Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Azarkan over de berichten 'Meeste toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden', nieuwe data van het CBS: 'Kenmerken van gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire' en 'Belastingdienst wist in 2019 al van etnisch profileren in toeslagenaffaire'
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Staatssecretarissen van Financiën over de berichten «Meeste toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden», nieuwe data van het CBS: «Kenmerken van gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire» en «Belastingdienst wist in 2019 al van etnisch profileren in toeslagenaffaire» (ingezonden 15 juli 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen
13 september 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het NOS-artikel van 28 juni 2022: «Meeste toeslagenouders
hebben migratieachtergrond, vaak met schulden»?1
Antwoord 1
Ja, het artikel is bekend
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van nieuwe data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS):
«Kenmerken van gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire»?2
Antwoord 2
Ja, de genoemde data is bekend.
Vraag 3 en 4
Kunt u een reactie en zienswijze geven op het NOS-artikel van 28 juni 2022: «Meeste
toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden»? Zo nee, waarom niet?
Kunt u een reactie en zienswijze geven op nieuwe data van het CBS: «Kenmerken van
gedupeerde gezinnen toeslagenaffaire» wat op 28 juni 2022 is gepubliceerd? Zo nee,
waarom niet?
Antwoorden 3 en 4
De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) onderzoekt of gedupeerde ouders vaker
te maken kregen met een kinderbeschermingsmaatregel.3 Hiervoor heeft de IJenV aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd
statistische gegevens aan te leveren om hun kwantitatieve onderzoeksvragen te kunnen
beantwoorden. De publicatie van het CBS is de eerste analyse die in dit kader tot
stand is gekomen. In het artikel van de NOS wordt bij de uitkomsten stil gestaan.
Uit de analyse blijkt dat vooral veel eenoudergezinnen, veel gezinnen met een migratieachtergrond
en veel gezinnen met een laag inkomen door de problemen met de kinderopvangtoeslag
zijn getroffen. Binnen de brede hersteloperatie toeslagen komen deze mensen die geraakt
zijn door institutionele vooringenomenheid en de hardheid van het stelsel ook duidelijk
terug. Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten
pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden.4
Vraag 5
Deelt u de mening dat het uiterst zorgelijk en uiterst schokkend is, dat de nieuwe
gegevens van het CBS over het toeslagenschandaal laten zien dat 70 procent van de
gedupeerden een migratieachtergrond heeft? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6 t/m 10
Kunt u een reactie en verklaring geven voor het feit, dat uit de analyse van het CBS,
waarbij gekeken werd naar de achtergrond van 10.265 gezinnen waarvan is vastgesteld
dat zij gedupeerde zijn van het Toeslagenschandaal, blijkt dat de vier volgende groepen
Caribische Nederlanders, Surinaamse Nederlanders, Turkse Nederlanders en Marokkaanse
Nederlanders relatief het zwaarst getroffen en extreem oververtegenwoordigd zijn?
Zo nee, waarom niet?
Kunt u een verklaring geven waarom Caribische Nederlanders, terwijl zij geen tweede
nationaliteit hebben en dus Nederlandse staatsburgers zijn, ten opzichte van Nederlanders
zonder migratieachtergrond, naar verhouding 32 keer vaker gedupeerde zijn van het
toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?
Kunt u een verklaring geven waarom Surinaamse Nederlanders, terwijl de meeste enkel
de Nederlandse nationaliteit hebben en dus geen tweede nationaliteit hebben, ten opzichte
van Nederlanders zonder migratieachtergrond, 22 keer vaker gedupeerde zijn van het
toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?
Kunt u een verklaring geven waarom Turkse Nederlanders, ten opzichte van Nederlanders
zonder migratieachtergrond, naar verhouding acht keer vaker gedupeerde zijn van het
toeslagenschandaal? Zo nee, waarom niet?
Kunt u een verklaring geven waarom Marokkaanse Nederlanders, ten opzichte van Nederlandse-Nederlanders,
naar verhouding zes keer vaker gedupeerde zijn van het toeslagenschandaal? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6 t/m 10
Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten
pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden voor
alle gedupeerden.5
Er is geen analyse gemaakt op waarom bepaalde achtergronden vaker voorkomen dan anderen.
Het is van belang om te benadrukken dat Toeslagen niet beschikt over informatie over
etniciteit en afkomst van burgers en Toeslagen heeft hier dan ook niet actief op geselecteerd,
ook is niet geselecteerd op achternaam of geboorteplaats. In het Toeslagen Verstrekkingen
Systeem (TVS) was de tweede nationaliteit wel zichtbaar voor behandelaren. Het is
niet zo, en dat is ook niet door de AP vastgesteld6, dat de behandelaren in dit verband geselecteerd hebben op tweede nationaliteit.
Wel is bekend dat in het verleden in een aantal toeslag gerelateerde CAF-zaken onderzoeken
hebben plaatsgevonden naar gastouderbureaus waarvan de eigenaren en/of klanten een
van de genoemde achtergronden had. Bij het risicoclassificatiemodel van Toeslagen
gold dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar ook mensen
met een andere nationaliteit, relatief vaker geselecteerd werden voor handmatige behandeling.7
Vraag 11 en 20
Deelt u de mening dat het werken met etnisch geladen risicoprofielen en het bijhouden
van de tweede nationaliteit en geboorteplaats (eventueel van hun ouders) heeft geleid
tot extra benadeling van deze burgers en dus tot «ongekend onrecht» en leed? Zo nee,
waarom niet?
Bent u het eens met de stelling dat deze oververtegenwoordiging van Nederlanders met
een migratieachtergrond een direct gevolg is van het gebruik van etnisch geladen risicoprofielen
en een schoolvoorbeeld is van institutioneel racisme? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11 en 20
De werkwijzen van Toeslagen konden als gevolg hebben dat verschillende groepen burgers
een grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige beoordeling,
en heeft daarmee geleid tot een onbedoelde ongelijkheid in de behandeling tussen mensen.
Zoals met uw Kamer gedeeld op 21 april jl. gold dit onder andere voor Nederlanders
met lage inkomens en alleenstaanden, maar gold dit ook voor mensen met een andere
nationaliteit, zonder dat hier een deugdelijke grondslag voor was.8 Naast de inzet van het risicoclassificatiemodel kende en kent Toeslagen ook andere
manieren waarop toeslagaanvragen voor handmatige beoordeling worden geselecteerd.
Uw Kamer is hierover geïnformeerd in onder andere de Kamerbrief van 8 december 2021.9
In de brief van 21 april jl.10 heb ik uw Kamer toegezegd dat de geselecteerde groep uit het risicoclassificatiemodel
vergeleken zou worden met de populatie aanmeldingen bij UHT en de burgers die door
Toeslagen in FSV zijn geregistreerd. Deze vergelijking is inmiddels afgerond (zie
tabel 1) en hieruit blijkt dat slechts een beperkt deel van de geselecteerde groep
uit het model zich ook heeft gemeld bij UHT.
Tabel 1. Vergelijking geselecteerde groep uit het model met UHT en FSV
Totaal
Gedupeerden1
Door Toeslagen geregistreerd in FSV
Geselecteerde groep uit het risico- classificatiemodel
74.288
4.477
2.154
X Noot
1
Ouders die bij UHT na de lichte toets en/of de integrale beoordeling als gedupeerd
staan geregistreerd.
Vraag 12 en 14
Kunt u aangeven welke maatregelen zijn genomen en welke waarborgen inmiddels binnen
Toeslagen en de Belastingdienst zijn geïmplementeerd om te voorkomen dat dit in de
toekomst ooit weer kan voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven welke lessen hier uit getrokken worden en hoe dit zal resulteren in
een Belastingdienst die daadwerkelijk ten dienste staat van de burgers, zonder enige
vorm voor vooringenomenheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12 en 14
Het voorkomen van institutioneel racisme binnen het toezicht van Toeslagen in de toekomst
vereist een breed pakket aan maatregelen. Zowel in relatie tot het verbeteren tot
processen als in relatie tot het menselijk toezicht. Het doel van het kabinet is ervoor
te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt. Enkele voorbeelden van reeds genomen maatregelen:
Om te zorgen dat medewerkers dit thema beter herkennen en ruimte voor handelingsperspectief
voelen, krijgen de onderwerpen «discriminatie en racisme» en «inclusieve organisatiecultuur»
een expliciete plek binnen de interventies die er zijn op leiderschap, cultuur, diversiteit
en inclusie. Hierbij wordt ook de samenwerking gezocht met de Nationaal Coördinator
tegen Discriminatie en Racisme die als regeringscommissaris verantwoordelijk is om
de aanpak van discriminatie en racisme te versterken. En worden de ontwikkelingen
ten aanzien van de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme gevolgd om nieuwe
wetenschappelijke inzichten op het gebied van de aanpak van discriminatie en racisme
toe te passen.
Toeslagen neemt actief deel aan het meerjarenprogramma «Vooroordelen Voorbij» van
het College voor de Rechten van de Mens. Het programma draagt eraan bij dat burgers
niet worden gediscrimineerd door uitvoeringsinstanties van de overheid, waarbij in
het bijzonder aandacht is voor het voorkomen van discriminatie op grond van ras op
het terrein van de sociale bescherming. We werken via deze weg aan de onderliggende
oorzaken, zoals ingeslepen mechanismen, denkwijzen, werkwijzen en handelingspatronen
die leiden tot discriminatie. De eerste pilotgroep waarin de uitvoeringspraktijk van
Toeslagen is meegenomen start in september 2022.
Daarnaast worden gesprekken gevoerd met management en medewerkers aan de hand van
de aangetroffen voorbeelden. Ook worden casussen en ethische dilemma’s in het toezicht
in groepen besproken. Hierbij wordt aandacht besteed aan bewuste en onbewuste vooroordelen.
De onafhankelijke en externe Adviescommissie Analytics gaat bijdragen aan het ethisch
verantwoord omgaan met risicomodellen en algoritmen en het met deze inzichten op orde
brengen van de bedrijfsprocessen.
Het risicoclassificatiemodel Toeslagen is in juli 2020 stopgezet, momenteel wordt
gewerkt aan nieuwe manieren van toetsing en handhaving. Bijna 8 miljoen burgers ontvangen
één of meerdere toeslagen. Het is niet mogelijk om alle nieuwe aanvragen en wijzigingen
in lopende aanvragen (handmatig) te bekijken, daarmee blijft risicogericht selecteren
in het toezicht en dienstverlening noodzakelijk. Door middel van objectief bepaalde
risicoprofielen kan onderscheid worden gemaakt tussen groepen burgers om te bepalen
waar extra toezicht nodig is. Overheidsorganisaties die gebruik maken van risicoprofielen
moeten zich ervan bewust zijn dat dit onderscheid het risico op discriminatie met
zich meebrengt. Van discriminatie mag nooit sprake zijn, maar niet elk onderscheid
is discriminerend wanneer er een rechtvaardigingsgrond voor is om onderscheid te maken
tussen groepen. Daarom onderzoeken de Belastingdienst, Toeslagen en Douane gezamenlijk
welke waarborgen nodig zijn om de rechtmatigheid, objectiviteit en transparantie van
de risicoselectie te garanderen. Het streven is dit jaar het kader vast te stellen
waaraan processen getoetst kunnen worden. De toekomst van risicogericht toezicht is
ook een belangrijk onderwerp in de handhavingsstrategie van Toeslagen die op dit moment
verder wordt uitgewerkt, resulterend in een toekomstbestendige strategie voor 2023
en verder.
De problemen die de afgelopen jaren aan het licht zijn gekomen met de kinderopvangtoeslag
hebben daarnaast ook duidelijk gemaakt dat het van groot belang is om meer aandacht
te hebben voor de schrijnende situaties en uitzonderingen die op individueel niveau
kunnen ontstaan. Toeslagen werkt daarom ook aan het verbeteren de dienstverlening,
het versterken van de menselijke maat in de werkprocessen en richt signaalmanagement
in als een keten van de werkvloer tot opdrachtgevers. Om sneller te kunnen acteren
in knellende situaties bij individuele burgers biedt signaalmanagement de basis om
fouten te voorkomen en te blijven leren over (nieuwe) knelpunten en voor verbetermogelijkheden.
Vraag 13
Kunt een verklaring geven waarom ambtenaren van de Belastingdienst en Toeslagen het
nodig achtten om de tweede nationaliteit überhaupt bij te houden en hierop te selecteren,
dan wel op geboorteplaats (van hun ouders), etniciteit/afkomst of exotisch klinkende
achternaam? Is er volgens u een rechtvaardiging hiervoor geweest? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Voor Toeslagen geldt dat de aanspraak op toeslag mede afhankelijk is van de nationaliteit
van de aanvrager, omdat dit een element is bij het bepalen op welke grond er sprake
kan zijn van rechtmatig verblijf. De verwerking van de dubbele nationaliteit van Nederlanders
is echter niet noodzakelijk voor deze taak, dat heeft ook de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP) geconcludeerd. Het is niet zo, en ook niet door de AP vastgesteld, dat de behandelaren
in dit verband geselecteerd hebben op tweede nationaliteit.
De Belastingdienst ontving tot 31 januari 2015 van burgers met een Nederlandse nationaliteit
ook de eventuele tweede nationaliteit uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Deze werd door de Belastingdienst verwerkt in het door alle onderdelen van de Belastingdienst
gebruikte systeem Beheer van Relaties (BVR) en werd vervolgens overgenomen door het
Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS). In TVS zijn zogenaamde «regels» ingebouwd
waarmee de situatie van de burger kan worden weergegeven in relatie tot de wettelijke
vereisten. De behandelaren van Toeslagen hadden zodoende toegang tot de (historische)
gegevens over de tweede nationaliteit. De verwerking van de dubbele nationaliteit
had niet gemogen en de AP heeft daarvoor ook een boete opgelegd. Toeslagen hield geen
gegevens bij over de afkomst van burgers. Het is wel bekend dat er naar aanleiding
van externe signalen over misbruik of oneigenlijk gebruik bij een aantal gastouderbureaus
(fraude)onderzoeken hebben plaatsgevonden waarvan de eigenaren en/of klanten een van
de genoemde migratieachtergronden had. Bij het risicoclassificatiemodel van Toeslagen
gold dat onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar ook mensen
met een andere nationaliteit, relatief vaker geselecteerd werden voor handmatige behandeling.11
Bij de Belastingdienst is het gegeven geboorteplaats en geboorteland van een belastingplichtige
voor een beperkt deel van de medewerkers beschikbaar voor de uitvoering van hun taak.
De doelbinding hiervoor is de Successiewet 1956, erfbelasting en een koppeling met
het Centraal Testamenten Register.
In sommige gevallen kan gereconstrueerd worden hoe een casus is ontstaan. Voor de
Belastingdienst werd in de niet formeel vastgestelde «handleiding voor analisten aan
de Poort» voor de selectie van aangiften inkomstenbelasting de combinatie van hoge
aftrek van medicijnkosten met achternamen eindigend op -ic genoemd als voorbeeld van
een opvallend patroon van uitgaven dat voor fraudeonderzoek in aanmerking komt. Een
aantal van deze aangiften is opgeleverd voor controle en de zorgkosten bleken onjuist
te zijn, vermoedelijk gefingeerd. Dat was aanleiding om in de handleiding voor de
analisten aan de poort inzake het volgende belastingjaar op te nemen dat ze moesten
letten op dit patroon. Op 25 januari12, 24 februari13, 29 maart14 en 30 mei15 jl. heeft ook de Staatssecretaris voor Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
aangegeven dat hij de bepaling van het risico op fraude gebaseerd op persoonskenmerken
als nationaliteit en uiterlijk voorkomen ten strengste afkeurt.
Vraag 15
Kunt u aangeven wat u zal ondernemen wanneer ambtenaren wederom burgers zullen selecteren
op tweede nationaliteit, afkomst, religie en «buitenlandse achternamen»/exotisch klinkende
achternamen? Kunt u aangeven of er inmiddels een nieuw kader is met betrekking tot
het sanctioneren van ambtenaren die zich schuldig maken aan racisme en discriminatie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Binnen de Belastingdienst en Toeslagen wordt nagedacht over de wijze waarop risicoselectie
en handhaving kunnen worden vormgegeven met oog voor de omgang met risico’s bij selecties
en het voorkomen van het maken van onbedoeld onderscheid en de manier waarop hierover
verantwoording kan worden afgelegd. Wanneer individuele ambtenaren over de schreef
gaan op welke manier dan ook, volgt altijd een gesprek en waar nodig passende maatregelen.
Racisme en discriminatie worden – en werden ook in het verleden – hierbij niet getolereerd.
Vraag 16
Kunt u een verklaring geven voor het feit dat in de risicoprofielen selectiecriteria
stonden zoals: «allochtoon (niet westerse landgenoten)», «van buitenlandse origine»,
«ondernemers van allochtone afkomst» en «belastingplichtigen wier achternaam eindigt
op ... IC»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
De voorbeelden die u noemt zijn geen selectiecriteria geweest in risicoprofielen,
maar voorbeelden van kenmerken waar door ambtenaren van de Belastingdienst handmatig
naar gekeken werd. Zie ook de laatste alinea van het antwoord op vraag 13.
Daarnaast merkt PwC in zijn onderzoek16 naar de effecten van FSV binnen MKB op dat het verschillende documenten waargenomen
heeft over het beleid rondom de selectie van ondernemers voor startersbezoeken. Dit
zijn geen controlebezoeken, maar bezoeken waarin de Belastingdienst kennismaakt met
een beginnend bedrijf en ondernemers informeert over hun rechten en plichten. Daarin
kwam het voor dat de herkomst (nationaliteit) van ondernemers als een van de leidende
selectiecriteria wordt genoemd. Deze voorbeelden zijn op 24 februari jl.17 met uw Kamer gedeeld. In één van de voorbeelden uit 2009 wordt het culturele aspect
in de benadering als mogelijke verklaring genoemd. In een ander voorbeeld uit 2008
wordt het verhoogde risico op oneigenlijk ondernemerschap bij «westerse buitenlandse
origine» en op vroegtijdige beëindiging en betalingsachterstand bij «niet-westerse
buitenlandse origine» genoemd. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt van een aantal
indicatoren over aangifte- en betaalgedrag en overlevingskans, die een mogelijke verklaring
biedt.
Vraag 17
Kunt u aangeven hoeveel ambtenaren van de Belastingdienst bij het beoordelen van «frauderisico’s»
bij giften selecteerden op giften aan islamitische organisaties en moskeeën en of
u dit afkeurt en kwalificeert als een vorm van islamofobie en/of moslimdiscriminatie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
De vermelding van donaties aan moskeeën heeft PwC aangetroffen in de «handleiding
voor analisten aan de Poort». In zijn rapport over query’s aan de Poort geeft PwC
aan dat vijf analisten de kritische processen binnen de Poort verrichtten. Achtergrond
van de vermelding van giften aan moskeeën is dat, zoals PwC aangeeft in zijn rapport,
50 van de ca. 500 moskeeën in Nederland de ANBI-status hebben, en giften aan niet-ANBI’s
niet aftrekbaar zijn. Naar aanleiding van signalen dat sprake zou zijn van valse kwitanties,
heeft nader onderzoek plaatsgevonden op basis waarvan enkele aangiften zijn gecorrigeerd
en heeft strafrechtelijk onderzoek plaatsgevonden naar degenen die verdacht werden
van handel in deze kwitanties. Gegeven deze achtergrond kan niet worden geconcludeerd
dat islamofobie ten grondslag ligt aan de vermelding van giften aan moskeeën in de
handleiding. In de nieuwe handleiding voor analisten aan de Poort, die uw Kamer op
17 juni jl. heeft ontvangen, worden giften aan moskeeën niet meer genoemd.
Vraag 18
Kunt u aangeven hoeveel van de burgers, die in de Fraudesignaliseringsvoorziening
(FSV) hebben gestaan, een tweede nationaliteit hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Nee, in FSV waren geen gegevens beschikbaar over de eerste of tweede nationaliteit
van de burgers. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft in haar rapport18 aan dat in het vrije tekstveld voor 0,3% van de registraties (1% voor Toeslagenregistraties)
informatie staat die te relateren is aan nationaliteit, maar niet of het hier tweede
nationaliteit betreft en of deze informatie klopt. Daarnaast geldt voor Toeslagen
dat de data met betrekking tot een tweede nationaliteit in de datakluis staat opgeborgen
en daarom niet geraadpleegd wordt.
Vraag 19
Bent u het eens met de stelling dat burgers er van uit moeten kunnen gaan dat ze te
maken hebben met een niet-vooringenomen overheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Zoals ook vermeld staat in het coalitieakkoord, is voor institutioneel racisme geen
plek in onze samenleving. Overheids- en uitvoeringsorganisaties moeten hierbij het
goede voorbeeld geven. Tegelijkertijd leren we van de geldende definities rond institutioneel
racisme ook dat dit tot stand komt omdat we bewust en onbewust werken of denken in
ingebakken procedures, gewoontes of gedragsvormen die op soms lastig herkenbare wijze
een nadeel opleveren voor bepaalde groepen mensen op grond van hun afkomst. Het adresseren
van dit thema is daarom belangrijk, zodat we ervan kunnen leren en hopelijk ervoor
kunnen zorgen dat we het in ons eigen gedrag herkennen. Het doel van het kabinet is
ervoor te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt.
Vraag 21 t/m 23
Kunt u aangeven wat u ervan vindt dat uit de nieuwe cijfers van het CBS blijkt dat
een vijfde van de huishoudens juist in de bijstand zat toen zij geraakt werden door
het toeslagenschandaal, terwijl de Kamer hiervoor ervan uitging dat het vrijwel alleen
om werkende ouders ging, die gedupeerd zijn in het toeslagenschandaal? Zo nee, waarom
niet?
Kunt u aangeven waarom de menselijke maat niet werd toegepast, gelet op het feit dat
nu blijkt dat de brieven van de Belastingdienst vaak terecht kwamen bij gezinnen,
die al worstelden met schulden van duizenden euro’s? Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven of er überhaupt rekening werd gehouden met de financiële situatie
van burgers? Kunt u aangeven wat u ervan vindt dat twee derde van de toeslagenouders
al meer schulden dan bezittingen hadden toen de Belastingdienst aanklopte met vorderingen
van vaak duizenden euro's? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21 t/m 23
Zoals in de kabinetsreactie op de analyse van het CBS is gemeld, zijn de uitkomsten
pijnlijk en een bevestiging van de noodzaak voor het herstel van het verleden voor
alle gedupeerden.19 Tijdens de fase van de handmatige beoordeling werd binnen Toeslagen tot en met oktober
2019 uitgegaan van een strikte toepassing van de wet- en regelgeving. De focus lag
veelal op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik en op het voorkomen van
hoge terugvorderingen, zeker als een hoge terugvordering tot een naar verwachting
grote impact voor de burger leidde.
Toeslagen zijn bedoeld om vitale voorzieningen voor iedereen betaalbaar te maken.
Het uitkeren van toeslagen is voor veel mensen onmisbaar om de kosten te betalen van
de zorgverzekering, de zorg voor kinderen en ruimte om te wonen. De cijfers van het
CBS zijn daarom gedeeltelijk te verklaren vanuit demografisch perspectief, onder meer
omdat burgers met lage inkomens de hoogste toeslagen krijgen uitgekeerd en Toeslagen
juist wilde voorkomen dat zij met hoge terugvorderingen te maken krijgen. Echter,
de gebeurtenissen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat de werkwijzen van controles
bij Toeslagen in het verleden niet voldoende gericht waren op het ondersteunen en
helpen van deze groep mensen.
Dit geldt zeker voor burgers die in de bijstand zitten. Mensen in de bijstand hebben
recht op kinderopvangtoeslag wanneer zij in een naar-werk-traject zitten, om de arbeidsparticipatie
te bevorderen. Het is dus niet zo dat alleen werkende ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag
en daarmee als enige gedupeerd konden zijn.
Vraag 24
Vindt u het schokkend dat nu blijkt dat maar liefst 70 procent van de gedupeerden
in het toeslagenschandaal een migratieachtergrond heeft?
Antwoord 24
Dit is in lijn met de eerdere conclusie dat bij het toezicht van Toeslagen sprake
is geweest van institutioneel racisme. De werkwijze van Toeslagen had tot gevolg dat
onder andere Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, en mensen met een andere
nationaliteit, een grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige
beoordeling.
Vraag 25
Kunt u aangeven wat u zult ondernemen om het vertrouwen van Caribische-Nederlanders,
Surinaamse-Nederlanders, Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders in de Belastingdienst/Toeslagen
en de overheid in het algemeen te herstellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 25
De Toeslagenaffaire heeft in de samenleving en ook bij diverse groepen daarbinnen
waar u een aantal van noemt, veel teweeggebracht wat schadelijk is geweest voor het
vertrouwen in de overheid. Dat geldt voor alle gedupeerden. Het vertrouwen dient weer
opgebouwd te worden door onder andere de geleden schade te herstellen, te laten zien
dat van de fouten in systemen en structuren geleerd is en deze tevens worden verbeterd.
Daartoe zetten onder andere de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), de
Sociale Bank Nederland (SBN) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zich in
om recht te doen aan de fouten die Toeslagen in het verleden heeft gemaakt, door het
bieden van erkenning aan de ouders, financieel herstel, emotioneel herstel (heling)
en brede hulp. Zij doen dit vanuit het bewustzijn van het onrecht dat ouders, kinderen
en jongeren is aangedaan en zien het als hun plicht een nieuwe start mogelijk te maken.
Door middel van de voortgangsrapportages over de hersteloperatie Toeslagen (VGR) wordt
uw Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de hersteloperatie. Hierbij
wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende manieren waarop wordt gewerkt aan het
herstelproces van de gedupeerden gezinnen. Voor de volledigheid verwijs ik u naar
de laatste VGR, die op 15 juli jl. naar uw Kamer verzonden is.20
Vraag 26 en 27
Kunt u aangeven in hoeverre de gedupeerden Nederlanders zonder migratieachtergrond
toch een link hebben met Nederlanders met een migratieachtergrond? Kunt u tevens aangeven
hoeveel van deze gedupeerden een (ex-)partner hebben met een migratieachtergrond of
hun kind was ingeschreven bij een gastouderbureau of een buitenschoolse opvang (BSO),
waar iemand met een migratieachtergrond de eigenaar was? Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven hoeveel eigenaren van de gastouderbureaus of BSO’s, die onder de loep
werden genomen in de diverse CAF-zaken (Combiteam Aanpak Facilitators) en andere zaken,
een tweede nationaliteit hadden, dan wel een partner hadden met een migratieachtergrond
of roots hebben in het buitenland? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 26 en 27
Nee, dat kan ik niet. Om dit te analyseren is informatie nodig over de afkomst van
toeslagaanvragers en deze informatie wordt en werd niet bijgehouden bij Toeslagen.
Daarnaast staat de data met betrekking tot een tweede nationaliteit in de datakluis
van Toeslagen opgeborgen en wordt daarom niet geraadpleegd. Zoals ook eerder in de
antwoorden van deze set is benoemd, is wel bekend dat in het verleden in een aantal
toeslag gerelateerde CAF-zaken onderzoeken hebben plaatsgevonden naar gastouderbureaus
waarvan de eigenaren en/of klanten een van de genoemde achtergronden had. Verdere
analyse hierop heeft niet plaatsgevonden en is om de hierboven genoemde redenen ook
niet mogelijk.
Vraag 28 t/m 30
Kunt u aangeven waarom er in de beantwoording op mijn Kamervragen van juli 201921 en juli 202022 is ontkend dat tweede nationaliteit, afkomst, etniciteit, geboorteplaats en achternaam
werd bijgehouden door de Belastingdienst/Toeslagen en er actief op werd geselecteerd?
Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven waarom er in de beantwoording op mijn Kamervragen van juli 2019 en
juli 2020 werd ontkend dat er zwarte lijsten zouden bestaan? Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven waarom er is gelogen in de beantwoording op mijn Kamervragen van juli
2019 en juli 2020 over etnisch profileren, terwijl de Belastingdienst al in 2019 wist
dat er sprake was van etnisch profileren en er op niet-Nederlandse afkomst werd geselecteerd
in fraudeonderzoeken bij de kinderopvangtoeslag? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 28 t/m 30
In de beantwoording van uw Kamervragen in 2019 is door mijn voorganger steeds verwezen
naar het destijds lopende advies van de adviescommissie Donner, het onderzoek van
de ADR en het onderzoek van de AP naar verwerking van nationaliteit. Uw Kamervragen
uit 2020 zagen op project 1043 van de Belastingdienst. In beide sets is ingegaan op
de destijds aanwezige informatie. Verschillende onderzoeken en rapporten hebben later
meer inzicht gegeven.
Een belangrijke conclusie is ook eerder geweest dat de Belastingdienst en Toeslagen
de informatiehuishouding niet goed op orde hadden. Dit zorgt ervoor dat het niet altijd
goed mogelijk is een volledig beeld te hebben, waar en hoe zaken fout zijn gegaan
en dat soms op een later moment nieuwe informatie naar bovenkomt. Het is van belang
om te benadrukken dat Toeslagen geen etniciteit en afkomst van burgers heeft vastgelegd
of bijgehouden en hier dan ook niet actief op heeft geselecteerd. Hetzelfde geldt
voor selectie op achternaam, geboorteplaats of tweede nationaliteit. Het kabinet heeft
maatregelen genomen om de informatiehuishouding te verbeteren. Het Ministerie van
Financiën werkt hard aan de uitvoering van die maatregelen en rapporteert daarover
door middel van het programma Herstellen, Verbeteren, Borgen (HVB).
Vraag 31
Heeft u kennisgenomen van het NOS/Nieuwsuur-artikel van 13 juli 2022: «Belastingdienst
wist in 2019 al van etnisch profileren in toeslagenaffaire»?23
Kunt u een reactie en uw zienswijze geven op dit artikel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 31
Ja, het artikel is bekend. Dit artikel gaat in op documenten die openbaar zijn gemaakt
naar aanleiding van een Commissieverzoek en een verzoek op grond van de Wet open overheid.
Het ging daarbij om een groot aantal documenten waarbij diverse onderwerpen aan bod
kwamen. De hoofdmoot van dit verzoek had betrekking op het verkrijgen van inzicht
in discussies rondom schadevergoeding of vormen van compensatie naar aanleiding van
de uitspraak van de Raad van State van 2017, het rapport van de Nationale ombudsman
«Geen powerplay maar fair play» of het memo van de vaktechnisch coördinator.
Voorop staat dat in het verleden grote fouten zijn gemaakt bij de Kinderopvangtoeslag.
Het vorige kabinet heeft daar verantwoordelijkheid voor genomen en er is een omvangrijke
operatie gestart om gedupeerde ouders herstel te bieden. Ook al is het daarmee niet
klaar. Duidelijk is ook, en dat blijkt weer uit deze documenten, dat er in het verleden
signalen zijn geweest dat er zaken fout gingen en dat daar actie op had moeten worden
ondernomen, maar er is te weinig met de signalen gedaan. In het artikel wordt echter
een aantal onderwerpen aangehaald waarop een aantal nuanceringen zijn toe te brengen.
In de antwoorden op de vragen 32 t/m 34 wordt dit nader toegelicht.
Vraag 32
Nemen de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën de Kamer nog wel serieus
nu blijkt dat de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) in
2020 niet alle informatie heeft gekregen?
Antwoord 32
De Parlementaire ondervragingscommissie (POK) heeft meerdere keren informatie gevorderd.
Allereerst heeft de POK informatie gevorderd over het rapport van de Nationale ombudsman
«Geen powerplay maar fair play» en de opvolging daarvan, voor zover die informatie
het niveau van plaatsvervangend DG had bereikt. De reikwijdte van het Woo-verzoek
en de informatievordering overlappen slechts ten dele. Stukken uit het Woo-verzoek
hebben bijvoorbeeld niet allemaal het niveau van plaatsvervangend DG bereikt en vielen
daarom niet onder de informatievordering van de POK. Deze stukken zijn dan ook niet
verzameld ten behoeve van de informatieverstrekking aan de POK en of intern nader
geraadpleegd. De POK heeft in oktober 2020 ook informatie gevorderd over het «memo
Palmen». Dit was een afgebakende vordering die op verzoek van de POK binnen een week
moest worden aangeleverd. Binnen de beschikbare tijd heeft het Ministerie van Financiën
haar uiterste best gedaan informatie te verstrekken om een zo goed mogelijk beeld
te geven van de gang van zaken rondom het memo Palmen. De behandeling van het Woo-verzoek
heeft ongeveer een jaar geduurd.
Vraag 33
Kunt u garanderen dat Toeslagen en de Belastingdienst daadwerkelijk zijn gestopt met
de CAF-onderzoeken en CAF-teams? Kunt u tevens garanderen dat de CAF-teams niet onder
een andere naam zijn verder gegaan? Kunt u aangeven waar de afkorting STEAM voor staat
en waarom het bestaan hiervan al die tijd door de Belastingdienst, Toeslagen en het
Ministerie van Financiën is verzwegen voor de Kamer en de POK? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 33
Toeslagen en de Belastingdienst zijn gestopt met de CAF-onderzoeken en CAF-teams.24 Het screeningsteam (ofwel: STEAM) is niet het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF)
onder een andere naam of de opvolger van CAF. Dit is ten onrechte wel zo genoemd in
conceptantwoorden op Kamervragen die in het Woo-verzoek verstrekt zijn. De conceptversie
is nooit naar de Kamer verzonden omdat dit antwoord feitelijk onjuist was. Het screeningsteam
is in 2016 ingericht bij Belastingdienst/Toeslagen en werkte ter ondersteuning van
het intensief toezicht proces. Het team bestond met name uit medewerkers van Handhavingsregie,
Fraude en Intensief Subjectgericht Toezicht (IST). Bij het screeningsteam kwamen signalen
binnen van mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik die op basis van bij Belastingdienst/Toeslagen
beschikbare informatie aan een eerste analyse werden onderworpen. Voorbeelden hiervan
zijn het opstellen van casusbeschrijvingen en evaluatierapporten, zoals we deze kennen
uit de CAF-casussen. Hierbij stond de vraag centraal of het signaal aanleiding kon
zijn voor een nader onderzoek. Als daar aanleiding voor was werd een zaak voor verder
onderzoek doorgegeven aan een andere afdeling zoals, Toezicht, IST, het fraudeteam
of het CAF-team.
De positie en werkwijze van het screeningsteam als onderdeel van de fraudeaanpak bij
Belastingdienst/Toeslagen, met inbegrip van de relatie tot CAF, staat reeds beschreven
op pagina 59 in het eindrapport van de Commissie Advies Uitvoering Toeslagen (AUT)
uit 2020.25 In 2021 heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed een rapport opgeleverd
over de naleving van de Archiefwet bij Toeslagen, waarin vanaf pagina 35 ook de positionering
en werkwijze van het screeningsteam nader wordt geduid.26 Ook in de Kamerbrief van 21 april jl. is het screeningsteam genoemd.27
Vraag 34
Deelt u de mening dat het uiterst zorgelijk en schandalig is dat er in 2019 intern
al bekend was dat er sprake was van etnisch profileren en al duidelijk was dat de
toeslagenaffaire veel breder speelde en dit niet naar voren kwam tijdens de verhoren
van de POK eind 2020? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 34
Dit onderwerp heeft in het verleden niet de aandacht gekregen die het verdiende. Echter,
de constatering dat de Belastingdienst al in 2019 wist dat er sprake was van etnisch
profileren en er op niet-Nederlandse afkomst werd geselecteerd in fraudeonderzoeken,
is niet juist. Dit lijkt te zijn gebaseerd op een mailwisseling tussen ambtenaren
uit maart 2019 waarin de evaluatierapporten van meerdere toeslag gerelateerde CAF-zaken
zijn bekeken. Voor zover nu is te reconstrueren op basis van deze stukken lijkt het
dat op dat moment nog niet duidelijk was of er bij de CAF-zaken iets dergelijks speelde
en dat juist daarom deze medewerkers de evaluatierapporten zijn gaan lezen. Een aantal
maanden later, op 11 juni 2019, is een brief naar de Kamer gegaan «Richting een oplossing
voor ouders in de CAF-11 zaak»28 waarin Staatssecretaris Snel onder andere ingaat op het gebruik van nationaliteit.
Specifiek op het Risicoclassificatiemodel en de query’s voor toeslag gerelateerde
CAF-zaken, waarbij gegevens over (eerste en tweede) nationaliteit werden gebruikt.
Hieruit kan worden opgemaakt dat naar aanleiding van de signalen van deze medewerkers
verder onderzoek is gedaan naar het selecteren op «niet-Nederlandse aanvragers». Verdere
beoordeling van dit thema is ook onderdeel geweest van de opdrachtverstrekking aan
de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen en de rapporten van de AUT en de ADR in maart
2020 besteden hieraan aandacht. Van selecteren op afkomst of etnisch profileren was
geen sprake, omdat Toeslagen deze informatie niet tot haar beschikking heeft gehad.
De AP heeft ook in haar rapport «De verwerking van de nationaliteit van aanvragers
van kinderopvangtoeslag» in juli 2020 geconstateerd dat er geen sprake is geweest
van etnisch profileren door Toeslagen. Reden hiervoor is dat er geen direct verband
bestaat tussen de nationaliteit en het ras of de etnische afkomst van een persoon
en dat Toeslagen niet beschikte over gegevens over ras of etnische afkomst.
Vraag 35
Begrijpt u dat bij een deel van de Kamer het gevoel heerst dat er geen sprake was
van een gebrekkige informatiehuishouding, maar van willens en wetens informatie achterhouden?
Kunt u hier uw reactie en zienswijze over geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 35
Het informeren van de Kamer is een grondwettelijke taak die zeer serieus genomen wordt.
Vraag 36
Bent u op de hoogte van de berichtgeving dat vanaf volgende maand de Belastingdienst
bijna alleen nog maar toekomt aan ouders die via de rechter afgedwongen hebben om
op tijd behandeld te worden?29
Antwoord 36
Ja, in de 11e VGR-kinderopvangtoeslag is uw Kamer hierover geïnformeerd.30
Vraag 37
Klopt het dat er inmiddels twee miljoen euro is betaald aan dwangsommen in 1500 zaken?
Klopt het dat er inmiddels 12.000 ingebrekestellingen zijn? Klopt het dat er 70 miljoen
euro is gereserveerd voor toekomstige dwangsommen? Om hoeveel zaken zou her in totaal
gaan bij deze 70 miljoen euro?
Antwoord 37
Op dit moment is er € 2.8 miljoen uitbetaald aan dwangsommen voor 1.960 ingebrekestellingen
en 15 beroepen niet tijdig beslissen31. Daarnaast klopt het dat 70 miljoen euro is gereserveerd voor toekomstige dwangsommen
(inclusief apparaatskosten), zoals ook staat opgenomen in de 11e VGR-kinderopvangtoeslag32. Dit betreft zo’n 46.000 zaken.
Vraag 38
Klopt het dat de totale afhandeling misschien wel tot 2026 gaat duren? Wat gaat u
doen om het vastgelopen proces bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT)
weer los te trekken?
Antwoord 38
In de 11e VGR-kinderopvangtoeslag is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van het
stijgende aantal ingebrekestellingen en beroepen niet tijdig beslissen. Hierin is
de Kamer ook geïnformeerd over de inspanningen van UHT om ervoor te zorgen dat ouders
zo snel als mogelijk te helpen en de knelpunten op te lossen.33
Vraag 39
Klopt het dat er bij de UHT een personeelsverloop is van drie tot vier procent per
maand? Klopt het dat er een lange inwerktijd nodig is voor sommige functies binnen
de UHT? Klopt het dat er veel met tijdelijke contracten wordt gewerkt? Wat kunt u
doen om duurzaam meer personeel aan de UHT te binden?
Antwoord 39
Ja, dat klopt. In juni was het personeelsverloop 3,2% per maand. Hierover is uw Kamer
ook geïnformeerd in de 11e VGR.34 Net zoals bij andere nieuw opgerichte organisaties vergt het inwerken van medewerkers
tijd. Voor een beperkt aantal functies binnen UHT is een paar maanden inwerktijd noodzakelijk
gegeven de complexe materie en processen en de zorgvuldigheid die betracht moet worden.
Ongeveer 75% van de medewerkers heeft als externe een tijdelijk contract. Er loopt
een traject om meer medewerkers aan de organisatie te binden. Het gaat daarbij om
het behoud van huidige medewerkers, bijvoorbeeld door 300 FTE een vaste aanstelling
bij UHT aan te bieden, en het verder opschalen van de personele capaciteit. In de
huidige krappe arbeidsmarkt is en blijft dat een uitdaging.
Vraag 40
Bent u bereid om de bovenstaande vragen afzonderlijk te beantwoorden en te voorzien
van een toelichting? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 40
Om herhaling in de antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen zijn enkele vragen in de
beantwoording samengevoegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.