Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Bereikbaarheid Ameland op het spel: boot te vaak te laat’
Vragen van de leden Minhas en Bevers (beiden VVD) aan de Staatssecretaris en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Bereikbaarheid Ameland op het spel: boot te vaak te laat» (ingezonden 13 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bereikbaarheid Ameland op het spel: boot te vaak te
laat»?1
Vraag 2
Klopt het dat de veerboot naar Ameland te vaak te laat aankomt en de betrouwbaarheid
van het dienstrooster hiermee op de lange én korte termijn op het spel staat? Zo ja,
kunt u aangeven hoe vaak er sprake is geweest van een vertraagde dienstregeling in
de afgelopen zeven maanden na de stormen van januari en februari?
Vraag 3
Heeft u de exacte oorzaak in beeld voor de vertraagde dienstregeling van de veerdienst
naar Ameland en in hoeverre speelt de diepte van de vaargeul en het type zand uit
deze geul hier een rol in?
Vraag 4
In hoeverre beseffen alle betrokken partijen dat inwoners en bezoekers van Ameland
volledig afhankelijk zijn van deze veerdienst voor hun bereikbaarheid en verbinding
met het vaste land en hoe uit zich dit?
Vraag 5
Heeft u in beeld wat de gevolgen zijn van de vertraagde dienstregeling van de veerdienst
voor de bereikbaarheid van Ameland, haar inwoners, haar bezoekers en het naderende
stormseizoen?
Vraag 6
Kunt u toelichten wanneer Rijkswaterstaat en de baggeraars op de hoogte waren van
de problemen rondom het dienstrooster van de veerdienst en waarom er tot op heden
geen orde op zaken is gesteld voor het beter bevaarbaar maken van de vaargeul?
Vraag 7
In hoeverre zou een aanpassing van de dienstregeling – het plannen van afvaarten om
de 75 minuten in plaats van om de 60 minuten – kunnen bijdragen aan de oplossing van
dit probleem en wat is de haalbaarheid van deze aanpassing?
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom de gesprekken tussen Rijkswaterstaat en de provincie, het waterschap
en de gemeenten Ameland en Noardeast-Fryslân pas 2030 in het vizier hebben voor het
realiseren van een structurele oplossing van dit probleem? Hoe verhoudt zich dit tot
de huidige concessie voor de Waddenveerdiensten die tot 2029 loopt?
Vraag 9
Kunt u toelichten waarom de uitkomst van het vervolgonderzoek van Rijkswaterstaat
nog geen voorkeursalternatief zal bevatten en waarom het besluit over een definitieve
oplossing van dit probleem pas in 2023 zal worden genomen?
Vraag 10
Welke kansen ziet u om het beslissingsproces naar een definitieve oplossing te versnellen,
aangezien er volgend jaar al grote investeringen moeten worden opgenomen in het Meerjarenprogramma
Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)?
Vraag 11
Hoe gaat u voorkomen dat de huidige vervoerder en de potentiële nieuwe vervoerder
in de problemen komen, aangezien er na 2023 al bepaalde investeringen niet meer mogen
worden gedaan in de concessie voor de Waddenveerdiensten tot 2029?
Vraag 12
Welk effect heeft het ontstaan van natuurlijke geulen op de bestaande vaarroutes in
het Waddengebied en hoeveel natuurlijke geulen doen zich momenteel aan als alternatieve
vaarroutes?
Vraag 13
Heeft u in beeld hoeveel vaarroutes in het Waddengebied momenteel te maken hebben
met dichtslibbende vaargeulen of hiertoe risico lopen? Hoe gaat u voorkomen dat er
meer vaargeulen in het Waddengebied dichtslibben en zo meer veerdiensten onder druk
komen te staan?
Indieners
-
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
F.B. Minhas, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Harry Bevers, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.