienstregeling voor de garantie die u heeft afgegeven ter
verlenging van de Beschikbaarheidsvergoeding OV?
Antwoord 17
De aangepaste dienstregelingen zijn in beginsel niet van invloed op de rijksregelingen
voor OV. Bij de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) in 2022 en in de nog op te stellen
regeling voor het transitievangnet OV (TVOV) in 2023 moeten concessieverleners verklaren
dat de vervoerder voldaan heeft aan de eis over het voorzieningenniveau. Voor de BVOV
in 2022 betekent deze eis dat het OV-aanbod minimaal vergelijkbaar moet zijn als het
voorzieningenniveau in 2021. Voor het TVOV in 2023 zal deze eis betekenen dat er voldoende,
veilig en betrouwbaar OV geboden moeten worden. We onderzoeken hoe de aangepaste dienstregeling
doorwerkt in de BVOV, maar de kans is aanwezig dat dit financiële consequenties heeft.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.